Theosophical University Press Agency

De stier als symbool van de lente

Gerald J. Schueler

De oude Egyptenaren kenden het seizoen van de lente niet. Ze verdeelden het jaar in drieën: juli tot oktober was het seizoen van de overstroming, als de Nijl buiten zijn oevers trad; november tot februari was de winter; en maart tot juni de zomer. Hun winter ging zonder lente ineens in de zomer over. Maar bij de lentenachtevening, die tijd van het jaar waarin de lengte van de dag haar achterstand op de lengte van de nacht inhaalt, vierden de oude Egyptenaren, evenals alle volkeren ten noorden van de evenaar, het heengaan van de winter en de komst van de zomer.

Een van de voornaamste symbolen van de herlevende krachten van de lente was de stier, wiens krachtige en forse gestalte hem tot een passend symbool voor deze tijd van het jaar maakte. Het feit dat de zon zich ongeveer 5000 jaar geleden bij de lentenachtevening in het sterrenbeeld Taurus – de Stier – bevond, kan tot het gebruik van dit symbool hebben bijgedragen. In ieder geval vierden de Egyptenaren in dit seizoen een heilige plechtigheid en de voornaamste deelnemer daaraan was Hapi, die de Grieken in Apis wijzigden.

Asar-Hapi of Serapis

Asar-Hapi (Serapis)

Van de Apis-stier werd gezegd dat hij werd verwekt door een lichtstraal van de maan die op een koe viel. Daarom geloofde men dat de stier van goddelijke afkomst was en meende men zelfs dat hij de stoffelijke manifestatie was van de ziel of ba van de god Osiris. De nauwe band tussen de Apis-stier en Osiris is welbekend. De Egyptische naam voor Osiris was Asar die, gecombineerd met Hapi, Asar-Hapi werd, wat de Grieken veranderden in Sar-apis of Serapis.

De tweevoudige god Serapis werd vaak voorgesteld met het lichaam van Osiris, de kop van een stier, en met de maan of hoorns die zijn maankarakter benadrukken. Hij werd het leven van Osiris genoemd en de Heer van de Hemel, maar zijn voornaamste titel kan de Stier van Amentet betekenen.

Amentet wil zeggen ‘de berg in het westen’, wat duidt op de eerste stadia van de toestand na de dood. De Egyptenaren geloofden dat mensen, evenals de zon, in het oosten werden geboren en bij de dood naar het westen gaan. Osiris regeerde in Amentet als god van de doden, maar hij regeerde ook over Abydos in het oosten als de god van de wedergeboorte. Oorspronkelijk stelde hij de plantenwereld voor die iedere lente wordt herboren. Hij werd door zijn broer Set gedood en ten slotte weer tot leven gewekt met de hulp van zijn zuster Isis.

Waarom verbonden de Egyptenaren de god van de wedergeboorte met een stier? Voor hen was de stier een levende uitdrukking van aardse emoties en verlangens. Het beeldschrift van de stier bevat ook het teken voor ka, een van de verschillende etherische lichamen van de innerlijke samenstelling van de mens. De ka is in het bijzonder het voertuig van de emoties en correspondeert daarom met het kamarupa (‘begeerte-lichaam’) van de hindoefilosofie.

Als we de hiëroglyfen in dit licht bekijken, kunnen we een diepere bedoeling van de tweevoudige god Serapis ontdekken: de hogere of spirituele mens die in een lager (grover) omhulsel incarneert. De belichaming van de god Osiris in een stier kan op zinnebeeldige wijze tot uitdrukking brengen dat in ieder menselijk wezen de eeuwige geest van de mens incarneert, wat wil zeggen dat de individualiteit bij elke wedergeboorte een nieuwe persoonlijkheid aanneemt. De Apis-stier is het symbool van de emoties van de persoonlijkheid die de lichamelijke dood overleven. Hij heeft een maankarakter wanneer hij is verbonden met Osiris, wat duidt op de zich herhalende cyclussen, waarvan begeerte de stuwkracht is. Het boeddhisme duidt deze gedachte aan met tanha, het karmische verlangen of de dorst naar leven – de voornaamste oorzaak van samsara, de kringloop van geboorte en dood. De Egyptische ka overleeft niet alleen het stoffelijk lichaam (khat) maar streeft, wanneer het door de geest (khu) wordt gestimuleerd, naar wederbelichaming.

Er moet nog een ander aspect van Serapis worden genoemd, en misschien was dat wel het belangrijkste van alles voor de Egyptenaren die aan zijn lenteplechtigheden deelnamen. De aanwezigheid van Osiris, een god, houdt in dat de ka in Amentet tot een god behoorde, of op zijn minst tot een spiritueel ontwikkeld individu, die een tep werd genoemd, een leider of meester – iemand van wie wordt gezegd dat hij ‘ge-osirifieerd’ was.

De ceremonie van de Apis-stier was een jaarlijkse dramatisering van de incarnatie van goddelijke wezens die periodiek naar de aarde afdalen met het doel de vlam van waarheid in de wereld brandende te houden. Deze wezens waren de meesters of heren, het Egyptische equivalent van de Indiase avatara’s. Apis, de stier van de lente, bracht de belofte van nieuw leven, en werd daarom met de lentenachtevening in verband gebracht.

Oude beschavingen en hun spirituele tradities: Egypte

Artikelen van Gerald J. Schueler


Uit het tijdschrift Sunrise mrt/apr 1985

© 1985 Theosophical University Press Agency