Theosophical University Press Agency

Helena Petrovna Blavatsky

[Een redactioneel artikel in de New-York Daily Tribune (opgericht door Horace Greeley) van zondag 10 mei 1891, twee dagen na de dood van H.P. Blavatsky. Red.]


Weinig vrouwen in onze tijd zijn hardnekkiger in een verkeerd daglicht gesteld, belasterd en veracht dan Mw. Blavatsky. Maar hoewel boosaardigheid en onwetendheid met haar deden wat ze niet laten konden, zijn er overvloedige aanwijzingen dat haar levenswerk zich van alle blaam zal zuiveren, dat het zal blijven bestaan en dat het ten goede zal werken. Zij was de stichter van de Theosophical Society, een organisatie die nu stevig is gegrondvest, die in vele landen, in Oost en West, afdelingen heeft en zich wijdt aan studie en training, waarvan het onschuldige en verheffende karakter hoe langer hoe meer wordt erkend.

Het leven van Mw. Blavatsky was opmerkelijk, maar dit is niet de plaats of de tijd om over de wederwaardigheden ervan te spreken. Het moet voldoende zijn te zeggen dat ze zich bijna twintig jaar lang had gewijd aan de verspreiding van leringen waarvan de basisbeginselen een verheven ethisch karakter dragen. Ongeacht hoe utopisch het aan sommigen mag toeschijnen, om in de negentiende eeuw een poging te doen de barrières van vooroordeel op grond van ras, nationaliteit, kaste en klassen af te breken, en die geest van broederlijke liefde in te prenten die de grootste van alle spirituele leraren in de eerste eeuw voorschreef, het edele van het doel kan alleen in twijfel worden getrokken door degenen die het christendom verwerpen. Mw. Blavatsky geloofde dat de vernieuwing van de mensheid moet zijn gebaseerd op de ontwikkeling van altruïsme. Hierin stond ze op één lijn met de grootste denkers, niet alleen van de tegenwoordige tijd, maar van alle tijden; en ook, zoals steeds duidelijker blijkt, met de krachtigste spirituele stromingen van de eeuw. Alleen al dit geeft haar leringen recht op de eerlijke en ernstige overweging door allen die invloeden die bijdragen tot rechtvaardigheid respecteren.

Ook in ander opzicht, hoewel nauw verbonden met het ideaal van universele broederschap, deed ze belangrijk werk. Men kan wel zeggen dat niemand in de huidige generatie meer heeft gedaan voor het opnieuw ontsluiten van de lang verzegelde schatten van oosterse kennis, wijsheid en filosofie. Beslist niemand heeft zoveel gedaan om die diepzinnige wijsheid-religie, uitgewerkt door het altijd bespiegelende Oosten, toe te lichten en die oude literaire werken aan het licht te brengen waarvan de strekking en diepte in de westerse wereld zoveel verbazing hebben gewekt. Deze was immers opgegroeid met het bekrompen geloof dat op het terrein van het speculatieve denken het Oosten slechts grove en kinderlijke ideeën had voortgebracht.

Zijzelf had een omvangrijke kennis van de oosterse filosofie en esoterie. Geen eerlijk denker kan hieraan twijfelen na het lezen van haar beide voornaamste boeken. Haar schreden leidden inderdaad vaak daarheen, waar slechts enkele ingewijden haar konden volgen, maar de geest en de strekking van al haar geschriften waren gezond, verfrissend en stimulerend. Waar zij voortdurend en met nadruk op wees, en waaraan de wereld het meest behoefte heeft en altijd heeft gehad, was de noodzaak zichzelf weg te cijferen en te werken voor anderen. Ongetwijfeld valt zo’n leer niet in de smaak bij hen die het eigen ik verheerlijken en misschien is de kans op algemene aanvaarding, laat staan op algemene toepassing, zeer gering. Maar de man of vrouw die vrijwillig alle persoonlijke oogmerken en ambities opgeeft om die gedachten ingang te doen vinden, heeft zeker recht op respect, zelfs van hen die zich het minst in staat achten in te gaan op de oproep tot een hoger leven.

Haar kennis van oosterse filosofie en esoterie was veelomvattend. Geen oprechte geest kan hieraan twijfelen na het lezen van haar belangrijkste twee boeken. Vaak leidden haar stappen inderdaad naar plaatsen waar slechts enkele ingewijden haar konden volgen, maar de toon en tendens van al haar geschriften waren heilzaam, verkwikkend en stimulerend. De les die ze voortdurend inprentte, was zonder twijfel wat de wereld het meest nodig heeft en altijd nodig heeft gehad, namelijk de noodzaak het zelf te beteugelen en voor anderen te werken. Zo’n leer is ongetwijfeld onaangenaam voor ego-aanbidders en heeft misschien weinig kans op zoiets als algemene aanvaarding, om maar te zwijgen over algemene toepassing. Maar de man of vrouw die weloverwogen afziet van alle persoonlijke doeleinden en ambities om zulke ideeën te bevorderen, heeft zeker recht op respect, zelfs van degenen die zich het minst in staat voelen gehoor te geven aan de oproep tot een hoger leven.

Het werk van Mw. Blavatsky heeft al vrucht gedragen en is kennelijk bestemd om in de toekomst nog opmerkelijker en weldadiger gevolgen voort te brengen. Wie deze tijd nauwkeurig waarneemt, heeft allang gezien dat de toon van het huidige denken in veel richtingen hierdoor werd beïnvloed. Een ruimdenkender mensheid, liberalere overwegingen en een neiging om oude filosofieën te onderzoeken vanuit een hoger gezichtspunt, houden rechtstreeks verband met de leringen waarnaar is verwezen. Zo heeft Mw. Blavatsky haar stempel op de tijd gedrukt. En haar werken zullen haar daarin volgen. Zijzelf heeft de reis volbracht en nu rust ze na een inspannend leven. Maar om het grootse werk dat zij is begonnen voort te zetten, is haar persoonlijke inbreng niet noodzakelijk. Dat zal doorgaan met de impuls die het heeft gekregen en eens, al is het niet onmiddellijk, zal men de verhevenheid en zuiverheid van haar doelstellingen en de wijsheid en strekking van haar leringen vollediger erkennen; en men zal haar nagedachtenis de eer geven waarop deze met recht aanspraak kan maken.

Artikelen over H.P. Blavatsky


Als een waar genie in de wereld verschijnt, kunt u hem hieraan herkennen, dat domme mensen allemaal tegen hem samenspannen.
Jonathan Swift


Uit het tijdschrift Sunrise jan/feb 1986

© 1986 Theosophical University Press Agency