Canto 6 – De wijze
76
De discipel moet omgaan met een wijze vriend, die zijn gebreken vindt
– zoals een gids verborgen schatten vindt – en zijn afkeuring
erover uitspreekt. Omgang met zo iemand brengt veel goeds, geen kwaad.
77
Hij die zijn medemensen waarschuwt, onderricht, en afhoudt van onwaardige
daden, is geliefd bij de deugdzamen en gehaat bij hen die slecht zijn.
78
Ga niet om met vrienden die kwaad doen of met slechte mensen; ga om
met de goeden, ga om met de edelste mensen.
79
Wie de nectar van de goede Wet drinkt, leeft gelukkig en is kalm van
geest. De wijze verheugt zich altijd in de dhamma, zoals die door de
edelen (ariya’s) is verkondigd.
80
De bouwers van irrigatiewerken leiden het water waarheen ze willen;
pijlenmakers geven vorm* aan hun pijlen; timmerlieden bewerken* het
hout, en wijzen trainen zich in zelfbeheersing.
*Het Pali-woord namayanti betekent letterlijk ‘buigen’.
81
Zoals een massieve rots niet wordt bewogen door de wind, zo blijven
de wijzen onbewogen onder verwijten of lof.
82
Na te hebben geluisterd naar de goede Wet worden de wijzen zo sereen
als een diep, kalm en kristalhelder meer.
83
Goede mensen geven het verlangen naar allerlei dingen op; ze praten
niet over allerlei verlangens; wanneer de wijzen geluk ervaren of ellende
meemaken, zijn ze noch opgetogen, noch terneergeslagen.
84
Voor zichzelf of voor een ander hoort men niet te verlangen naar een
zoon, rijkdom of een koninkrijk. Wie niet met verkeerde middelen succes
nastreeft, is werkelijk deugdzaam, wijs en rechtschapen.
85
Er zijn maar weinig mensen die de andere oever hebben bereikt; alle
andere mensen blijven op deze oever heen en weer lopen.
86
Zij die leven in overeenstemming met de dhamma die (door de Boeddha)
goed is verkondigd, zullen vanuit het rijk van de stervelingen, waaraan
men zich moeilijk kan ontworstelen, de andere oever bereiken.
87
Laat de wijze, na de wegen van de duisternis te hebben verlaten, het
licht volgen. Laat hem die, na een thuis te hebben gehad, thuisloos
is geworden, genieten van het zo moeilijk te bereiken geluk van het
leven in afzondering.
88
Hij moet zich op die verheven staat (nirvana) richten. Laat de wijze,
na alle genoegens van de zintuigen te hebben opgegeven, het zelf ontdoen
van alle onzuiverheden.
89
Mensen die in hun denken de elementen van verlichting (sambodhi)* goed
hebben ontwikkeld, die zonder naar wat ook te verlangen zich verheugen
in het niet-gehecht-zijn, bij wie de mentale belemmeringen zijn opgeheven,
die vol licht zijn – zij hebben in deze wereld de gelukzaligheid
van nirvana bereikt.
*Sambodhi is gebaseerd op zeven factoren: 1) alertheid;
2) wijsheid; 3) wilskracht; 4) blijmoedigheid; 5) sereniteit; 6) geconcentreerde
meditatie; 7) gelijkmoedigheid.