Theosophical University Press Agency

Mythologie in onze tijd

Elsa-Brita Titchenell

In het duistere verleden, toen de mensheid erg jong was en nog niet bewust van zichzelf, kregen zij die ons in deze fase van groei waren voorgegaan, toen ze ons zagen in onze schijnbaar eindeloze worsteling met onwetendheid, medelijden met ons. Zij injecteerden hun eigen mentale vermogens in de schemerige wolken van bewustzijn die voor denkvermogen doorgingen, en begiftigden de proto-mens met het potentiële zelfbewustzijn waardoor we kennis zouden kunnen nemen van onze omgeving. We waren begiftigd met het vermogen om werktuigen te maken en te gebruiken, om eetbare zaken te planten en te oogsten, om te leren en te begrijpen, waarvan dit laatste het grootste geschenk bleek te zijn. Zo waren de mensen toegerust om tevreden en succesvol te leven.

Hoe brachten deze wijzen die ons huidige mensenrijk al hadden doorlopen hun eigen bewustzijn en begripsvermogen over op niet-denkende wezens? Want deze menselijke beschermelingen waren zelfs nog minder geschikt om te denken dan een pasgeboren baby in deze tijd; ze hadden niet die ontelbare levenservaringen gehad die aan onze huidige incarnaties zijn voorafgegaan. Hun verstand was rein en nog niet bezoedeld door materiële kennis, want ze bezaten slechts de meest primitieve vaardigheden en vermogens. Ze waren niet belast met vooroordelen en meningen die hun kijk op de wereld zouden verkleuren. Er was nog geen geheugen gevormd dat de nieuwe ervaringen kon steunen en kon helpen bij het uitbouwen van die herinneringen. Het begin van het werkelijk menselijke – dat wil zeggen, denkende – ras stond zo voor een uniek probleem: een lerend denkvermogen kan alleen kennis en begrip vergaren op basis van eerder verworven ervaringen en herinneringen. De Griekse mythen noemde Mnemosyne (Geheugen) wijselijk de moeder van alle muzen – de kunsten en kennis – want zij waren inderdaad uit haar geboren en samen vertegenwoordigen ze de middelen om alle menselijke wijsheid in een of andere vorm te verkrijgen.

Die eerste mensen hadden niet zo’n zielengeheugen waarop ze konden bouwen. Pas nadat er enige vooruitgang was geboekt konden ze zelfs maar de eenvoudigste ideeën bevatten. Maar zodra er enige ervaring was opgedaan, moet de vooruitgang in een versnelling zijn geraakt. Deze fase van de evolutie maakte de overdracht van ideeën van geest tot geest geleidelijk mogelijk, waardoor men bewust traditionele kennis kon verwerven die kon worden overgedragen en toegepast. De wijzen onder hen konden toen snelle vooruitgang boeken en hun inzicht overbrengen op anderen. Het is algemeen bekend dat de meest doeltreffende manier om nieuwe informatie te begrijpen is om deze aan anderen over te dragen.

Aldus daalden de wijzen af uit hun verheven toestand, en offerden daarmee hun eigen vooruitgang op om kennis met ons te delen die zij in voorbije eeuwen hadden verworven. Ze zijn ‘zonen van het denkvermogen’ genoemd, want het was hun mentaal volwassen intelligentie die ons onvoltooide of potentiële verstand deed ontvlammen tot een zichzelf beschouwend bewustzijn of een zelfbewustzijn: ze zijn onze voorgangers op de jakobsladder van de evolutie. Zodra de jonge mensheid in staat was om intelligentie te ontvangen en er haar voordeel mee te doen, verschenen er leraren die aan hen die daarvoor gereed waren de rudimentaire mentale echo van universele wijsheid konden overbrengen. Dit maakte een verder ontwaken en een begrip van de fundamentele wetten van de natuur mogelijk zodat wij geschikt kunnen worden om de goden in hun werk bij te staan.

De tijd is allang voorbij dat we voor het eerst de gave van het verstand ontvingen, en vele tijdperken van duisternis zijn gekomen en gegaan. Onze mentoren bedachten echter een ingenieuze methode om kennis over onze oorsprong, het huidige doel en toekomstige verwachtingen, over te dragen, die voor het grootste deel bestond uit verhalen en legenden die in vertrouwde termen de grootse perspectieven van universele wijsheden weergeven, mythen die ons het inzicht geven dat nodig is om het pad te vervolgen van onwetendheid en onschuld naar begrip. Overtuigend bewijs van hun belang schuilt in het lange leven van mythen, want als ze niet van permanent belang zouden zijn voor de mensheid, zouden ze het niet langer hebben volgehouden dan moderne bestsellers, die in hun tijdelijke populariteit oplaaien om weer uit het menselijke gezichtsveld te verdwijnen.

Symbolen vertegenwoordigen de meer verborgen mysteriën die ons in staat stellen vooruit te gaan. Aldus wordt het leven afgebeeld als een pad dat de aspirant naar verheven inspiratie kan voeren; de meesters zijn zij die geslaagd zijn in de school van het menselijke bestaan. De onmetelijke tijdsperioden die vereist zijn voor het leren van de lessen die de natuur ons biedt, kunnen worden gesymboliseerd als eonen, titanen, reuzen, of andere groter-dan-menselijke wezens. Het bewustzijn dat het ontluikende god-zelf op een natuurlijke manier laat groeien naar het doel, kan op verschillende manieren worden voorgesteld, zoals een gulden vlies of een gouden bokaal gevuld met de ‘wijn’ van wijsheid. Natuurverschijnselen worden vaak gezien als feeën of soortgelijke denkbeeldige vormen; die mensen die, geleid door de wetten van de natuur, in staat zijn de traagheid van de materiële oppervlakkigheid te overstijgen, zijn de legendarische helden die voorbeelden zijn van het behaalde succes. Door zulke symbolen in aantrekkelijke verhalen te verweven, brengen mythen intuïtieve inzichten tot uitdrukking in verhouding tot ieders vermogen om deze te begrijpen.

Toen de mensheid eenmaal het zelfbewuste vermogen om beslissingen te nemen had verkregen, werden we verantwoordelijk voor onze keuzes. We zijn dit nog steeds, maar moeten nog leren hoe we de juiste manier van handelen moeten kiezen, en tweedracht en het minderwaardige moeten mijden. Maar al te vaak leren we door het leed dat we hebben ontvangen uit handen van het niet-vergevende karma, terwijl juiste keuzes hun eigen evenredige beloning met zich mee brengen.

Al veel te lang hebben we volhard in het negeren van de gezegende wijsheid van de grotere natuur, en verkozen we te vertrouwen op onze nietige kracht om de wereld vorm te geven op een manier die wij wenselijk achten. Niet voordat we persoonlijk een aardbeving, een tornado of een andere natuurramp hebben ervaren, geven we toe dat de natuur altijd de overhand heeft, en na verloop van tijd alle oneffenheden kan en zal aanpassen, zelfs al zien wij vaak geen verband tussen oorzaak en gevolg. Als we de nooit ontbrekende wijsheid zouden herkennen, lichtelijk versluierd in alle oude tradities, zou het menselijke dilemma enorm worden verlicht en de mensheid zou minder in aanmerking komen om de vertraagde gevolgen van zijn eigen onwetendheid te ondergaan. Bovendien kunnen we erop vertrouwen dat de mensheid nooit zonder leiding is geweest, noch in de steek zal worden gelaten door de wijzen die om de mensheid geven. Zelfs nu nog blijven de tijdloze vertellingen ons de richting wijzen tussen de klippen van onze moeilijkheden. De oude kosmische wetten worden weergegeven in de vele mythen die het verloop van ons leven kunnen verklaren en toelichten, ons doel en onze mogelijk glorieuze toekomst aan ons beschrijven, als we maar zouden besluiten er acht op te slaan.

Door de enorme vorderingen van de moderne wetenschap in de afgelopen eeuw, alsmede de veel grotere vrijheid van denken en uiten dan er zo’n twintig eeuwen lang heeft bestaan, kunnen we de taal van de mythen beter doorgronden. Veel van de mythische overleveringen die lang werden beschouwd als alleen maar vermakelijke fictie, zijn eigenlijk wetenschap van een hoog niveau die we alleen kunnen begrijpen als we kennis van een gelijkwaardig niveau hebben verworven (vgl. De maskers van Odin, passim). Veel ervan is ook inspirerende wijsheid, die ver uitstijgt boven het dogmatische en dwaze bijgeloof dat wereldwijd vaak voor religie doorgaat. Om de oude leringen van de mensheid te begrijpen zijn een open geest en een meedogend hart nodig.

Over dit alles vertellen de mythen. Een van die verhalen vertelt hoe de onschuldigen uit Eden werden verdreven. Prometheus in Griekenland, Loki in het noorden, Quetzalcoatl van Mexico, en andere helden vertellen in wezen hetzelfde verhaal over de in onschuld geboren mensheid, haar groei via intelligentie naar arrogantie, geleidelijk volgroeiend tot intuïtieve wijsheid, die het ons mogelijk maakt te zijner tijd de status te verwerven van junior-goden met verdere toekomstmogelijkheden van ongekende grootsheid.


Uit het tijdschrift Sunrise sep/okt 1999

© 1999 Theosophical University Press Agency