HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky / Sylvia Cranston, Carey Williams (research assistent)

bestel boek

Tweede, herziene druk 2008

© 2008  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

9 – Een vreemd bezoek

 

Toen HPB nog in Tibet was, had haar tante Nadja een vreemde ervaring in Odessa. Jaren later schreef Nadja erover vanuit Parijs aan Olcott, die toen in Londen was. Haar brief van 26 juni 1884, vertaald uit het Frans, luidt gedeeltelijk:

. . . toen mijn nicht aan de andere kant van de wereld was . . . wist geen sterveling waar ze was – wat ons erg bedroefde. Al onze naspeuringen waren op niets uitgelopen. We stonden op het punt te geloven dat ze dood was toen ik – ik denk dat het omstreeks het jaar 1870 was of misschien later – een brief ontving van hem die u geloof ik ‘KH’ noemt. Die brief werd mij op de meest onbegrijpelijke en geheimzinnige manier gebracht door een boodschapper met een Aziatisch voorkomen die vervolgens voor mijn ogen verdween. Deze brief, waarin mij werd verzocht nergens bang voor te zijn en die aankondigde dat ze veilig was – heb ik nog in Odessa. Onmiddellijk na mijn terugkeer zal ik die u toesturen en het zal mij veel plezier doen als deze voor u van enig nut kan zijn.

Vergeef me alsjeblieft, maar het is voor mij moeilijk, zo niet onmogelijk te begrijpen hoe er mensen kunnen bestaan die zo dom zijn te geloven dat óf mijn nicht óf u de mensen hebben verzonnen die u de mahatma’s noemt! Ik weet niet of u ze erg lang persoonlijk kent, maar mijn nicht sprak jaren geleden uitvoerig met mij over hen. Ze schreef me dat ze enkele van hen weer had ontmoet en haar relatie met hen had hernieuwd, zelfs voordat ze haar Isis had geschreven. Waarom zou ze deze personen hebben verzonnen? Met welk doel, en wat voor nut zouden ze voor haar hebben gehad als ze niet bestonden? . . .

Als ik, die altijd een vurig christen ben geweest en dat altijd hoop te blijven, in het bestaan van deze mensen geloof – al weiger ik misschien in alle wonderen te geloven die men aan hen toeschrijft – waarom zouden anderen dan niet in hen geloven? Het bestaan van tenminste één van hen kan ik bevestigen. Wie zou deze brief dan aan mij hebben kunnen schrijven om me gerust te stellen op het moment dat ik die troost het meeste nodig had, als het niet een van die genoemde adepten was? Het is waar dat het handschrift mij onbekend is; maar de manier waarop deze bij mij werd bezorgd was zo uitzonderlijk dat alleen een adept in de occulte wetenschappen dit had kunnen doen. De brief beloofde me de terugkeer van mijn nicht – en de belofte werd stipt nagekomen. Maar ik zal deze naar u toezenden en over veertien dagen zult u hem in Londen ontvangen.75

Tien dagen later werden de brief en de bijbehorende geadresseerde envelop naar Olcott gezonden. Beide waren in het Frans geschreven op met de hand vervaardigd rijstpapier zoals in Kasjmier en de Punjab wordt gebruikt. Ze luiden:

Aan de Edele
Zeer Edele Vrouwe
Nadjezjda Andrejevna
Fadjejev
Odessa

De edele familieleden van Mw. H. Blavatsky hebben geen enkele reden om bedroefd te zijn. Hun dochter en nicht heeft deze wereld helemaal niet verlaten. Ze leeft en wenst aan degenen die ze liefheeft te zeggen dat ze het goed maakt en zich heel gelukkig voelt in de verre en onbekende plaats van afzondering die ze voor zichzelf heeft uitgekozen. Ze is erg ziek geweest, maar is dat niet meer; want dankzij de bescherming van de Heer Sangyas* heeft ze toegewijde vrienden gevonden die fysiek en spiritueel voor haar zorgen. Laten de dames van haar familie daarom kalm blijven. Vóór er 18 nieuwe manen zijn opgekomen, zal ze naar haar familie zijn teruggekeerd.76

*‘Heer Sangyas’ is de Tibetaanse titel van Boeddha.

Op de envelop staan, in Nadja’s handschrift in het Russisch, met potlood de woorden ‘ontvangen in Odessa, 7 november [Russische kalender], over Ljolinka, waarschijnlijk uit Tibet, 11 november 1870, Nadjezjda F.’77

De mededeling werd gepubliceerd in een rapport van 1885 van de Algemene Raad van de Theosophical Society en bevatte dit commentaar:

Zowel de brief als de envelop zijn geschreven in het nu bekende handschrift van mahatma KH, zodat degenen die beweren dat Mw. Blavatsky de mahatma en ook het handschrift later heeft verzonnen, het feit moeten weerleggen dat beide bekend waren aan de familie van Mw. Blavatsky . . . vijf jaar voordat de Theosophical Society in Amerika werd gesticht.

Velen, zowel in Europa als in India, hebben deze brief zorgvuldig vergeleken met andere die men via verschijnselen ontving door het speciale kastje in Adyar en op verschillende andere plaatsen, en ook met de omvangrijke [KH] brieven die in het bezit zijn van Sinnett, en hun oordeel is dat het handschrift absoluut identiek is.78

Zelfs Frederic Myers van de Psychical Research Society was het ermee eens toen hij verslag uitbracht over de brief aan de tante van HPB. ‘Ik heb deze brief gezien’, verklaart hij, ‘die ongetwijfeld in het handschrift van KH schijnt te zijn geschreven.’79

In een brief van 29 oktober 1877 aan haar familieleden (eens in het bezit van de graaf van Crawford en nu in Adyar) schreef HPB deze dat haar meester een diepe eerbied had voor de geest van de leringen van Christus. Ze zei verder dat ze eens zeven weken in een bos niet ver van het Karakoramgebergte had doorgebracht, waar ze van de wereld was afgezonderd en waar haar leraar haar dagelijks bezocht, maar of dit in astrale of andere vorm was, heeft ze niet verteld. Terwijl ze daar was, werd haar in een grottempel een reeks standbeelden getoond die de grote wereldleraren voorstellen.80* In een van de onderaardse tempels staat ‘een enorm bronzen standbeeld van Jezus die Maria Magdalena vergiffenis schenkt. Vlakbij staat een standbeeld van Gautama die uit zijn beker een bedelaar water geeft, en van Ananda zijn leerling en broeder. Er is er ook een van Boeddha die bij een put uit een kop drinkt die hem werd aangereikt door een paria-prostituée. Dit weet ik’ (H.P.B. Speaks, 1:223-24).

*Volgens The Path is het bos bij het Karakoramgebergte, hoewel dit in de brief niet wordt genoemd. De informatie is misschien gebaseerd op wat HPB Judge heeft verteld. Zie ook H.P.B. Speaks, 1:193.

 

 


HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 104-6

© 2008  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag