Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

Wat zijn de sishta’s?

Betreft: Brief 15, blz. 101-6

Wat zijn de sishta’s? Sishta is een Sanskrietwoord dat ‘overblijver’ of ‘overblijfsel’ betekent. Het is een technische term die slaat op de verst geëvolueerde wezens van een levensgolf – of zo u wilt van een rijk zoals het mensenrijk, het dierenrijk, het plantenrijk of het delfstoffenrijk. Het slaat op de verst geëvolueerde vertegenwoordigers van een natuurrijk die als de vertegenwoordigers ervan op de bol achterblijven, wanneer de monaden van het grootste deel van de wezens van dat rijk verdergaan naar de volgende bol en die bol binnengaan om daar hun ervaringen op te doen.

Neem het mensenrijk. Wanneer ons mensenrijk of onze levensgolf zijn zevende wortelras bereikt en beëindigt, is dat het laatste wortelras dat wij in deze huidige ronde op deze bol hebben. Met andere woorden, wanneer het rijk het einde bereikt van zijn evolutie op deze bol D, gaat de meerderheid van de mensen over naar de volgende bol van onze keten, zoals vogels door de ruimte vliegen en wegtrekken, zoals eenden en ganzen en andere vogels doen. Maar die mensen die op onze aarde achterblijven, de overblijvers of sishta’s van onze menselijke levensgolf, zijn de verst ontwikkelde vertegenwoordigers van onze menselijke levensgolf. Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste: wanneer de levensgolf terugkeert naar deze bol aarde, na zijn ronde over de bollen te hebben voltooid, verrijkt met de uitgebreide schat aan ervaringen die in die tussentijd is opgedaan, zijn natuurlijk alleen de verst geëvolueerde vertegenwoordigers van onze levensgolf in staat de monaden of zielen van de binnenkomende levensgolf te ontvangen in de ronde die op de onze volgt. Lichamen van lagere orde zouden slechts inferieur zijn. Het moeten de hoogst ontwikkelde mensen zijn om de mensen van de vijfde ronde op bol D te vormen.

Hoe komt het dat deze mensen, die de sishta’s zullen zijn van de menselijke levensgolf, zoveel verder zijn geëvolueerd dan de meeste mensen? Dat komt omdat door de individuele inspanning, aspiratie, zelfbeheersing, het verlangen naar ontwikkeling en meer te zijn en meer te worden, met andere woorden door de overheersende kracht van de opwellende geest van schoonheid en heiligheid, dit aanwakkerende innerlijke vuur hen heeft gemaakt tot de avant coureurs, de voorlopers van onze levensgolf. Ze zijn de meerderheid van de levensgolf vooruitgesneld, zijn teruggekeerd en zijn daarom nu wat we vijfderonders noemen. Ze voelen zich niet ertoe aangetrokken deel uit te maken van de grote massa van de menselijke levensgolf, door alle bollen van de opgaande boog te moeten gaan en omlaag langs de neergaande boog tot ze onze bol weer bereiken, want dat hebben ze individueel al gedaan. Ze zijn al vijfderonders. Ze hebben de vijfde ronde doorlopen, maar niet volledig. Ze hebben de vijfde ronde doorlopen tot aan onze aarde. Dan worden ze, bij wijze van spreken, hier op onze aarde vastgehouden. Ze zijn vooruitgelopen op de levensgolf van de mensheid tot het einde van de vierde ronde en omlaag langs de bollen tijdens het begin van de vijfde, tot ze onze aarde bereikten, waar de menselijke levensgolf zich nog steeds bevindt. Ze zijn ver vooruitgelopen op de grote massa van de levensgolf; als ze dus onze aarde bereiken, blijven ze daar totdat tijdens de vijfde ronde de meerderheid van het mensenrijk of de levensgolf – na langs de bollen te zijn gegaan – onze bol D, de aarde, weer bereikt. Hier op bol D leven de menselijke vormen nog steeds al die honderden miljoenen jaren, maar als een vijfderonde ras, als sishta’s. Ze zijn geëvolueerd, maar wel heel langzaam. Ze zijn hier in zekere zin als een offer, want in plaats van te proberen de menselijke levensgolf voor te blijven, en hun zesde ronde te doorlopen, tenminste gedeeltelijk, zien ze daarvan af, om achter te kunnen blijven totdat de minder gevorderde leden van de menselijke levensgolf naar bol D terugkeren tijdens de vijfde ronde, om zo de lichamen, de leraren en de gidsen te verschaffen. Herinnert u zich wat alle grote religies van de mensheid hebben geleerd? Dat wij in het beginstadium van ons menszijn door grote wezens, ingewijden, adeptkoningen die mens waren, werden onderwezen; zij onderrichtten de vroege rassen en plantten in hun denkvermogen de fundamentele gedachten over waarheid, gedragsregels en alle wetenschappen. Het is wonderlijk hoe eensluidend al deze grote oude denkstelsels zijn; en daarop wordt hier gezinspeeld. Toen de monaden van de levensgolf – we gaan nu terug naar onze ronde, de vierde – deze aarde bereikten, vonden ze daar hun sishta’s van de derde ronde, menselijke sishta’s, de verst geëvolueerden aan het einde van de derde ronde; en deze menselijke sishta’s ontvingen de binnenkomende monaden, verschaften hen lichamen om hun evolutie te beginnen enzovoort.

Nog een gedachte. Het is iets dat ik al eerder heb uitgelegd, maar men schijnt het te zijn vergeten. In dit hoofdstuk waarin de meester de zeven beginselen van onze aarde bespreekt, werd steeds weer ten onrechte gedacht dat het om de beginselen van onze zevenvoudige bol ging, en dat is onjuist. De meester noemt alleen de zeven beginselen van het sthulasarira of het stoffelijk lichaam van onze bol D; precies zoals ik u zou kunnen opgeven wat ik terecht de zeven beginselen van mijn stoffelijk lichaam zou kunnen noemen. Het stoffelijke aspect heeft zeven beginselen of onderaspecten en daar had de meester het over. Let nu op het verschil: Onze bol D, de bol, ik spreek niet over een keten, onze bol D is zevenvoudig. Hij heeft zijn zeven beginselen zoals elk wezen in de natuur en elk van deze zeven beginselen, waaronder het stoffelijk lichaam van de aarde, is op zijn beurt zevenvoudig. Zo heeft onze bol D zijn atman, niet alleen maar een diffuse ether om de aarde heen die de atman is van het sthulasarira van onze bol, maar zijn eigen goddelijke monade of atman, zijn buddhi, zijn manas, zijn kama, zijn lingasarira (zijn astrale licht), zijn prana, wat wij elektriciteit noemen, zijn sthulasarira, dat het grofstoffelijke lichaam van de aarde is dat we om ons heen zien. Toen de meester hier dus de zeven beginselen van de aarde beschreef, beschreef hij de zeven fasen of aspecten, noem ze beginselen zo u wilt, van het sthulasarira van de bol.


Aspecten van de occulte filosofie, blz. 329-31

© 1999 Theosophical University Press Agency

Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag