Het Theosofisch Genootschap

De oude wijsheid van de Maori’s*

John St. Clair

*Vertaald uit Theosophy, april 1897, blz. 11-14.

In zijn verslagen van het Wereldparlement van Religies in Chicago wordt Tawhiao, de gestorven Maori-koning, door Stead fraai afgeschilderd, maar hij beschrijft hem als een ‘afgodendienaar’. Nooit werd een mens minder begrepen dan mijn spirituele oude vriend Tawhiao, en wel zo weinig dat hij als een ‘afgodendienaar’ werd omschreven. Hij en vóór hem zijn vader, de grote Potatau Te Wherowhero, waren geboren mystici en goed thuis in alle wijsheid van de Wharekura – de school van inwijding in de innerlijke mysteriën. En zijn zoon, de huidige koning Mahuta Tawhiao, die onlangs de ‘stilte’ heeft verlaten, beschikt over de wijsheid van zijn illustere voorouders. Hij beschouwt de lasteraars van zijn vader met gelijkmoedigheid, misschien met minachting, en schrijft hun houding ongetwijfeld toe aan onwetendheid en de verderfelijke invloed van de missionarissen.

Tawhiao

Tawhiao

Volgens de Maori-legenden kwamen de voorouders van hun volk tussen 500 en 1000 jaar geleden in zeven kano’s naar Nieuw-Zeeland; ze kwamen uit een mystiek land dat Hawaiki werd genoemd, dat wetenschappers en westerse geleerden proberen te identificeren met Hawaï, een van de Sandwich-eilanden. Maar de tohunga of priester-ingewijde zal u, als u hem te spreken kunt krijgen, vertellen dat dit niet zo is, en dat Hawaiki een groot land was dat langgeleden door de zee werd opgeslokt. Uit de verborgen betekenis van verwijzingen in veel van hun gedichten blijkt dat dit het geval is.

Toen de Maori’s naar deze eilanden kwamen, was dat op aanwijzing van Kupe, de onsterfelijke, een almachtige tohunga, die zag dat zijn volk een ramp te wachten stond, en zo mogelijk iedereen wilde redden. Kupe was een profeet, misschien een adept; het is duidelijk dat hij het vermogen tot matakite – helderziendheid – bezat en zowel het verleden als de toekomst kon zien. Hij had ook het vermogen tot moemoea – het zien van visioenen – en kon deze interpreteren. Hij was een tohunga matau, of adept van het rechterpad, zoals ik hoop te kunnen aantonen.

De Maori’s werden in die tijd bij alles wat ze deden geleid door hun tohunga’s, die zorgden voor het welzijn van het volk, en door machtige karakias – bezweringen – weerden ze het kwaad af en oefenden ze een goede invloed op het volk uit. Er waren twee soorten tohunga’s, en de tohunga makutu, of zwarte magiër, kon door zijn betoveringen en bezweringen mensen op een afstand doden. Makutu – hekserij – wordt door de Maori’s nog steeds gevreesd. Maar we zullen eerst de tohunga matau en zijn oude wijsheid behandelen. Deze oude wijsheid is bijna uitgestorven; er zijn misschien niet meer dan een half dozijn mensen die de oude kennis werkelijk bezitten of bewaren, en zij weten, als geboren mystici, heel goed hoe ze deze verborgen moeten houden voor de wereld.

Met de komst van de missionarissen is het aantal tohunga’s afgenomen en zijn ze in vergetelheid geraakt. Ze verloren hun macht omdat de nieuwe leraren verklaarden dat hun oude religie heel verschrikkelijk en verderfelijk was, en dat het nieuwe evangelie de enige weg naar verlossing was. De Maori’s raakten om hun eigen uitdrukking te gebruiken nui atu te matou raruraru, d.w.z. erg in de war. Ze verloren de moed toen ze zagen dat de missionaris één ding onderwees en iets anders in praktijk bracht. En toen ze merkten dat ze land verloren, en dat onmatigheid en andere Europese ondeugden over hen kwamen, werden ze ontmoedigd en somber en hebben de laatste 50 jaar veel droevige ervaringen gehad.

De heilige vlam van hun voorouderlijke wijsheid flikkert echter nog steeds, en wordt zorgvuldig bewaakt door een handjevol trouwe tohunga’s die wachten op het begin van een nieuwe tijd waarin ze het oude vuur weer kunnen ontsteken om hun gevallen volk weer de weg omhoog te laten gaan. In het hart van veel van de meest intelligente mensen van het volk bestaat het verlangen om de vergeten religie weer in de herinnering te brengen en te herstellen, hoewel ze bang zijn voor de spot van de Europeanen. Maar als je in vertrouwen met hen spreekt over de wijsheid van hun voorouders, dan zul je zien dat hun gezicht begint te stralen van ware dankbaarheid ondanks hun vermogen om hun ware gevoelens te verbergen. Hieruit blijkt dat het aanbreken van een nieuwe dag snel nadert; ja, te oordelen naar de belangstelling die de meeste Maori’s hebben voor theosofie, die ze als hun eigen oude geboorterecht zien, is die nieuwe dag nabij. Ik ben van plan om de rechtvaardigheid van die aanspraken aan te tonen.

Als hij zijn meest heilige whakapapa of stamboom bekijkt, die alleen aan de Maori-mysticus bekend is, dan zien we dat zijn voorouders beginnen bij Aha – Dat of Wat – of, met andere woorden, het ‘absolute’ van De Geheime Leer. Uit dit eerste emaneerde Ihu of het tevoorschijn komen, de eerste manifestatie, en zo verder via verschillende mystieke voortbrengingen die dageraden, dagen, schemeringen en nachten voorstellen – de kleinere cyclussen – tot we bij Rangi-Raua-Ko-Papa komen, letterlijk opgevat hemel en aarde, maar mystiek gezien de scheiding van de mensheid in twee geslachten. Wini Kerei Te Whetuiti verklaarde dat dit de werkelijke verborgen betekenis was en dat vóór de scheiding van Rangi en Papa de mensheid biseksueel of beter gezegd hermafrodiet was. In hun heilige waiatas, liedjes of klaagzangen, staat het verhaal van het scheppen en van het bouwen van de kosmos, dat voor een groot deel overeenkomt met dat in De Geheime Leer. De legende van Whaitiri, de bliksem, verbergt door een dunne sluier de mysteries van het heilige land aan de noordpool.

De zeven beginselen van de mens zijn aan allen bekend ondanks de verwarring die de missionarissen stichtten toen ze de ziel wairua noemden, hoewel wairua slechts een schaduw of schim is, d.w.z. het astrale lichaam. De juiste termen voor de zeven beginselen zoals de Maori’s die kennen, zijn: 1. atua, zuivere geest; 2. hine ngaio, de hogere ziel – letterlijk, de verborgen of verloren vrouw; 3. manawa ora, de hogere, en manawa, de lagere manas. De bovengenoemde drie zijn onsterfelijk. De lagere vier beginselen zijn: 4. hiahia, verlangen; 5. oranga, levenskracht; 6. wairua, de schaduw of schim, het astrale lichaam; 7. tinana, het grofstoffelijk lichaam.

Bij de Maori’s zijn de vier lagere beginselen vergankelijk, de tweede en derde zijn de onsterfelijke mens, en atua is de God of Al-Vader die al deze overschaduwt en doordringt. Wanneer een mens sterft, valt eerst alleen zijn tinana of lichaam uiteen, en vertrekken de andere beginselen langzaam naar de Te Reinga, de onderwereld, of tijdelijke verblijfplaats van geesten. Als de overleden persoon bij zijn aankomst in Te Reinga het verlangen naar voedsel kan weerstaan, kan hij terugkeren en zijn lichaam opnieuw bewonen of een nieuw lichaam binnengaan als dat beschikbaar is; maar als hij voedsel aanraakt, dan is de dood volledig en blijft hij daar tot de wairua, of het astrale lichaam, vergaat en hiahia en oranga vrijkomen en zich verspreiden over de elementen. Dan is het onsterfelijke deel vrij en gaat het rusten tot het moment voor wedergeboorte aanbreekt en hij weer op aarde wordt geboren.

Onder het kopje tangis, of treuren om de doden, zal ik behandelen waarom de Maori’s hun doden niet begraven tot vele dagen na de dood, en de reden geven voor hun jammeren en klagen voor zover deze kan worden gegeven, hoewel de hele waarheid alleen onder belofte van geheimhouding aan leden van de Esoterische Sectie kan worden gegeven. Voor de wereldlijke Europeaan zijn de bezweringen en klaagzangen betekenisloos, maar voor degenen die iets weten over de wetenschap van trillingen en geluid openen ze een diepzinnig terrein van onderzoek. Deze zaken worden alleen in de Maori Wharekura, of vrijmetselaarsschool, onderwezen, en het is moeilijk om veel over hen te weten komen, behalve uit hun gedichten en allegorieën.

Een tohunga zal een mystieke uitspraak niet toelichten, maar als iemand op de betekenis stuit en hem vraagt of die juist is, dan zal hij je dat vertellen, en door hem mijn ideeën als theosoof te geven over zijn symbolen en mystieke gedichten heb ik de informatie verkregen die nu op papier is gezet. Missionarissen en orthodoxe gelovigen kunnen over sommige van mijn weergaven van de betekenis van woorden van mening verschillen, zoals wairua, of astraal lichaam, en zeggen dat het ziel betekent, maar op het gezag van verschillende tohunga’s kan ik zeggen dat ik gelijk heb en dat de missionarissen opzettelijk werden misleid in hun vertaling van de Bijbel.

Reïncarnatie werd algemeen aanvaard vóór de komst van de missionarissen en neemt een belangrijke plaats in bij de huidige Maori, zoals uit oude en moderne waiatas blijkt. Karma is eveneens een van hun leringen en ook van de oude tohunga’s. Het Maori-equivalent ervan is te putake mij te whakaotinga, letterlijk, de oorzaak en het gevolg. Er zijn veel gevallen waarin stamhoofden die nu leven beweren reïncarnaties te zijn van voorouders die moesten terugkeren en worden wedergeboren om te boeten voor fouten die in een vroeger leven zijn gemaakt. Maar ze spreken zelden over zulke dingen, vooral niet tegen Europeanen, omdat ze bang zijn voor de spot van wereldse mensen, en voor de Maori zijn zulke zaken heel tapu, heilig. Ik hoop in toekomstige artikelen aan te tonen dat de wereld nog veel kan leren van de oude wijsheid van de tohunga’s en dat de oude tohunga matau, zo niet een adept, op zijn minst een gevorderde chela was, die was geïncarneerd om te helpen zijn volk te redden.

Oude culturen/beschavingen en hun spirituele tradities: Oceanië


Uit Impuls (Nieuwsbrief voor leden van het Theosofisch Genootschap), maart 2010, nr. 50.

© 2010 Theosophical University Press Agency