Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

Ierland

Het eiland Erin is altijd enigszins een mysterie geweest. Zijn bevolking verschilt zoveel van de Engelse aan de overkant van de Ierse Zee dat, als u enige tijd in Londen doorbrengt en daarna de oversteek maakt naar Dublin, de brede kloof in temperament die de twee volkeren scheidt, u onmiddellijk zal opvallen.

En iedereen die de Ieren, vooral aan de westkust, bestudeert en onder hen verkeert, zal snel een diepgeworteld geloof ontdekken in wat gewoonlijk het bovennatuurlijke wordt genoemd, dat alleen uit een ver verleden kan stammen. Zelfs ontwikkelde Ieren zijn hier niet vrij van.

De bewoners van het platteland uiten zich openlijk over hun geloof in feeën, geesten en dergelijke, dat bij de hogere klassen verborgen blijft maar toch aanwezig is. In de provincie zal de bevolking de ruiten van een pas ontruimde woning met stenen ingooien, en in de stad zullen de ‘beschaafde’ mensen vaak zeggen, als men hun aandacht op zulke gebeurtenissen vestigt: ‘Waarom niet? Wilt u dat de duivel in het huis gaat wonen?’ Het idee is natuurlijk dat de elementalen van de vertrokken bewoners alleen via de gebroken ruiten kunnen ontsnappen, tenzij ze aan open deuren gewend waren, wat niet altijd het geval is.

Het geloof in feeën is het oude geloof in ‘deva’s’ of mindere goden van de hindoes. Ik ken veel ontwikkelde mensen die beweren dat ze vaak feeën hebben horen spreken of zingen. Behalve bij de Noord-Ieren die eigenlijk niet van Ierse afkomst zijn, zullen we feitelijk nooit een Ier tegenkomen die het gevoel voor het onzichtbare of het geloof daarin niet min of meer is aangeboren.

Men noemt Ierland het Eiland van het Lot en zijn bergbewoners zullen u zeggen dat het altijd een ‘heilig eiland’ is geweest. Het wemelt er van de verhalen die exacte kopieën zijn van die van de hindoeyogi’s; het gras schijnt daar zelfs te ruisen als door het geluid van voetstappen van onzichtbare wezens. Volgens één overlevering bestond er in heel oude tijden, vóór Albion uit de wateren oprees, op het eiland een oude academie – of asrama, zoals de hindoes het zouden noemen – waar grote adepten woonden en onderwijs gaven aan hun volgelingen, die vandaar naar alle landen uitgingen. Ze bleven er tot een bepaalde grote ramp en verhuisden toen naar . . . In dit verband kan het volgende citaat van enkele opmerkingen van H.P. Blavatsky in Lucifer interessant zijn; als men dit leest is het ook nuttig te bedenken dat er volgens de Griekse overlevering dichtbij Brittannië een eiland lag, Ierna genoemd, waarheen mensen reisden om meer over de geheime mysteriën te weten te komen. Zij zegt:

Het is een traditie onder occultisten in het algemeen en wordt onderwezen als een historisch feit van de occulte filosofie, dat wat nu Ierland is eens de woonplaats was van de Atlantiërs, emigranten uit het door Plato genoemde verzonken eiland. Ierland is enkele duizenden jaren ouder dan de andere Britse eilanden. We laten het aan de etnologen, antropologen en geologen over om ‘werkhypothesen’ op te stellen en conclusies te trekken. De meesters en beschermers van de oude wetenschap maken er aanspraak op authentieke verslagen te hebben bewaard en wij theosofen – d.w.z. de meesten van ons – geloven dit onvoorwaardelijk. De officiële wetenschap ontkent het misschien, maar wat doet dat ertoe? Heeft de wetenschap niet eerst bijna alles ontkend wat ze nu aanneemt?*

*Lucifer, 15 juni 1889, blz. 347.


Occulte verhalen, blz. 181-2

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag