Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Gedachten over karma

Een vraag die me vaak is gesteld luidt: Betekent karma een tot in bijzonderheden nauwkeurige reactie? Dat wil zeggen, als ik iemand onrecht aandoe, moet die persoon mij dan op precies dezelfde manier onrecht aandoen als waarop ik hem onrecht aandeed?

Wij leren niet een wetenschappelijk determinisme; we leren juist het tegenovergestelde, al is het waar dat de wijsheid van de goden zegt dat er onontkoombare wetten in het heelal bestaan. Die vormen de voornaamste basis voor het hele bouwwerk van hoop, religie, filosofie en wetenschap dat de theosofie is. Maar waar het om gaat is dit: Als ik bijvoorbeeld een vriend bedrieg en zijn hart breek, zal dan die vriend in een toekomstig leven mij op precies dezelfde manier, en met herhaling van alle bijzonderheden bedriegen en mijn hart breken? Het antwoord is Nee, niet in alle bijzonderheden. Maar mijn vriend, die ik bedroog, zal, los van zijn eigen wil en gedreven door het lot en doordat ikzelf de vergelding die ik verdien aantrok, in een toekomstig leven handelen op een manier die sterk lijkt op de wijze waarop ik hem bedroog, maar niet tot in alle bijzonderheden. Ook hij zal misschien tegen zijn wil mijn hart breken.

Als ik een mens opzettelijk dood, als ik hem vermoord, zal dan diezelfde mens mij in een volgend leven vermoorden? Persoonlijk ben ik geneigd ja te zeggen. De bijzonderheden zijn niet gelijk, maar de algemene grondslag van het patroon van het lot zal het teweegbrengen. Let wel, alle grote zieners en wijzen uit alle tijden leerden: wat u zaait zult u oogsten, niet iets anders. Dit is een christelijk gezegde en bijzonder mooi.

Zie eens hoe groot het morele effect van deze leer op de mens is, als men eenmaal oprecht erin gelooft, niet alleen voor zijn eigen bescherming in de toekomst, maar ook omdat ze een ommekeer in gevoelens en gedachten in zijn karakter teweegbrengt. Hij zal zorgvuldig ervoor waken een medemens onrecht aan te doen. Bedenk eens wat deze ene leer alleen al voor de veiligheid en het geluk van de mensheid kan betekenen als ze algemeen werd aanvaard, zoals eens in de hele wereld het geval was. Als ik het goede zaai, versterk en verbeter ik mijn eigen karakter; door het goede te denken wordt mijn eigen karakter harmonisch. Het gevoel dat ik het goede doe sterkt mij het betere te doen. Dit is eenvoudig karma. Als ik slecht denk en voel, en mijn medemensen onheil breng, wat doe ik dan, naast het onrecht dat ik hun aandoe en dat om vergelding vraagt in mijn eigen toekomstige levens, voor mijn eigen ziel en mijn eigen gevoelens? Ik ben bezig die te misvormen. Ik maak ze lelijk, verwrongen en grof. Dit is ook karma. U kunt zulke gedachten niet denken zonder de terugslag op uw eigen denkinstrument te voelen. Het kwaad stoot af. Lage gedachten denken maakt dat instrument tot iets laags. Door slechte gevoelens gaat u zich de volgende dag nog slechter voelen.

Wat is reïncarnatie anders dan het ten uitvoer brengen van deze zelfde wet van het lot? We hebben in het verleden bijna ontelbare keren op deze aarde geleefd. We zijn nu hier omdat we opnieuw hierheen zijn aangetrokken. Een vertrouwde omgeving trekt ons aan, zoals de reiziger die van huis weggaat uitziet naar de tijd dat hij zal terugkeren. De vertrouwde plaatsen, het gelukkige thuis, de plek bij de haard, de prettige, mooie, misschien zelfs heerlijke herinneringen aan thuis roepen hem allemaal terug. En dat is overal het geval bij wederbelichaming; reïncarnatie is het terugkomen in een vertrouwde omgeving op deze aarde. We hebben ook vertrouwde plaatsen op andere planeten – maar dat is een ander verhaal.

Wij mensen zijn pelgrims van het lot, kinderen van het goddelijke, die doelbewust een reis maken en doelbewust door karma, door het lot, worden voortgestuwd. We zijn kinderen van het goddelijke en hebben daarom een vonk van de goddelijke intelligentie en van de wil van het goddelijke in ons. Daarom kunnen we het hoofd bieden aan het heelal en alle schokkende en verschrikkelijke dingen daarin, want in ons is deze goddelijke vonk onoverwinnelijk en onsterfelijk. Door aan haar opdrachten gehoor te geven hebben we een vrije wil, de vrije wil van het heelal die nooit kan worden tenietgedaan, al zou de hele kracht van het heelal ons plotseling overvallen; want wij zijn kinderen van het goddelijke en dat heelal is onszelf, en wij zijn het heelal. Zijn hart en ons hart zijn één en trekken elkaar aan. Een onpeilbare bestemming trekt een onpeilbare bestemming aan en we begrijpen elkaar.

Ondanks het onherroepelijke verleden heeft ieder mens een zekere mate van vrije wil, en kan hij elk moment zijn toekomstige lot veranderen als die gedachte eenmaal in hem opkomt. Het verleden uitwissen kunnen we nooit, want dat is het lot en dat moet worden uitgewerkt. Het is bij ons ingebouwd. Maar we kunnen onszelf veranderen, wijzigen en onszelf voor de toekomst verbeteren door nu ons goddelijk recht van denken en vrije wil uit te oefenen, door ons lot in eigen hand te nemen en voor de toekomst te verbeteren. In dit en andere opzichten zijn wij mensen verwant aan de goden, onze ouders.

Hoe groots is de visie waartoe een ontvankelijk hart en een scherpe geest in staat zijn, die op alles haar licht werpt en daardoor een gevoel van volmaakte veiligheid, een gevoel van volmaakte rechtvaardigheid en een gevoel van volmaakte vrede geeft. Soms hebben we het gevoel dat ons eigen lot uit het verleden te zwaar is om te dragen en dan roepen we in onze nood: O God, laat deze beker aan mij voorbijgaan: maar niet mijn wil maar de uwe geschiede! Maar als ik moet drinken zal ik drinken. Laat ik echter bedenken dat ik een kind van het goddelijke ben, en dat ik door het ledigen van die beker van het lot dat ikzelf door mijn eigen daden in het verleden ten goede of ten kwade heb gevormd, nu aan de toekomst werk. Nu mij dat is geopenbaard, zie ik in die toekomst onzegbare schoonheid, onuitsprekelijke heiligheid, een steeds toenemende vrede, een zich verdiepende liefde die het leven verrijkt en een grenzeloos inzicht dat mij liefdevol voor anderen doet zijn.


Wind van de geest, blz. 304-7

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag