Ik herinner me dat mijn oma me vertelde dat, ofschoon zij de waarheid
van ideeën als karma erkende, zij die veel minder troostrijk vond
dan het christelijke geloof uit haar kinderjaren. Dat door haar gedrag
haar tegenwoordige karakter en de omstandigheden zijn gevormd en de
loop van toekomstige levens wordt bepaald, scheen haar soms een ondraaglijke
last van persoonlijke verantwoordelijkheid. Veel troostrijker was het
al haar zonden op Jezus te leggen en naar een eeuwige hemel te gaan
door te geloven.
Natuurlijk willen we op zijn tijd allemaal leunen op iets buiten ons
dat veiliger en sterker lijkt dan wij zijn. Maar ons vereenzelvigen
met onze zwakheid, betekent dat we overgeleverd zijn aan de genade van
invloeden buiten onszelf en dat we geen macht hebben over onze toekomst.
Als we erkennen dat we verantwoordelijk zijn voor het scheppen van ons
eigen lot, kunnen we niet langer God of het toeval of anderen de schuld
geven van onze fouten of moeilijkheden; evenmin kunnen we erop rekenen
tegen borgtocht de vrijheid te krijgen. Daar staat tegenover dat we
veeleer scheppers dan slachtoffers zijn, en het leven maakt het telkens
weer duidelijk dat werkelijke zekerheid en zelfvertrouwen het gevolg
zijn van vertrouwen in onze eigen innerlijke hulpbronnen.
Al beseffen we misschien dat we de vrijheid bezitten de toekomst te
scheppen en fouten uit het verleden te herstellen, toch hebben maar
weinigen het gevoel de toestand te beheersen. We zijn ons nauwelijks
ervan bewust dat ons fundamentele wezen dynamisch creatief is en uitgaat
boven de beperkingen van tijd en ruimte. In plaats daarvan vereenzelvigen
we ons met onze oppervlakkige aspecten en richten we ons bewustzijn
bepaald niet op ons spirituele kernwezen. Wanneer we handelen als alledaagse
gewoontemensen en naar vaste patronen, dan zijn onze beslissingen grotendeels
voorspelbaar en bepaald. Als we echter willen, kunnen we kiezen, voelen,
zijn, wat we wensen. Al onze keuzen, of die automatisch dan wel doordacht
zijn, vormen ons voortdurend, zoals Emerson verklaart:
U ziet mij als kind van mijn omstandigheden: Ik maak
mijn omstandigheden. Laat een gedachte of motief van mij afwijken
van wat zij zijn en het verschil zal mijn hele toestand en organisme
hervormen. Ik – deze gedachte die ik wordt genoemd – is
de vorm waarin de wereld wordt gegoten als gesmolten was. De vorm
is onzichtbaar, maar de wereld verraadt wat de vorm is. U noemt het
de macht van de omstandigheden, maar het is mijn eigen macht.*
*‘The Transcendentalist’. Lezing gehouden
in de vrijmetselaarstempel in Boston, Massachusetts, in december 1841.
Het is dit vermogen in ieder van ons – om keuzen te maken, onze
wil uit te oefenen – dat ons verantwoordelijk maakt en ons als
spirituele wezens doet kennen. De meest wezenlijke troost ligt, denk
ik, in dit vermogen onszelf te maken en verantwoordelijk te zijn voor
al onze keuzen.