Theosophical University Press Agency

Serendipiteit

Will Thackara

Serendipiteit – het bij toeval ontdekken van een niet gezocht geluk – is een betrekkelijk nieuw woord, ontstaan op basis van het oude Perzische verhaal over De Drie Prinsen van Serendip, die door hun vader de wereld in werden gestuurd om hun karakter op de proef te stellen, en voor wie succes evenveel afhing van zorgvuldig logisch redeneren als van geluk hebben. Ons leven is vol serendipistische gebeurtenissen – het gelijktijdig samenkomen van mensen op een plek, van pas komende hulp die uit de lucht komt vallen, misschien zomaar een gedachte die een vraagstuk helpt oplossen, of de ontelbare ‘wat is het toch een kleine wereld’ verhalen die aantonen hoe nauw we met elkaar zijn verbonden – elk verhaal verschaft een verrassend, soms verbazingwekkend kijkje in de verborgen patronen van het leven.

Als toeval niet méér is dan een synoniem voor onzichtbare oorzaken, zouden we eens een ogenblik moeten stilstaan bij deze tot nadenken stemmende gelukjes en ons afvragen of ze wel zo toevallig zijn als ze misschien lijken. Of zijn het ook heilige geschenken die ons herinneren aan onze nauwe verbondenheid met alles wat leeft in een wereld die rijk is aan krachten die het goede nastreven?

Toen H.P. Blavatsky in 1887 aan een groep Londense theosofen schreef, drong ze er bij ieder op aan in hun leven aandacht te schenken aan de zich ontvouwende keten van oorzaak en gevolg, vooral aan de ‘kleine en toevallige gebeurtenissen waarvan alleen al de werking voor u misschien een leidende Hand onthult’. Voor wie probeert dit zich ontvouwende karma te lezen en intuïtief conclusies te trekken ‘zijn er niet langer zinloze of onbeduidende omstandigheden in zijn leven, want elk is een schakel die opzettelijk wordt geplaatst in de keten van gebeurtenissen die hem de weg moeten wijzen naar de ‘Gouden Poort’, of de Poorten van Goud. Iedere stap, iedere mens die hij ontmoet, elk woord dat wordt gesproken, is misschien een woord dat in de volzin van de dag is geplaatst met als doel om enig gewicht te verlenen aan het hoofdstuk waarbij het hoort, en een of andere (karmische) betekenis aan het levensboek.’

Hoeveel de omstandigheden ook van ons eisen, door een paar keer per dag hierover na te denken beginnen we misschien de serendipiteit te zien en te voelen – het ongezochte geluk van ‘deze geschenken’ – en in onszelf een blijvend vertrouwen te ontdekken in het heilige in ons leven.


Uit het tijdschrift Sunrise sep/okt 2005

© 2005 Theosophical University Press Agency