Canto 4 – De bloemen
44
Wie wordt meester over deze aarde en over het gebied van Yama (heerser
van de onderwereld) met zijn goden? Wie kiest (uit verschillende paden)
het duidelijk verkondigde dhammapada (pad van waarheid), zoals een deskundige
tuinman de mooiste bloem uitkiest?
45
De discipel wordt meester over de aarde en over het gebied van Yama
met zijn goden. De ware discipel kiest het duidelijk verkondigde dhammapada,
zoals een deskundige tuinman de mooiste bloem uitkiest.
46
Wie beseft dat dit fysieke lichaam vergankelijk is als schuim, en begrijpt
dat deze uiterlijke wereld als een luchtspiegeling is, heeft de bloempijlen
van Cupido (Mara) gebroken, en verdwijnt uit het gezicht van de koning
van de dood.
47
De mens die zich overgeeft aan de genoegens van de zintuigen, en dat
soort bloemen uitzoekt, wordt door de Boze meegesleurd, zoals de inwoners
van een slapend dorp door een overstroming worden meegesleurd.
48
De mens die zich overgeeft aan de genoegens van de zintuigen, en dat
soort bloemen verzamelt, en van wie de verlangens niet zijn bevredigd,
wordt door de Boze (Mara) overweldigd.
49
Zoals de bij wegvliegt en de nectar meeneemt zonder de bloem en haar
kleur of geur aan te tasten, laat de wijze zich zo gedragen in het dorp.
50
Laat de wijze niet het slechte van anderen opmerken, noch wat anderen
al of niet hebben gedaan; laat hij letten op wat hijzelf heeft gedaan
en wat hij nog niet heeft gedaan.
51
De mooie woorden van iemand die er niet naar handelt, zijn zo nutteloos
als een mooie bloem die schitterend van kleur maar zonder geur is.
52
De mooie woorden van iemand die er ook naar handelt, zijn vruchtbaar
zoals een mooie bloem die schitterend van kleur en heerlijk van geur
is.
53
Zoals men uit een heleboel bloemen veel kransen kan vlechten, zo moet
de sterfelijke mens, geboren in deze wereld, veel goede daden verrichten.
54
De geur van bloemen gaat niet tegen de wind in, noch die van sandelhout,
tagara of jasmijn. Maar de geur van een deugdzaam mens gaat zelfs tegen
de wind in. Een deugdzaam mens doordringt de hele omgeving met zijn
zuiverheid.
55
Onder alle heerlijke geuren, zoals die van sandelhout, tagara, de lotus
en de wilde jasmijn, is de geur van ethisch handelen onovertroffen.
56
Deze geur van sandelhout, tagara, enz., is zwak en richt weinig uit;
maar het aroma van de deugdzamen stijgt zelfs op tot de hoogste goden.
57
Mara (de Boze) is onbekend met het pad van de deugdzamen, de waakzamen
en hen die zich door wijsheid hebben bevrijd.
58, 59
Zoals op een hoop afval, neergegooid langs de hoofdweg, een lotus groeit
en bloeit, geurig en sierlijk, zo schittert te midden van de onwetende
menigte de discipel van de Volledig Verlichte in stralende wijsheid.