Theosophical University Press Agency

Het feest van Pasen

James A. Long

We naderen de tijd van de kruisiging en wederopstanding van de meester Jezus, de tijd van de lentenachtevening, waarin een tijdelijk evenwicht wordt bereikt tussen winter en zomer, tussen dag en nacht. Het is een heilige periode, niet alleen voor de christenen en de Hebreeuwse volkeren die hun paasfeest vieren, maar voor allen, van welk geloof ook, die iets meer hebben opgevangen van het ervaringspatroon van de ziel.

De meester Jezus was inderdaad een god-mens; maar hij was niet de enige die vervuld was van het licht van het goddelijke. Er zijn andere god-mensen geweest; en al deze incarnaties van een goddelijke kracht vonden plaats van eeuw tot eeuw en voor hetzelfde doel: de fundamentele spirituele waarden opnieuw naar voren te brengen; de mensen uit die verschillende tijdperken te helpen hun opvattingen te herzien en hun bewustzijn uit te breiden. Maar hoe werden deze christussen, god-mensen of avatara’s ontvangen? In ieder land bestonden er geldwisselaars, schriftgeleerden en farizeeën die hun geboorterecht verloochenden en hun eigen integriteit verraadden. Maar ook waren er altijd anderen die zich bewust waren van de diepe innerlijke strekking van de boodschap van de meester en probeerden op hun wijze de geest van waarheid te bewaren.

In dit jaargetijde overheerst het symbool van de kruisiging. De goden zij dank dat de mensheid heeft geleden, want onze ‘afdaling in de hel’ heeft ons met grote kansen gezegend. Ieder mens moet, naar de mate van zijn verdienste, worden getoetst, beproefd, en gestimuleerd door zijn hogere zelf, door enkele duistere gebieden van ervaring gaan – wat altijd eindigt in een wederopstanding, want zelfs het laagste beginsel in de constitutie van de mens is geworteld in de goddelijke intelligentie. We moeten ook bedenken dat de goddelijke vonk in ons, zelf een centrum of brandpunt is voor de krachten uit de goddelijke energiebron van het heelal, zowel de geopenbaarde als de bovenzinnelijke.

Deze krachten worden in het Oosten omschreven als de drie-eenheid van Brahma, Vishnu en Shiva: Brahma, de ontvouwer of voortbrenger; Vishnu, de beschermer of onderhouder; en Shiva, de vernietiger of vernieuwer. Van alle drie wordt gezegd dat ze door en in de mensheid stromen, zoals men ook aanneemt dat de christelijke drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest haar stralende, spirituele invloed uitoefent. Deze drievoudige invloed werkt universeel, welke naam er door bepaalde delen van de mensheid ook aan wordt gegeven. Brahma, of de Vader en ontvouwer – dat wat ons doet voortgaan, dat het kanaal verschaft waarlangs het goddelijke in ons, ons blijft aansporen steeds weer nieuwe facetten van zichzelf te ontvouwen en voort te brengen; Vishnu, of de Heilige Geest of onderhouder – die kracht die ernaar streeft de toestand van evolutie die de mensheid en de andere natuurrijken hebben bereikt, te bewaren en het evenwicht te handhaven tijdens de gevaren die de groei met zich brengt; en Shiva, de Zoon, de vernietiger en vernieuwer – die kracht die het negatieve vernietigt en kruisigt, maar die tegelijk vernieuwt en doet herrijzen.

We bevinden ons in deze tijd midden in een periode waarin de gedachtewereld in hevige beroering is en dat brengt in de houding en reacties van elk volk, waar het zich ook bevindt, angst en verwarring teweeg. De mensen zijn bang; ze hebben hun geloof in de oude letterlijke verklaringen verloren, maar weten toch niet in welke richting ze moeten denken. Het hangt geheel af van het karma van de mensheid hoe de huidige crisis onder de volkeren van de wereld zal worden opgeheven; maar door de mist en verwarring heen klinken ook duidelijk stemmen die van innerlijke wijsheid getuigen. We gaan door een cyclus waarin deze drie eigenschappen zich krachtig openbaren; er is een ongekende drang om te groeien, zich te ontplooien, nieuwe en betere producten van het menselijk genie voort te brengen; er is een in stand houdende kracht, waardoor sterke zielen op strategische plaatsen met alle wijsheid waarover ze beschikken, proberen de wereld in evenwicht te houden; maar ook op de Shiva eigenschappen ligt het accent, wat wil zeggen dat de vernietigende aspecten proberen te overheersen, terwijl niettemin de sterke opbouwende invloeden hun werk doen.

Er wordt veel te veel aandacht geschonken aan het vernietigende aspect van Shiva en te weinig aan de vernieuwende, zuiverende functie van de universele natuur. Shiva is oorspronkelijk, net als de Zoon in de christelijke drie-eenheid, van aard en in beginsel de vernieuwer, en het kruisigen en vernietigen van wat verstard is, is slechts een bijproduct. De primaire functie is niet vernietigen, maar het opruimen van het afval van oude vormen als een noodzakelijk voorspel tot de herrijzenis van de geestelijke vitaliteit. Zoals gras altijd groener is op plaatsen waar brand heeft gewoed, zo verbranden de positieve elementen van groei het onkruid waardoor de essentiële eigenschappen tot bloei kunnen komen.

Er is geen reden voor opwinding of wanhoop. Als we de huidige gebeurtenissen, zoals ze zich binnen het kader van deze fundamentele beginselen van vooruitgang ontwikkelen, in groter verband zien, begrijpen we hoe het karma van volkeren zich voltrekt via bepaalde sleutelfiguren, waardoor een verandering in het denken van de wereld teweeg wordt gebracht. Sommige rassen en volkeren zullen problemen met elkaar hebben, totdat ze de positieve invloeden begrijpen en ervaren die in deze maalstroom van lijden en conflicten werkzaam zijn. Maar het verdwijnen van de destructieve elementen biedt de gelegenheid tot grotere vernieuwing. Het hangt af van de verenigde kracht in het hart van de mensheid, hoe veilig deze combinatie van evolutionaire invloeden het ras door de huidige, gevaarlijke stroomversnellingen zal heenvoeren. Het is een uitdaging en het is aan ieder van ons daarop te reageren en ertoe bij te dragen dat de positieve facetten van deze Shiva invloed zich zullen manifesteren.

Als we zien hoeveel er is gebeurd in de jaren na de tweede wereldoorlog, beseffen we dat het getij van het menselijk lot een krachtige impuls tot groei en vooruitgang met zich voert. De besprekingen in de Verenigde Naties, de talrijke en tegenstrijdige verslagen in de pers en de radio, wijzen er duidelijk op dat individuen en volkeren de zich ontvouwende wereldgebeurtenissen beter proberen te begrijpen. In groter verband gezien, blijkt dat er onder het kolkende oppervlak van verwarring een alchemie van de geest plaatsvindt; en door die vuurproef van ervaringen zal de mensheid leren hoe ze haar lot moet tegemoettreden en op de juiste wijze moet ondergaan.

Wanneer deze ruimere horizonnen eenmaal zichtbaar worden, zullen eensgezinde, vrije zielen die, hoe onbewust ook, werken aan de bevordering van een positieve spirituele broederschap, op beslissende wijze de leiding nemen en zullen de elementen van vernietiging dekking zoeken. Dat gebeurt niet ineens, maar de zwaluw, die de voorbode is van de terugkerende lente, is al verschenen.

Niets kan de stroom van het karma van de mensheid stuiten – dat karma dat de mensheid keer op keer dwingt een kruisiging te ondergaan en telkens weer in haar hel af te dalen, maar dat toch altijd de mogelijkheid inhoudt van het komen tot een dieper begrip. Maar laten we geen moment denken dat de kruisiging en wederopstanding van de ziel voor iedereen eenzelfde patroon volgt. Spirituele groei is een individuele zaak, eigen aan ieder deel van de mensheid. Als we daarom in dit jaargetijde eer betonen aan de heilige cyclus van de grootse Passietijd, doen we dat als een universele ervaring, maar die toch uniek is voor ieder individu, wat zijn ras, kleur, filosofie of geloof ook is.

Laten we daarom de uitdaging van het Paasgebeuren niet met een bedroefd, lang gezicht verwelkomen, maar met die innerlijke vreugde die voortkomt uit een absoluut vertrouwen in de wijsheid van die meedogende Behoeders van het ras, die de gidsen en beschermers van de mensheid zijn. Als we erin slagen het licht van de krachtige inspiratie van die Behoeders enigszins in ons hart te laten stromen en in ons leven te laten schijnen, dan zal ons vertrouwen zijn beloning vinden in het hart van onze medemensen. Dan zullen we deze heilige periode van christussen en avatara’s op de beste manier vieren en zal er inderdaad sprake zijn van vernieuwing en – wederopstanding.

Heilige jaargetijden

James A. Long


Uit het tijdschrift Sunrise mrt/apr 1988

© 1988 Theosophical University Press Agency