Theosophical University Press Agency

Boodschapper voor de komende eeuwen*

G. de Purucker

*Samenvatting van een toespraak over ‘De exoterische en esoterische HPB’, gehouden in Visingsö, Zweden in 1931, ter gelegenheid van de herdenking van de honderdste geboortedag van H.P. Blavatsky. Zie: Wind van de geest, blz. 140-53.


H.P. Blavatsky kwam omdat de tijd voor haar komst was aangebroken. Ze was een van de schakels in wat de oude Griekse ingewijden de Levende Keten van Hermes noemden, de Gouden Keten, die verband houdt met het doorgeven van licht en waarheid, van mystieke en esoterische aard.

De eeuwen gaan voorbij en iedere eeuw brengt een nieuwe generatie voort en iedere generatie ontvangt licht van de generaties die eraan voorafgingen, van haar voorvaderen. Maar generaties hebben hun opkomst en verval, in materiële beschaving maar ook in spirituele verlichting, en in de intellectuele, ethische en mentale wegen die de mens volgt bij het voortbrengen van de beschavingsinvloeden van het menselijk leven. In die elkaar opvolgende generaties is er altijd behoefte aan leidende figuren, aan licht dat van eeuw tot eeuw telkens weer wordt gegeven, aan een opnieuw ontsteken van de oude vuren, zoals een feniks die uit zijn as herrijst. Zij die het licht doorgeven vormen de Gouden Keten van Hermes.

Als één in een reeks leraren verscheen H.P. Blavatsky in de ritmische orde van de wetten die onze planeet beheersen. Ze kwam inderdaad aan het begin van een Messiaanse cyclus van 2160 jaar en aan het einde van de voorafgaande cyclus van dezelfde duur. Ze was de boodschapper voor haar eeuw, dat wil zeggen voor de komende eeuw en moest een nieuwe grondtoon aanslaan, die echter mystiek gesproken eeuwenoud is; in zekere zin was ze een avatara, een feit, hoe juist ook, dat maar weinig bekend is – een avatara van een bepaald type, een bepaalde soort, want er zijn verschillende soorten avatara’s. Iedere leraar die verschijnt heeft niet alleen zijn of haar lichaam ter beschikking, en een op bijzondere wijze ontvangen psychisch gestel, maar wordt ook bij tijden vervuld van het heilige vuur van een grotere ziel, en is daarom in feite een bepaald soort avatara.

2160 jaar vóór de geboorte van H.P. Blavatsky begon die bijzondere Messiaanse cyclus, die in de loop der eeuwen de Europese landen in de duisternis van de middeleeuwen dompelde. Nu, na ongeveer 2160 jaar, begon met haar geboorte een nieuwe cyclus, een opgaande cyclus, die de mensheid licht, vrede, kennis en wijsheid zou brengen.

Ik denk dat de grootste hulde die we met ons hart en ons denken aan HPB kunnen brengen is om haar te leren kennen zoals ze in werkelijkheid was. De beste manier om haar te zien zoals ze was, is haar en haar boeken, die feitelijk haarzelf zijn, te bestuderen. Dan leert u de ware HPB kennen, want u gebruikt dan de toets van uw intelligentie en uw hart bij het beoordelen van wat zijzelf was en wat ze heeft voortgebracht en niet van wat een ander misschien over haar zegt.

H.P. Blavatsky kwam in een wereld die zich in de greep van een ware ‘dodendans’ bevond, een danse macabre, een tijd waarin de mensheid praktisch alle geloof in een mogelijk bestaan van spirituele kennis had verloren, een tijd waarin zelfs het spreken over het goddelijke, over eeuwige hoop en over spirituele zaken werd beschouwd als een teken van intellectueel onvermogen. Alleen al het woord ziel was taboe.

Een machtige kracht verscheen in de wereld en ging aan het werk, en het web dat ze weefde heeft in hoge mate bijgedragen aan de betere omstandigheden waarin we ons nu bevinden. De wereld van nu begint theosofisch te denken, en daardoor is aan de macabere dans uit haar tijd – die duizelingwekkende, zielloze en gedachteloze dodendans op het kerkhof van menselijke verwachtingen – een einde gekomen!

Er is een psychologisch wonder, een mysterie, verbonden met HPB. Wat zijn de ideeën die, na haar komst en onderricht, door de grootste wetenschappelijke onderzoekers en denkers in onze tijd worden verkondigd? Afschaduwingen van vele van haar leringen. Vóór de wetenschappers de feiten ontdekten, maakte zij die feiten bekend en ze deed dat ondanks de spot, de hoon en de tegenstand van de kerk enerzijds, en van de wetenschap anderzijds, en van allerlei ingeburgerde ideeën – op maatschappelijk, religieus, filosofisch en wetenschappelijk terrein – die er in haar tijd waren.

Ze bezat kracht, spirituele kracht, want ze zette de ziel van de mensen in vuur en vlam; ze bezat intellectuele kracht, want ze leerde mensen denken en tot een nieuwe visie komen; ze bezat ook een psychische kracht, want ze sloopte de mayavi [illusoire] psychische muur, die de mens in zijn dwaasheid om zijn bewustzijn had opgetrokken.

Bedenk eens wat dit allemaal betekent. Er is een oorzaak en een reden voor het werk dat ze tot stand bracht. We zien nu de gevolgen, we kennen het historische fenomeen van haar leven en haar werk; maar wat was de innerlijke oorzaak? Dat was het levende, spirituele en intellectuele vuur in haar. Het was de esoterische kant van H.P. Blavatsky, die haar in staat stelde te doen wat ze deed.

U zult zich herinneren dat ze in haar geschriften vaak onderscheid maakt tussen wat ze HPB en H.P. Blavatsky noemt. H.P. Blavatsky was de vrouw, de chela, de aspirerende, lerende, edele, moedige chela. Maar HPB was de ziel van de meester die door haar sprak: lichaam en geest, één wezen; daarnaast was er het psychische gestel, de tussennatuur, gewoonlijk ziel genoemd, die desgewenst tijdelijk opzij kon worden gezet. Toen H.P. Blavatsky als boodschapper werd uitgezonden, bleef in feite dat psychische gestel grotendeels achter. Dat verklaart de zogenaamde tegenstellingen en tegenstrijdigheden in haar karakter, die zij die over haar probeerden te schrijven, zagen – en heel duidelijk zagen, want ze konden niet anders dan ze zien – maar die ze niet begrepen en waardoor zij vaak verkeerd werd beoordeeld en begrepen. Maar wanneer de heilige vlam deze lege plaats vulde, verscheen HPB, de leraar, de wijze, de ziener, de leraar van grote wetenschappelijke waarheden, waarvan de wetenschap nu pas de waarheid begint aan te tonen, de leraar van hoopvolle verwachtingen voor de mensheid, die de mensen een visie schonk en een nieuwe filosofie-religie-wetenschap samenstelde en vormgaf.

Er waren tijden in haar maatschappelijk leven dat ze de charmante gastvrouw was, een grande dame. Op andere momenten was ze een voortreffelijke, buitengewoon bekwame pianiste. Op weer andere momenten bracht ze mensen in verrukking door haar briljante conversatie; ze kon een hele zaal boeien en haar toehoorders in de ban houden. Geleerden, arbeiders, edellieden, vorsten en boeren kwamen bijeen om naar haar te luisteren. Er waren nog weer andere tijden dat ze in haar woning, als alles rustig was en haar leerlingen haar omringden, hun enkele waarheden vertelde, ontleend aan de grote mysteriën van de wijsheid-religie uit het verleden. Of ze zat aan haar bureau, schreef en schreef en schreef van de ochtend tot de avond, waarna ze naar bed ging om, zoals ze zelf zei, een poosje ‘naar huis’ te gaan. Dan had ze rust!

Laten we HPB zien zoals ze was. Wij, die HPB hebben bestudeerd, houden van haar, zijn haar met hart en ziel trouw, maar toch zullen we ons met hand en tand verzetten tegen iedere poging om haar op een voetstuk te plaatsen. De Groten hebben ons gezegd: wat we bovenal verlangen is een broederschap, een broederschap die de mensheid zal behoeden voor de catastrofen die haar boven het hoofd hangen, veroorzaakt door haar eigen dwaasheid. Die catastrofen, de morele en zelfs natuurrampen die ons zelfs nu bedreigen, zullen zeker over ons komen, tenzij mannen en vrouwen hun denkgewoonten veranderen en als gevolg daarvan hun daden en hun gedrag.

Laten we trouw blijven aan wat ons is toevertrouwd. We kunnen het voorbeeld van indrukwekkende moed en verheven vertrouwen dat ze ons gaf liefhebben, vereren en navolgen. We kunnen proberen te worden als deze edele vrouw en als vele anderen zoals zij die in het verleden zijn verschenen en in de toekomst zullen verschijnen, anderen veel groter dan zij; maar laten we haar nooit op een voetstuk plaatsen, zoals helaas met een van de leraren in de eerste jaren van het christendom is gebeurd.

We kunnen geen grotere hulde brengen aan HPB dan trouw en uit liefde voor haar het werk voort te zetten dat ze op zo grootse wijze is begonnen.

Artikelen over H.P. Blavatsky

G. de Purucker


Uit het tijdschrift Sunrise jan/feb 1986

© 1986 Theosophical University Press Agency