Occultisme te koop aanbieden
Esoterische scholen en valse profeten
[The Path, maart 1889, blz. 381-3]
Toen Jezus van Nazareth in Jeruzalem in de tempel kwam, zou hij de geldwisselaars
van het tempelterrein hebben verdreven, en later zei hij dat er veel
valse profeten zouden opstaan. Voor de christen was die tempel het symbool
van het huis van God, en de occultist weet dat dit verhaal in werkelijkheid
slaat op het uit het hart verdrijven van alle materialistische gedachten.
Jezus zag met een profetische blik aankomen wat er sindsdien zo
vaak is gebeurd: dat er aan alle kanten valse profeten opstaan, zowel
in als buiten de kerk die zijn naam draagt.
In deze tijd kan geen land zich op zoveel valse profeten beroemen als
het onze, die misbruik maken van de algemene hang naar mystiek en allerlei
dingen beloven, maar die allen spirituele zaken te koop aanbieden.
We doelen niet op tijdschriften of boeken over deze onderwerpen, want
voor het drukken en het papier moet worden betaald wanneer men zijn
denkbeelden aan het publiek wil voorleggen. Maar het is heel iets anders
als mannen of vrouwen kennis over het zelf of een ander spiritueel mysterie
in de natuur voor geld te koop aanbieden.
Op de ene plaats zien we een mens die beweert dat hij een reïncarnatie
van Jezus Christus is, en op een andere plek iemand die doelbewust
beweert dat hij Gautama Boeddha is die is teruggekomen om fouten in
de door hem verkondigde leringen recht te zetten. Verder zien we astrologen
en voorspellers, mediums en zieners zaken openen waarin ze orakelachtige
uitspraken aan het gewillige en goedgelovige publiek verstrekken. Het
ene is al even verderfelijk als het andere, want de smet van het geld
bederft alles. En zij die over geld beschikken zijn hiervoor tot op
zekere hoogte verantwoordelijk, omdat ze denken dat hun geld hun kennis
over de diepere, spirituele dingen van de natuur kan verschaffen.
Het nieuwste op dit gebied deed zich in Boston voor, kort nadat daar
een tijdschrift getiteld de Esoteric was opgericht. Dat blad
was niet onze zaak, want de oprichters ervan hadden het recht het te
gebruiken om zoveel van de waarheid als zijzelf bezaten, te verspreiden,
op dezelfde manier als The Path zijn denkbeelden over de natuur
en de mens bekendmaakt. Maar al snel maakten de uitgevers van dat tijdschrift
bekend dat zij, of althans één van hen, namelijk Hiram
Butler, theosoof, of lid van de Theosophical Society, waren. Uit het
raadplegen van de ledenadministratie is onlangs gebleken dat hij nooit
lid van die organisatie is geweest.
Niet zo lang geleden werd door deze profeet een dik boek verspreid,
waarin geheimzinnige beweringen werden gedaan dat een zekere Vidya-Nyaka
in de Verenigde Staten een school wilde oprichten om de aandeelhouders
(!) en studenten in alle mysteriën te onderwijzen, onder andere
het vermogen om grote rijkdommen te verwerven; en er werd aan toegevoegd
dat de school, nadat ze eenmaal zou zijn opgericht, onbeperkte middelen
tot haar beschikking zou hebben, afkomstig uit fondsen waarover adepten
beschikken, maar dat de volgelingen alleen voor de voorbereiding moesten
betalen. En betalen deden ze. Het spijt ons te zeggen dat veel theosofen
geld voor dit plan inzonden dat van begin af aan duidelijk blijkt te
zijn bedoeld als middel om zijn aandeelhouders rijk te maken.
Het eerste signaal kwam als een zogenaamde ‘Brief aan een zoekende’,
door de Esoteric gepubliceerd. Deze was een mystificatie en
palmde die theosofen in die niet op de hoogte zijn van wat er op afgelegen
plaatsen wordt geschreven. Het was een aanval op de Theosophical Society
en op de adepten, waarin werd beweerd dat ze koud, doods en egoïstisch
waren, en dat alleen de zonnebiologen geschikt waren om Amerikanen te
helpen. Er bleek onwetendheid uit zodra het terrein van plagiaat werd
verlaten. Het plagiaat in deze ‘Brief’ is afkomstig uit
het boek De wijsheid van de adepten geschreven door Eerw. Thomas
Lake Harris, waarin deze trachtte aan te tonen dat boeddhistische adepten
systematisch probeerden het christendom in Amerika te ondermijnen en
deze ‘Brief aan een zoekende’ had als ondertitel: ‘De
wijsheid van de wijzen’. Woord voor woord worden passages uit
verschillende bladzijden van Harris’ boek overgenomen en gebruikt
voor deze brief in de Esoteric die is ondertekend met Nemo.
Indien Eerw. Harris hem niet schreef, dan was hij van hem gestolen;
of, indien hij hem schreef, dan is de Esoteric een geheim orgaan
van een christelijke sekte die antitheosofisch is, terwijl ze ogenschijnlijk
de theosofie aanhangt. Beide mogelijkheden zijn even schadelijk.
Het tweede signaal was als een luide stoot op een hoorn, die het oprichten
van de esoterische school bekendmaakte, voorgesteld als een rechtstreeks
gevolg van de inspanningen van het tijdschrift, geleid door Butler,
en met Vidya-Nyaka op geheimzinnige afstand met een verzameling onzinnige
letters achter zijn naam. De echte naam van Vidya-N. is Ohmart, en hij
is bekend aan velen in Boston die zijn streken hebben meegemaakt vóór
Butler met hem ging samenwerken. Vóór die tijd stelde
Ohmart zich ermee tevreden om op een puur zakelijke manier
met mensen om te gaan, maar toen hij met Butler ging samenwerken speelde
hij in op de goedgelovigheid van tot mystiek geneigde mensen die oprecht
de wens koesterden om de dingen van de geest te leren kennen, en dwaas
genoeg dachten dat er achter de aanspraken van dit tweetal grote kennis
en wijsheid verborgen lagen.
Aan dit alles kwam snel een einde door een schokkende ontmaskering
in de N.Y. World, Boston Globe en Herald,
en de Philadelphia Enquirer. Het ergste hiervan was dat de
pers de Theosophical Society erbij haalde, geheel zonder reden, en alleen
op basis van Butlers theosofische aanspraken; en nu denken honderden
mensen dat de ontmaskering een ontmaskering van oplichterij door ons
was. Zo zijn de feiten; luister nu naar het karma:
Butler en al zijn bondgenoten hebben de Theosophical Society tot op
zekere hoogte benadeeld en de Nemesis in de vorm van de onveranderlijke
wet van karma zal hem achtervolgen, totdat de volledige gevolgen ervan
zijn ondervonden en schadeloosstelling is gegeven. We hebben geen behoefte
aan gezworen fanatici om wraak te nemen. Die zal volgen, hoe dan ook,
omdat achter de Theosophical Society een grote kracht staat die wetmatig
en door middel van de wil werkt en niet op basis van geld. Geen rijkdommen
kunnen haar gunsten kopen, noch voorkomen dat ze zowel de leden van
de Theosophical Society als haar vijanden onder haar hoede neemt. Deze
mensen die het lef hadden om in Gods tempel te kopen en te verkopen
zijn al getroffen door materiele schade en grote tegenslagen. En dezelfde
Nemesis zal, maar misschien met minder hevigheid, al die leden van de
Theosophical Society achtervolgen die in hun hart hebben gezegd: ‘Zie,
hier is iemand die ons datgene te koop aanbiedt waarvan de adepten van
de Theosophical Society zeggen dat het slechts door hard werken en onzelfzuchtige
inspanning kan worden verkregen; laten we het bij hem kopen.’
Het is jammer voor beiden, maar er moeten ongetwijfeld lessen worden
geleerd, en we hadden gedacht dat de les was geleerd toen de mysterieuze
H.B. van L. [Hermetische Broederschap van Luxor] in onze gelederen kandidaten
begon te werven en hen meekreeg die het niet op de juiste manier wilden
proberen. We zijn nog niet aan het einde, het uur heeft nog niet geslagen,
maar het zal komen. Laten we dus op karma vertrouwen en onze plicht
vervullen.
Theosofische
inzichten, blz. 83-6
© 2012 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag