Theosophical University Press Agency

‘Wij zijn de wereld’

Ingrid van Mater

We are the world,
We are the children;
We are the ones to make a brighter day,
So let’s start giving.*

*[Wij zijn de wereld, Wij zijn de kinderen; Wij moeten zorgen voor een zonniger dag. Laten we dus beginnen te geven.] Woorden en muziek van Michael Jackson en Lionel Richie, ©1985 Mijac Music & Brockman Music. Youtube.


Ik vraag me af hoeveel mensen die het lied ‘We are the World’ zingen, zich bewust zijn van de verstrekkende betekenis? Dit is een dringende oproep om zich af te keren van egoïsme, vooroordeel en onmenselijkheid, en zich te verenigen om overal de ontberingen en het lijden aan te pakken.

Het wordt met de dag duidelijker dat we ons niet van enig deel van de wereld kunnen isoleren, ook al hebben we misschien het gevoel dat we op geen enkele manier zijn betrokken bij wat er gebeurt. Het nuchtere feit is dat we verbonden zijn. We zijn hier op onze planeet één menselijke familie. Als rimpels van een enkele steen die in een vijver is geworpen, worden anderen door iedere gedachte en daad elk moment beïnvloed, en als we dit met miljarden vermenigvuldigen, is de invloed onthutsend. Het maakt dat we ernstig gaan nadenken over onze enorme verantwoordelijkheid tegenover onszelf en al wat leeft. Waar we ook zijn, wat onze taak ook is, hoe klein die ons ook toeschijnt, de geest waarin ze wordt verricht is belangrijk en heeft invloed; want door onszelf in te zetten en een oprechte poging te doen, dragen we ons deel bij aan de stroom van goede wil die de last van de ellende in de wereld helpt verlichten.

‘Waar beginnen tenslotte de universele rechten van de mens?’ vroeg Eleanor Roosevelt zich af bij het presenteren van In Your Hands aan de Commissie van Mensenrechten van de Verenigde Naties, tientallen jaren geleden, op 27 maart 1958. En zij antwoordde, ‘Op kleine plaatsen, dichtbij huis – zo dichtbij en zo klein dat ze op geen enkele kaart van de wereld kunnen worden waargenomen.’ Ze doelde op het gezin, de buurt, de school, de fabriek, de boerderij, het kantoor. ‘Het zijn de plaatsen waar iedere man, vrouw en kind gelijke behandeling, gelijke kansen, gelijkwaardigheid zonder discriminatie zoekt.’ . . . Ze concludeerde: ‘Zonder gezamenlijke actie van de burgers om [deze rechten] dichtbij huis te handhaven, zullen we vergeefs naar vooruitgang zoeken in de grotere wereld.’

Ze roert hiermee een belangrijke kwestie aan: tenzij binnen gezinnen en gemeenschappen rechtvaardigheid en fundamentele menselijke waarden bestaan, kunnen we niet verwachten dat ze in het algemeen effectief zijn. De wereld is niet beter dan diegenen van ons die zich erin bevinden. We kunnen moedige enkelingen zoals Eleanor Roosevelt die zich, door de geschiedenis heen, zo om het welzijn van anderen bekommerden dat ze hen openlijk verdedigden, dankbaar zijn.

Om onszelf en de voortdurende onrust in de wereld te begrijpen, is het nuttig na te denken over onze menselijke bestemming op lange termijn, met betrekking tot bepaalde fundamentele wetten die de intelligente werkingen zijn achter het hele bestaan en die ieder aspect van ons heelal, vanaf het subatomaire tot het supergalactische, in een schitterende synchrone beweging houden.

In de eerste plaats zijn we door onze innerlijke goddelijke eenheid onafscheidelijk met elkaar verbonden. Het verlangen van deze ingewortelde goddelijke aard om zich tot uitdrukking te brengen, is de kracht die alle levende dingen aanspoort te evolueren en hun latente mogelijkheden naar buiten te brengen. Werkelijke veranderingen beginnen vanbinnen en uiterlijke openbaringen zijn de uitdrukking van innerlijke oorzaken. We zijn nog maar net begonnen de grootheid van ons geestelijk vermogen en van onze bestemming te begrijpen. Het heeft ontelbare incarnaties gevergd om op dit punt te komen en we hebben er nog ontelbare in het vooruitzicht. In het proces van evolutie is de wet van oorzaak en gevolg, of karma, overal actief en werkt ze op verschillende gebieden van onze natuur. De werking ervan wordt vergeleken met een groot levensweb, waarin alle draden met elkaar zijn verweven. Daarom hebben we deel aan het wereldkarma.

Door kennis van de wetten van karma en reïncarnatie krijgt alles wat met ons en de wereld gebeurt perspectief en zien we de harmonie en betekenis ervan. Het land en het ras waarvan we deel uitmaken en al onze omstandigheden vormen de achtergrond die we in vorige levens voor onszelf hebben gevormd. Dit neemt bij God de schuld weg en legt die regelrecht op onze schouders, waar ze hoort. We kunnen zien hoe belangrijk het is de verantwoordelijkheid voor onze gedachten, gevoelens en daden op ons te nemen, omdat we ieder moment karma uitwerken en nieuw karma maken. Met andere woorden, we zenden energieën uit van verschillende aard en de daarmee overeenkomende gevolgen zullen vroeg of laat tot ons terugkeren, want karma is streng maar absoluut rechtvaardig.

Relaties tussen twee mensen vormen voor ons allen een voortdurende uitdaging en de poging om de ingewikkelde aard van sommige te ontwarren biedt goede gelegenheden voor de groei van de ziel! Conflicten zijn onvermijdelijk als het om sterke persoonlijkheden gaat, maar veel onnodige wrokgevoelens kunnen worden vermeden als we ze eenvoudig eerder zien als heilzame meningsverschillen dan vijandigheden en proberen een gevoel voor humor te bewaren. Bovendien komen harmonieuze relaties dichterbij als we proberen om achter oppervlakkige wrijvingen te zien naar de diepere gebieden van de aard van een persoon. Ieder mens is tenslotte verschillend en heeft iets unieks bij te dragen. Als we de speciale kracht van een ander herkennen en daarop een beroep proberen te doen, zijn we beter in staat die in onze uitwisselingen tevoorschijn te roepen. We worden ons bewust van onze ingewikkelde natuur als we merken dat ieder met wie we in aanraking komen een ander aspect in ons naar boven roept, net als wij bij hen doen. Het is een verrijkende en lonende ervaring en het leven wordt een eeuwigdurende ontdekking.

Wat onze contacten ook zijn – familie, goede vrienden, kennissen, collega’s op het werk – er bestaan bepaalde ethische grondbeginselen die deel uitmaken van het menselijk ideaal, al ontbreken ze helaas dikwijls, zoals: integriteit, trouw, vriendelijkheid, betrouwbaarheid en vergevensgezindheid. Het zijn juist de levensomstandigheden die ons in staat stellen dieper door te dringen tot de wezenlijke oorzaken van de situaties waarmee we worden geconfronteerd, en die van ons vragen ons te oefenen in verdraagzaamheid, inzicht en begrip. We maken allen beoordelingsfouten, maar op de lange duur worden we ons uiteindelijk bewust van onze zwakke plekken. Op rustige momenten weten we hoe we zouden willen zijn, vergeleken met de tekortkomingen van ons optreden, maar bij het beoordelen van anderen vergeten we soms hoe gemakkelijk het is ‘anderen naar hun fouten en onszelf naar onze idealen te beoordelen’!

Uiteindelijk is het vertrouwen dat van het hoogste belang wordt om bij alles wat we ervaren onze innerlijke stabiliteit en kracht te vinden: vertrouwen in onszelf, in elkaar, in het voortbestaan van de geest, in de beschermende kracht van het ware zelf in ieder van ons en bovenal in het essentieel goede van de mens. Verschillend, maar toch één van hart, bepalen we allen individueel onze eigen toekomst en gezamenlijk die van de wereld, naar de mate dat wij wijs en meedogend zijn in ons voelen en handelen – want wij zijn de wereld.

Artikelen van Ingrid Van Mater

Spirituele (kinder)verhalen, kunst, muziek en literatuur


Uit het tijdschrift Sunrise jul/aug 1993

© 1993 Theosophical University Press Agency