Theosophical University Press Agency

Heilige bergen

Allan J. Stover

Ik herinner mij een heuvel in het westen van Oregon, losstaand, en weggesleten tot een hoogte van niet meer dan 300 meter ; toch heb ik nooit op de top ervan gestaan zonder het gevoel te hebben dat ik mij op heilige grond bevond. Uit de geschiedenis of in de traditie kon ik niets daarover vinden; niet meer dan een oude stenen muur op de top, die door een onbekende was gebouwd en rond de voet ervan een aantal zandstranden waar eens een lang vergeten zee klotste. Bij een andere gelegenheid kampeerde ik langs een weinig bekend meer en een bergweide in de High Cascades, en zolang ik daar was kon ik het gevoel niet kwijtraken omringd te zijn door veel vriendelijke maar vreemde mensen. Op de met dicht struikgewas bedekte hellingen van Point Loma, in Californië, kwam ik tweemaal in een gebied waar een niet te beschrijven zegenrijke rust heerste.

Sommige bergen hebben een bepaalde sfeer waarnaar in vroeger eeuwen met eerbied zou zijn opgezien; een soort innerlijk vuur dat je opeens treft met een vleugje nostalgie, een verlangen naar de geest. Het is als een ongewone geur die een stroom van herinneringen uit de kindertijd met zich meevoert. We zijn afgescheiden van de innerlijke werelden door sluiers die we voor een groot deel zelf hebben geweven, en het is niet te verwonderen dat in streken die niet door mensen zijn bedorven, nu en dan een glimp van innerlijke waarheid en schoonheid wordt opgevangen.

Niet alleen hangt er een nevel van rook en gassen als een lijkkleed boven onze grote steden: er is een veel schadelijker atmosfeer van menselijke uitwasemingen, gedachten, angst, haat en hartstochten die letterlijk het innerlijk van de mens vergiftigen, en waartegen hij zich instinctief verzet.

Het is redelijk om aan te nemen dat veel plaatsen een goede of slechte invloed op de mensen hebben, afhankelijk van de gedachten en handelingen van hen die daar vroeger leefden en waarvan de subtiele invloed nog steeds voortleeft. Maar dat verklaart nog niet alles. De aarde zelf is een levend wezen en er zijn niet alleen lucht- en zeestromingen, maar ook geestelijke stromingen en krachten die hun eigen weg volgen en die op bepaalde brandpunten omstandigheden teweegbrengen die gunstig zijn voor innerlijke groei. Zulke plaatsen waar een natuurlijke vrede en rust heersen, kunnen in vroeger tijden zijn gekozen als de locatie voor gedenkplaatsen en tempels die later met de gedachten en overdenkingen van vele generaties van wijze en heilige mensen zijn doordrongen.

Slechts zo nu en dan vind je een bergtop die een gevoel van eerbied opwekt. De omvang speelt daarbij kennelijk geen grote rol, en evenmin pure schoonheid. Maar waar de stromen krachtig heersen besef je dat, en betuig je eerbied. Het kan zijn dat je in een helder moment het gevoel krijgt om de hoek een of andere indrukwekkende verschijning te zullen ontmoeten, of dat je misschien door een kwaad geweten het onaangename gevoel hebt dat iemand je in het oog houdt. Dit ontlokte de Ierse dichter ‘A.E.’ de volgende ontboezeming:

Aardse ademtocht, wat fluister je? Terwijl ik luister, luister, weet ik dat het geen gefluister is maar een melodie uit de diepste diepten, een stem die zijn metgezellen in de ruimten van de ether begroet, maar waarvan de ontelbare tonen met hun eindeloze modulaties een duidelijke taal spreken ook tot ons in onze kleinheid. Ontzag heeft onze lippen gesloten; het is ons niet toegestaan verder te vertellen wat we hier denken. In onze Keltische traditie zijn deze bergen heilig. Eens vonden de Tuatha de Danaans hier hun thuis: als trefpunt voor hun mysteriën. The Mountains

Evenals de Keltische landen heeft Amerika veel heuvels en bergen die door de inheemse volkeren sinds lang werden vereerd. Op een keer hielden we stil bij een tankstation in Tecate aan de Californisch-Mexicaanse grens, en toen een oude Mexicaan voorbijkwam vroeg ik hem de naam van een hoge berg in het westen – volgens de kaart Mt. Tecate. Hij antwoordde, ‘Hij wordt genoemd Coochma, heel hoog.’ Ik zei, ‘Wat betekent die naam?’ en hij antwoordde, ‘Het betekent hoge heilige plaats, plaats van inwijding.’ En dat was het, en niemand weet hoeveel eeuwen misschien al. Vroeger stond op de door wolken omgeven top een heilig bos met heel grote cipressen, maar de blanke kolonisten hakten algauw het bos om en verkochten het als brandhout. Gelukkig is het grootste deel van de berg nu in handen van mensen die de schoonheid en de traditionele betekenis ervan naar waarde weten te schatten.

In vroeger tijden had de leerling van de mysteriën maar weinig boeken; op veel plaatsen kende men helemaal geen boeken. Hij leefde dicht bij de natuur en voelde zich deel ervan. Zijn overleveringen stonden niet op papier geschreven maar op de bergen en meren van de aarde, en in de sterrenbeelden van de hemelen. De verhalen werden telkens opnieuw verteld en het is geen wonder dat de betekenis ervan soms verloren ging en dat de geest was gevlogen. Waar is het volk dat niet zijn symbolische Berg Meru, zijn Olympus, zijn heilige berg, heeft? Waar is het volk dat niet de zon en de sterren, de wind en de regen heeft vereerd?


Uit het tijdschrift Sunrise juli/aug 2003

© 2003 Theosophical University Press Agency