Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

Praktisch occultisme [een reactie]

[‘Practical occultism’, Lucifer, mei 1888, blz. 257-8; CW 9:285-6]

In een heel interessant artikel in het nummer van vorige maand met als titel ‘Praktisch occultisme’ wordt gezegd dat vanaf het moment dat een meester een chela begint te onderwijzen, hij van die chela alle zonden op zich neemt die met de occulte wetenschap verband houden tot het moment waarop de chela door inwijding een meester en op zijn beurt verantwoordelijk wordt.
Voor de westerse geest, die al generaties doortrokken is van individualisme, is het heel moeilijk om de rechtvaardigheid en dus de juistheid van deze uitspraak te erkennen, en het is heel wenselijk dat enige nadere toelichting wordt gegeven voor een feit dat enkelen intuïtief aanvoelen, maar waarvoor ze geen logische verklaring kunnen geven.

S.E.


Antwoord van de redactrice:

De beste logische verklaring hiervoor is het feit dat zelfs in het gewone dagelijkse leven de ouders, kinderverzorgsters, onderwijzers en docenten gewoonlijk verantwoordelijk worden gehouden voor de gewoonten en toekomstige ethiek van een kind. De kleine ongelukkige sloeber die door zijn ouders wordt getraind om op straat zakken te rollen is niet verantwoordelijk voor zijn zonde, maar deze heeft grote gevolgen voor degenen die hem hebben ingeprent dat het goed was om dit te doen. Laten we hopen dat de westerse geest, ook al is deze ‘doortrokken van individualisme’, daardoor niet zo is afgestompt dat hij niet inziet dat er – als het anders was – geen logica en geen rechtvaardigheid zouden bestaan. En als degenen die de ontvankelijke geest van het nog redeloze kind tijdens zijn jeugd vormen, in deze wereld van gevolgen verantwoordelijk moeten worden gehouden voor zijn zonden van doen en laten, en voor de gevolgen van hun onderricht later in zijn leven, hoeveel te meer geldt dit dan voor de ‘spirituele guru’?

Laatstgenoemde neemt de leerling bij de hand en leidt hem naar, en maakt hem bekend met, een wereld die deze leerling geheel onbekend is. Dit is de wereld van de onzichtbare maar altijd actieve CAUSALITEIT, de subtiele, maar nooit-brekende draad die de werking, het middel en de macht van karma is, en karma zelf op het gebied van het goddelijk denkvermogen. Geen enkele adept kan, zodra hij met die wereld vertrouwd is, zich nog op onwetendheid beroepen, zelfs niet als het motief voor een handeling goed en prijzenswaardig is maar slechte gevolgen voortbrengt. Als de occultist eenmaal bekend is met dit mysterieuze gebied, kan hij namelijk de twee wegen voorzien die zich bij elke al of niet weloverwogen daad openen; dit brengt hem in een positie waarin hij met zekerheid weet wat de gevolgen in het ene of het andere geval zullen zijn. Is het dan niet vanzelfsprekend dat de gids – zolang de leerling volgens dit principe te werk gaat, maar te onwetend is om zeker te zijn van zijn inzicht en onderscheidingsvermogen – verantwoordelijk is voor de zonden van hem die hij naar deze gevaarlijke gebieden heeft geleid?


H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen, Deel 3: 1887 – 1889, blz. 363-4
isbn 9789491433191, paperback, eerste druk 2017, bestel boek

© 2017 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag