Theosophical University Press Agency

Indrukwekkende dromen over vrijheid

Fred A. Pruyn

Geleid door . . . de wetenschap dat er wetten zijn; dat . . . dat wat in ons is volgens een patroon naar buiten stroomt; dat het leven zijn neerslag vindt in menselijke aangelegenheden evenals in de vormen van kristallen; dat de opeenvolging van keizerrijken en beschavingen evenmin toevallig verloopt als het openvouwen van de blaadjes van een bloem. In beide gevallen is het het eeuwige ritme, de Poëzie van het Oneindige, dat zich openbaart; het is onze taak zo aandachtig te luisteren dat we horen, en te beseffen dat wat we horen een stuk poëzie is, een geweldige muziek, geen chaotische kakofonie: volg het ritme – zie dat er een patroon bestaat – zelfs als het lange tijd vraagt om te ontdekken welk patroon dat is. Kenneth Morris

Er zijn twee Vrijheidsbeelden die elk jaar door miljoenen mensen worden bezocht. We kennen allemaal het Vrijheidsbeeld in de haven van New York dat is ontworpen door Frederic Auguste Bartholdi, een geschenk van het Franse volk aan de burgers van de Verenigde Staten. Vanaf 1886 staat deze vrouwelijke figuur daar eenzaam op haar kleine eiland, en verwelkomt schepen die de nieuwe wereld komen bezoeken. Ze heeft iets weg van Prometheus, zoals ze de toorts hoog boven haar hoofd houdt om te laten zien dat ze het licht wil delen, een baken van hoop en verwachting. Door dit licht weten we dat zij niet slechts zelfzuchtige, geïsoleerde vrijheid wil uitdragen, maar vrijheid in de vorm van emancipatie van het zelf door de verwerving van kennis en wijsheid.

Vrijheidsbeeld New York Hermannsdenkmal

Vrijheidsbeeld in de haven van New York en Hermannsdenkmal in het Teutoburgerwoud

Maar er bestaat nog een ‘Vrijheidsbeeld’ aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, ten zuidwesten van Detmold in het Teutoburgerwoud. Een heroïsche Duitse strijder uit de Romeinse tijd heft zijn zwaard naar de hemel, hoog en trots op de top van een van de meest westelijke heuvels van Duitsland, en kijkt uit naar het westen. Dit Hermannsdenkmal (Hermann-gedenkteken) van Ernst von Bandel was een cadeau van het Duitse volk aan keizer Wilhelm I om de Duitse overwinning van de legerhoofdman Arminius, of Hermann, op de Romeinen in 9 n.Chr. te gedenken waardoor de meeste Duitse stammen aan de Romeinse overheersing ontkwamen. Het werd gewijd op 16 augustus 1875 – hetzelfde jaar waarin de Theosophical Society in New York City werd opgericht – en is elf jaar ouder dan het Vrijheidsbeeld.

In veel opzichten vertoont de strijder van het Hermannsdenkmal overeenkomsten met de machtige godin van New York. Ze zijn op een gelijksoortige manier gebouwd, en hebben een enorme omvang: het Vrijheidsbeeld dat 46 meter hoog is, staat op een voetstuk, 47 meter boven de grond, terwijl het beeld van Hermann 27 meter lang is en op een fundament van 31 meter hoogte staat. Ofschoon elk een zekere politieke en nationale betekenis heeft, kunnen we dieper schouwend iets meer zien, twee aan elkaar gerelateerde en toch verschillende boodschappen: terwijl het Vrijheidsbeeld oproept tot wijsheid en broederschap, staat het Duitse standbeeld symbool voor de overwinning en eenheid, straalt het wilskracht en moed uit – dit doet denken aan de held in Reginald Machells schilderij Het Pad.

In dit tijdperk van wereldwijd reizen, satellieten en internet, staan deze standbeelden veel dichter bij elkaar dan in de tijd waarin ze werden gemaakt. We kunnen ons zelfs voorstellen dat ze een eenheid vormen in de geest en elkaar begroeten over de wijde Atlantische Oceaan heen. Samen onthullen ze het beste van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen, herinneren ons aan het feit dat we beide moeten beheersen. Heldhaftigheid, wilskracht, gezond oordeel, liefde en wijsheid: al deze kwaliteiten zijn nodig om onszelf te overwinnen.

Deze standbeelden laten ook zien dat er een onzichtbare band tussen continenten bestaat, zelfs als deze zijn gescheiden door enorme afstanden. Op dezelfde manier bestaat er een lege vlakte tussen wijsheid en brute kracht die moet worden overgestoken. Deze leegte is er tussen ieder van ons en onze werkelijke innerlijke ouder, ons hogere zelf, degene die ons altijd een stap vooruit is, die onze geboorte regelt en ons verwelkomt als we sterven. Als we in dit leven ons ware zelf steeds meer leren kennen, kunnen we een beroep doen op de kwaliteiten die worden gesymboliseerd door deze twee standbeelden die ons zullen helpen om dit hoge doel te bereiken.


Uit het tijdschrift Sunrise jul/aug 2006

© 2006 Theosophical University Press Agency