Theosophical University Press Agency

De betekenis van het kruis

Nancy Coker

In de winter zijn er miljoenen mensen over de hele aarde die een boom en ook hun huiskamer versieren om de geboorte van hun heiland te vieren. In de lente wordt de dood van diezelfde heiland aan een houten kruis herdacht. Het kindje Jezus wordt rond Kerst in een kribbe gelegd onder een kerstboom vol fonkelende versieringen. Is het niet interessant dat zijn geboorte en dood op een vergelijkbare manier worden herdacht: een boom voor zijn geboorte, een kruis voor zijn sterven – dat, zoals hij beloofde, niet werkelijk dood betekende maar juist eeuwig leven.

Terwijl zijn geboorte in het aardse leven gevierd wordt met glitter en goud, wordt tegenwoordig zijn geboorte in het geestelijke leven betreurd, en gesymboliseerd door het kruis of de crucifix. In het vroege christendom werden kruisen versierd met bloemen en slingers om de vreugde van het eeuwige leven te benadrukken. Oorspronkelijk was het geen menselijke vorm die werd afgebeeld aan het kruis, maar een schaap dat mogelijk het sterrenbeeld Aries, de Ram, symboliseerde. Het tijdperk van de Ram ging op dat moment over in dat van de Vissen. Pas honderden jaren later werd Jezus, het lam Gods, afgebeeld aan een houten kruis.

Er zijn ontelbare betekenissen en interpretaties verbonden aan het symbool van het kruis: er zijn mensen die zeggen dat het is bedoeld om ons steeds weer aan de verlosser te doen denken; terwijl anderen beweren dat het een verhaal is over de dood en de wedergeboorte van de zon, en weer anderen zeggen dat het de geboorte van de kosmos en het bewustzijn weergeeft. Eén ding is zeker, het kruissymbool kon men in de oudheid overal aantreffen. Men vindt het crux ansata of levenskruis – de ankh – bij de oude culturen van Azië, Europa en Noord-Afrika, en in de beide Amerika’s. Dit kruis werd eeuwenlang afgebeeld als door Egyptische farao’s in de hand gehouden. Beelden in het British Museum die Assyrische koningen voorstellen, dragen sieraden met een kruis erop afgebeeld. Het boeddhistische levenswiel is samengesteld uit twee kruisen op elkaar. De acht punten ervan kunnen ook in het kruis van de christelijke Tempelridders teruggevonden worden. De swastika, een soort ronddraaiend kruis, is zowel in het oude Azië als in de culturen van de Amerikaanse indianen ontdekt. Er zijn met gemak meer dan vijftig versies van het kruis te vinden, omdat het een sleutelsymbool was dat bijna alle volkeren tot verering inspireerde.

H.P. Blavatsky spreekt in het begin van De geheime leer over het ontstaan van de kosmos als een verhaal van het kruis. Eerst beschrijft ze de cirkel van goddelijke eenheid, het gebied van het oneindige zijn, en noemt dit het Zijn-de. Periodiek wordt het actief, wat ze weergeeft als een cirkel met een punt in het midden. Deze minuscule punt vertegenwoordigt het potentieel waaruit het hele dualistische universum zich manifesteert; het is de kern, de navelstreng die uit de bron van het leven voortkomt. De daaropvolgende geboorte van het universum, door het middelpunt, verloopt volgens de beschrijving in etappes, waarbij de horizontale middellijn ofwel Moeder Natuur werkzaam wordt gemaakt door de verticale middellijn, geest. Zo vormt zich een kruis binnen de cirkel van het Zijnde. Het verschijnen van deze twee kan gezien worden als het metafysische equivalent van de gangbare ‘big-bangmythe’, en weerspiegelt de baan van een avatara, een woord dat letterlijk ‘oversteken naar beneden’ betekent. Geest verenigt zich met stof op het centrale punt, en de armen van het kruis symboliseren hun differentiatie en scheiding en vormen aldus een symbool van zowel eenheid als verscheidenheid. In deze opvatting wordt goddelijkheid niet gelijkgesteld met geest, maar met iets dat veel ruimer is dan geest, iets zo veelomvattend dat het geen tegenstelling verdraagt. En dit was wat Pascal in gedachte had toen hij schreef dat goddelijkheid was als een cirkel waarvan het middelpunt overal is en de omtrek nergens. Het kruis met de cirkel symboliseert dus het verhaal van het periodiek geboren worden van het universum. Periodiek omdat het eens weer in het middelpunt zal worden getrokken, om daarna weer te worden uitgeademd om opnieuw te worden geboren.

Op menselijk niveau kan het kruisbeeld de geest die in de stof is afgedaald in de vorm van de mensheid verbeelden, omdat afdaling in een stoffelijke vorm een soort dood van de geest betekent. Vorm beperkt geest (en concentreert ook de activiteit ervan), zoals geest de vorm verlevendigt. Ieder van ons is een ademend voorbeeld van dit mysterie, daar ons lichaam de vorm heeft van een kruis en ons hart het centrale punt is. Zoals een punt in een cirkel, is het hart het midden van elk kruis, de plaats waar de godheid woont. En precies zoals het punt in het kruis de poort is waardoor geest en stof worden geboren, zo fungeert ons hart als een soort deuropening, een ingang naar subtielere gebieden. In zekere zin wordt onze innerlijke godheid gekruisigd als we geboren worden in de aardse regionen, omdat onze stoffelijke aspecten de uitdrukkingskracht van het oneindige beperken – om weer bevrijd te worden als we opnieuw oversteken naar de geestelijke niveaus. In het kerstverhaal wordt ons verteld dat de wijze mannen mirre brachten bij het kindje Jezus. In die dagen werd mirre gebruikt om de doden te balsemen – een zonderling geschenk, tenzij we het als symbool zien dat de geboorte van de menselijke baby de dood betekende voor de innerlijke geest van Jezus, een vorm van dood van de goddelijkheid. Er zijn mensen die dit als de werkelijke kruisiging beschouwen.

Naast kosmologische en menselijke interpretaties, is er een astronomisch verhaal dat vertelt van het grote siderische kruis dat de vier hoofdpunten van de equinoxen (dag- en nachteveningen) en solstitiums (zonnestilstanden) vastlegt – punten die volkomen onzichtbaar zijn behalve voor het geestesoog, maar niettemin door de hele mensheid al duizenden jaren lang worden vereerd. Een equinox is het moment waarop de ecliptica (de weg die de zon beschrijft aan de hemel) en de hemelse evenaar (dat is de projectie in de ruimte van de evenaar van de aarde) elkaar kruisen. Dat gebeurt eenmaal in de lente en eenmaal in de herfst. De zonnestilstanden komen elk jaar voor als de zon zijn zuidelijkste punt (ongeveer op 21 december) respectievelijk zijn noordelijkste punt (ongeveer 21 juni) heeft bereikt.

De oude Egyptenaren waren van mening dat de herfstzon ondersteund moest worden vanwege het afnemende licht. Zij vierden de tiende september als de geboorte van de dragers van de zon. De korter wordende dagen toonden aan dat de zon zwakker werd op zijn neerwaartse reis in de onderwereld. Voor hen was de herfstzon de stervende heiland, en daarom plaatsten ze palen om hem te ondersteunen, de zogeheten stauros (in de vorm van de tau). Dit waren geen kruisen van de dood, maar van erkenning. De mensen waren dankbaar voor het licht en de warmte van de zon en probeerden dit hoog te houden en ondersteunden het. Op de lentenachtevening werd de stauros veranderd in een ondersteuning voor de mensheid, misschien als deel van de levenschenkende ankh.

Van de dagen die voorafgaan aan de winterzonnestilstand, als de zon naar het zuiden lijkt te gaan en steeds lager komt te staan, werd volgens de traditie gezegd dat het de tijd is waarin de krachten van de duisternis – in de geschiedenis van Jezus gesymboliseerd door Herodes en in het verhaal van Krishna door Kamsa – de lichtbrenger trachten te doden. Rond de winterzonnestilstand lijkt de zon ongeveer drie dagen stil te staan voordat hij weer omhooggaat naar het noorden. In de oudheid werd dit gezien als een tijd van grote vreugde: honderden jaren voor Jezus werd in Rome in december een geboorteverhaal gevierd, omdat de Z-O-N werd herboren. Sommigen zeggen dat ieder van ons als een zon is en een vergelijkbare reis moet maken.

Het kruis is ook een prachtig optisch symbool van het dualistische bestaan – we hebben grote moeite met de tweeheid, met tegenstellingen, wellicht omdat wij ze in ons egocentrisme gewoonlijk eerder ervaren als onverenigbaar dan als elkaar aanvullend. De taak van Jezus bestond gedeeltelijk uit het oplossen van het probleem van de tweeheid. Er zijn veel schilderijen die de gekruisigde Jezus laten zien als bemiddelaar tussen twee dieven – de ene berouwvol, de andere niet – tussen de zon en de maan, tussen hemel en aarde. De bijbel schijnt te bevestigen dat het zijn rol was een brug te zijn, een bemiddelaar tussen God en de mensheid.

Het kruis verhult een mysterie: de kern ervan schijnt te wijzen op het overgaan van een gebied naar een ander gebied, van sterfelijkheid naar onsterfelijkheid, van aardse sferen naar geestelijke werelden en weer terug. Als we bedenken dat we tijdens ons leven vele drempels overgaan als we volwassen worden, dan houdt het patroon van overgangen een gebeuren in van progressieve bewustwording en veranderingen in bewustzijnstoestand.

Het kruis wordt in onze tijd in verband gebracht met lijden en dood, maar zoals met de kerstboom en de stauros, gaat het ook om volharding en herboren worden en zegt het iets over hoe we ons leven van moment tot moment zouden moeten leven. Het vraagt ons onafgebroken behulpzaam te zijn bij de geboorte van het nieuwe, wat natuurlijk betekent het oude weg te kruisen – en we weten dat het tijd is om dat te doen wanneer we lijden. Het lijden vertelt ons dat onze gekruisigde geest opgericht moet worden. Niet slechts eenmaal en niet slechts door een enkel mens, maar door ons allemaal en altijd weer.

Het kruis is een universeel symbool. De kerstboom en het kruis doen ook denken aan de twee bomen in het paradijs. De ene die van kennis – van goed en kwaad, de tweeheid – en de andere van het eeuwige leven. De eenheid, voorgesteld door de boom van het leven, staat er nog steeds om door ons ontdekt te worden. De boom die we voor Kerstmis versieren en het kruis dat we dragen, zijn nog steeds geworteld in de dualiteit. Maar ze wijzen ons de weg naar het eeuwige leven door offer en kruisiging van de tweeheid naar eenheid. De kerstboom en het kruis kunnen bij ons ook gedachten aan de wereldboom oproepen waarvan het centrum, precies zoals de aardas, zich opwaarts uitstrekt tot de Poolster. Die, net als het kruis, een naar de hemel gerichte ladder of pilaar kan zijn die ons de weg naar huis wijst.

Symboliek

Religie: christendom


Uit het tijdschrift Sunrise mei/jun 1996

© 1996 Theosophical University Press Agency