Theosophical University Press Agency

Gedachten over chaos

Hugh H. Harrison

‘Chaos is slechts onopgemerkte orde.’ Ik herinner me nog goed ‘toen die gedachte voor het eerst bij me opkwam. Het was in 1959. Een goede vriend had me uitgenodigd met hem mee te gaan voor een bezoek aan dr. Albert Schweitzer in zijn ziekenhuis in Lambarene, gelegen in een tropisch woud aan de Ogowe-rivier in wat toen Frans Equatoriaal Afrika was.

Het grootste deel van de drie dagen die ik daar heb doorbracht, gebruikte ik om de activiteit gade te slaan die op het brede zandstrand voor het ziekenhuis plaatsvond. Er was geen toegangsweg naar Lambarene, en evenmin was er een landingsplatform voor helikopters – het komen en gaan gebeurde via die grote rivier, in boten gemaakt van ruw uitgeholde houtblokken die meestal met de hand met behulp van peddels werden voortgedreven. Ik kan me niet herinneren dat er motorboten waren, hoewel me was gezegd dat er nu en dan levensmiddelen per stoomboot werden aangeleverd.

Mijn eerste indruk van de zwermen door elkaar heen lopende Afrikanen op dat strand was er een van volslagen chaos. Ik kon geen patroon of doel bespeuren in de mengeling van onbekende taferelen en klanken die me bestormden. Niemand scheen te spreken; allen schreeuwden vreemde Afrikaanse klanken waarmee ik volkomen onbekend was. Niemand scheen zich doelgericht te bewegen; iedereen maakte plotselinge voorwaartse bewegingen, sprong, hupte, botste, omhelsde, rende en maakte bokkensprongen – alles totaal ongeremd.

Tegen het einde van de eerste dag begon ik echter enkele Afrikaanse verplegers uit het ziekenhuis te herkennen, die patiënten en hun krioelende gezinnen (bijna niemand kwam alleen naar het ziekenhuis) naar en van het strand en het ziekenhuis begeleidden.

De volgende dag herkende ik een man van de vorige dag die bananen verkocht en ik besefte dat dit zijn dagelijkse markt was. Een andere man hielp mensen aan land te gaan en hun boten te water te laten. Gezinnen kwamen familieleden tegen, en gaven luid uiting aan hun blijdschap. Sommigen schenen te genieten van de opwinding en gingen eraan meedoen, waardoor ze aan de onrustige bedrijvigheid bijdroegen. Anderen zwierven alleen maar tussen de dringende menigte of zaten er vlakbij naar te kijken, zoals onze landgenoten dat doen in onze grote moderne winkelcentra. Zo kon ik na enige tijd een patroon en doel bespeuren of toeschrijven aan wat ik zag en hoorde; ik was in staat orde in die schijnbare chaos op te merken.

Onlangs sprak ik met mijn vrouw over deze ervaring en ze wees erop dat chaos een woord was dat ook in oude overleveringen werd gebruikt om Dat aan te duiden van waaruit vormen worden gebouwd. Later zag ik dat haar opmerking in Bron van het occultisme van G. de Purucker werd bevestigd, waar hij onder meer zegt:

We hebben dus eerst chaos in de oorspronkelijke betekenis van het grenzeloze; en als een latere ontwikkeling de opvatting van chaos als de machtige schoot van de natuur, die vanuit zichzelf kiemen en zaden voortbrengt om de gemanifesteerde werelden te vormen en tot aanzijn te brengen. . . .

Chaos kan daarom worden gezien als een uitgestrektheid van geest-substantie, waarvan elk punt een bewustzijnscentrum of een monade is . . . in afwachting van het moment van ontwaken, waarmee een nieuwe periode van gemanifesteerd kosmisch leven begint . . . en is daarom identiek met de Ruimte in haar oorspronkelijke toestand van abstracte geest-substantie. blz. 81

De activiteit van het waarnemen is in feite afhankelijk van de zintuiglijke gegevens. Er was aan de oevers van de Ogowe-rivier een overvloed aan zintuiglijke gegevens beschikbaar en ik kon de orde in de schijnbare chaos opmerken. Dat ‘chaos niets anders dan onopgemerkte orde is’, lijkt door dit voorbeeld duidelijk te worden bevestigd.

De oorspronkelijke chaos is er eerder dan vorm en kan daarom geen zintuiglijke gegevens voortbrengen. Zonder zintuiglijke gegevens kan er geen waarneming zijn. Ze kan wel ordelijk zijn, maar omdat ze niet is onderworpen aan waarneming, wordt de orde van die chaos niet opgemerkt.


Uit het tijdschrift Sunrise mei/jun 1997

© 1997 Theosophical University Press Agency