Liefde is het cement van het heelal
Liefde wijst de weg en verlicht het pad; liefde
is de uitstraling van het allesdoordringende licht, de boeddhaluister,
het christuslicht in het hart van het heelal – die liefde die
werkt in goden en mensen en ons leert schoonheid te herkennen wanneer
we haar zien, vooral innerlijke schoonheid, en grootsheid en luister
te zien in anderen, omdat we de grootsheid en luister in ons eigen diepste
wezen kennen.
Liefde is het cement van het heelal; ze houdt alle
dingen op hun plaats en onder haar eeuwige hoede; haar werkelijke aard
is hemelse vrede, haar kenmerk is kosmische harmonie die alle dingen
doordringt, die grenzeloos, onvergankelijk, oneindig, eeuwig is. Ze
is overal en is het hart van het hart van al wat is.
Liefde is het mooiste, het heiligste wat de mens
kent. Ze geeft de mens hoop; ze houdt de aspiratie levend in zijn hart;
ze stimuleert de edelste eigenschappen van de mens, zoals zelfverzaking
ter wille van anderen; ze wekt zelfvergetelheid; ze brengt ook vrede
en vreugde die geen grenzen kennen. Ze is het edelste dat in het heelal
bestaat.
‘Heb elkaar lief’ – edele woorden,
want ze doen een beroep op de kern van uw natuur, op het goddelijke
in u, op de innerlijke god die in diepste wezen een hemels licht is.
Het meest innerlijke licht in u is almachtige liefde.
Liefde is een beschermende kracht; liefde is machtig;
ze is allesdoordringend; en hoe onpersoonlijker ze is des te hoger en
krachtiger is ze. Ze kent geen grenzen in ruimte of tijd, want ze is
de fundamentele werking van de natuur, de hoogste wet van de natuur
en ze is de universele band van eenheid tussen alle dingen. Niet alleen
verzacht ze het meest versteende hart en verbreekt ze de vormen van
het meest starre menselijke denken, maar haar levenschenkende warmte
dringt geleidelijk overal in door. Niets kan haar voortgang stuiten,
want ze is de ware levensessentie van het heelal. Uiteindelijk zijn
alle wezens en dingen één, alle zijn geworteld in het
ene leven en door alle vloeit de gestage,
ononderbroken stroom van almachtige liefde.
Liefde is de grote aantrekkingskracht die het ene
wezen met het andere verbindt, het ene mensenhart met het andere; en
hoe verder een mens vordert in zijn evolutie, hoe hechter de liefde
alle vezels van zijn wezen omwikkelt met haar ranken, of, om een andere
beeldspraak te gebruiken, hoe meer het mensenhart van liefde zwelt,
tot het tenslotte het hele universum omvat, zodat men alle dingen, groot
en klein, gaat liefhebben, zonder onderscheid van plaats of tijd. Hoe
gezegend is hij die dit voelt, dit beseft! Het is goddelijk, want liefde,
onpersoonlijke liefde, is goddelijk.
Persoonlijke liefde is maar een weerspiegeling ervan;
en persoonlijke liefde is onvolmaakt omdat de straal zo zwak is. Alles
waarin het verlangen naar persoonlijk voordeel de drijvende kracht is,
is geen ware liefde.
Als de liefde persoonlijk is, beginnen de sluiers
van de persoonlijkheid zich te verdichten voor het innerlijke oog, omdat
persoonlijke begeerten zich in de aura – de omringende psychische
sfeer – verzamelen en verdichten, waardoor deze vaster wordt,
en dat maakt dat de psychische sluiers zwaarder worden en de innerlijke
visie en het innerlijke begrip verduisteren. De essentie van ware liefde
is zelfvergetelheid en op deze regel zijn geen uitzonderingen.
Als er in hart en geest van de mens alleen persoonlijke
liefde heerst, dan houdt hij wel van het een, maar niet van het ander;
hij houdt van iets dat hier is, maar niet van iets anders dat daar is,
of omgekeerd – met andere woorden, hoe persoonlijker zijn liefde
is, hoe beperkter is ze. Dat is de soort liefde die niet door en door
echt, die beperkt is.
Onpersoonlijke liefde is aantrekkelijk en mooi;
ze vertoont geen spoor van de dingen waarvan we allemaal een afkeer
hebben. Ze is altijd vriendelijk tegenover alles en iedereen –
zowel grote als kleine wezens en dingen; ze is intuïtief.
Verantwoordelijkheid, vertrouwen, liefde –
die brengen inderdaad geluk, kracht en vreugde. Maar u zult deze grootse
kwaliteiten niet begrijpen en evenmin aanvoelen als uw hart vol is van
alleen maar persoonlijke, beperkte gevoelens en gedachten. Dan is voor
die grootse kwaliteiten in uw hart geen plaats; het kan ze niet bevatten
als het van louter persoonlijke zaken is vervuld.
Want persoonlijke liefde kent geen verantwoordelijkheid,
heeft geen verantwoordelijkheidsgevoel. Ze kent geen vertrouwen, kan
geen echt vertrouwen schenken; ze kan niet ten volle geven omdat het
‘ik’ zich steeds in volle kracht doet gelden, en haar enige
gedachte is: ik, ik, en nog eens ik. Dit is het probleem in
de huidige wereld; alle moeilijkheden en zorgen zullen in hoge, zeer
hoge mate verdwijnen als mannen en vrouwen elkaar op onpersoonlijke
wijze konden liefhebben, als mannen in andere mannen menselijke grootsheid
kunnen zien en vrouwen andere vrouwen zullen vertrouwen, en dat zal
het geval zijn als ze deze visie hebben – deze verheven visie.
Juist deze zelfzuchtige, persoonlijke liefde heeft
in het menselijk leven verdriet, lijden en ellende gebracht, terwijl
onpersoonlijke liefde reinigend en zuiverend werkt en het hart van de
mens blij maakt.
Als een menselijk hart zich kan geven zonder te
denken aan een beloning of aan de pijn die het geven tijdelijk voor
de gever kan meebrengen, is dat iets moois. Die liefde die wordt geschonken
zonder dat men aan zichzelf denkt, die geen grenzen kent of voorwaarden
stelt, is goddelijk. Ware liefde is altijd onpersoonlijk.
Liefde is vrede; liefde is harmonie; liefde is zelfvergetelheid;
liefde is kracht; ze is machtig; ze betekent visie; ze betekent evolutie.
Haar kracht verruimt de innerlijke natuur zodanig dat uw medegevoel
geleidelijk toeneemt, omdat u één wordt met het heelal
waarin u thuishoort, waarin u leeft, beweegt en uw bestaan heeft; en
omdat ze zelf harmonie is en tot de essentie van het hart van het heelal
behoort, wordt u één met het goddelijke in het hart van
alle dingen.
Onpersoonlijke liefde is goddelijk. Ze verlicht
het hart; ze verruimt het denken; ze vervult de ziel met een gevoel
van eenheid met al wat is; zodat u net zo min een ander levend wezen
kunt kwetsen als opzettelijk en uit vrije wil iets of iemand waarvan
u op aarde het meeste houdt, schade kunt toebrengen.
Liefde is machtig. Ze is het mooiste in het menselijk
leven omdat ze het mooiste is in het leven van de goden, waarvan het
menselijk leven maar een zwakke en gebrekkige afspiegeling is. Ons hele
wezen zendt een machtige stroom van sympathie uit voor al wat is. Vanaf
het begin wordt het leven grootser, en daagt er aan de verre horizon
van de toekomst een volledig begrip van en voor alles, en een hereniging
van alle wezens en dingen in één bewustzijn, waarin haat,
strijd, onenigheid en misverstanden zullen zijn verdwenen.
Een zwakke afspiegeling van deze liefde is de liefde
van de ene mens voor de andere – een heel zwakke inderdaad, maar
ze is tenminste het begin van zelfvergetelheid. Als de ziel echter eenmaal
wordt verlicht door de heilige glans van onpersoonlijke liefde, dan
leeft u pas echt.
Onpersoonlijke liefde vraagt geen beloning, ze geeft
alles en geeft dus zichzelf. Liefde verlicht. Liefde inspireert; ze
opent de deuren van het verstand omdat ze de boeien verbreekt van het
lagere zelf dat de innerlijke god gevangen houdt. Als u op onpersoonlijke
wijze liefheeft, dan verspreidt zich het goddelijke vuur en wordt de
mens werkelijk mens.
Liefde is een geweldige kracht. Volmaakte liefde
bant alle vrees uit. Iemand van wie het hart van liefde en mededogen
is vervuld, kent nooit angst; daarvoor is in zijn hart geen plaats.
Koester liefde voor al wat leeft, dan verbindt u zich met onoverwinnelijke
kosmische krachten en wordt u sterk, en geestelijk en intellectueel
helderziend. U zult nooit ergens bang voor zijn als uw hart van liefde
en begrip is vervuld, want liefde – volmaakte liefde – brengt
begrip. U zult dan nooit bang zijn voor armoede; u zult nooit angst
hebben voor de dood.
U kunt de angst overwinnen door u grootse en moedige
daden en gedachten voor de geest te roepen. Stel u voor dat u moedige
daden verricht. Bestudeer en bewonder dappere daden van anderen. Bestudeer
en bewonder moedige ideeën van anderen. Kweek het verlangen aan
naar moed, zodat u het in praktijk gaat brengen. Dan wordt u moedig
en zal de angst verdwijnen als de ochtendnevel voor de opkomende zon.
Het geheim van het overwinnen van angst ligt in de scheppende kracht
van de verbeelding.
Dit zijn praktische, ethische voorschriften, praktische
gedragsregels voor de mens; wat is het jammer dat de mensheid die uit
het oog heeft verloren! De mens zal door angst worden beheerst zolang
hij van zichzelf houdt; want hij is dan bang voor alles wat gaat gebeuren
– bang om iets te wagen, bang om te handelen, te denken, uit angst
te verliezen. En dan zal hij verliezen. ‘Wat ik vreesde is me
overkomen!’ Zo gaat het altijd.
Het zijn de Groten die geen angst kennen, die wagen,
die handelen, die doen – want zij zijn de mensen van de daad;
en zij zijn ook de denkers in de wereld; want in beide gevallen hebben
ze geen angst. Ze houden van wat ze doen. Daarom hebben ze geen vrees.
De sterke mens is hij die liefheeft, niet hij die
haat. De zwakke mens haat omdat hij beperkt en klein is. Hij kan het
lijden en het verdriet van anderen niet zien of voelen en zelfs het
standpunt van een ander niet begrijpen, wat toch gemakkelijk is. Maar
de mens die liefheeft ziet zijn verwantschap met alle wezens. Zijn hele
natuur straalt van innerlijke schoonheid, verruimt zich door het innerlijke
vuur dat opvlamt in mooie en harmonieuze gedachten en daardoor in mooie
en vriendelijke daden. Zelfs zijn gelaatstrekken zullen zich verzachten
en vriendelijk worden; hij zal geen angst inboezemen; hij zal niet worden
gehaat.
Onpersoonlijke liefde is magisch; ze brengt wonderen
tot stand; ze zal zelfs harten van steen breken. Niets, zelfs haat niet,
kan haar stuiten. Volg de aloude wet: haat niet. Overwin haat door liefde.
Vergeld haat nooit met haat, want zo giet u olie op een onheilig vuur.
Vergeld haat met mededogen en rechtvaardigheid. Wees rechtvaardig als
men u onrechtvaardig behandelt. Dan verbindt u zich met de geestelijke
werkingen van de natuur en wordt u een kind van het kosmische leven
dat daarna met zijn eeuwige ritme in uw eigen hart klopt.
Wees uzelf, en breid uw sympathieën uit; raak
met de voeldraden van uw bewustzijn het hart van andere mensen aan.
Hoe groot is de vreugde als u als het ware de innerlijke en elektrische
trilling voelt die uw eigen ziel ervaart wanneer u het hart van een
medemens heeft aangeraakt!
Geef ruim baan aan de goddelijke energieën
die sluimeren in uw hart: liefde, mededogen, medelijden, begrip voor
anderen, vriendelijkheid, de visie van schoonheid in het licht van de
liefde, en van liefde in het licht van de schoonheid die zijzelf uitstraalt.
Wees vriendelijk; weiger te haten. Laat uw hart
zich verruimen.
Een andere stap die leidt naar het pad van goddelijke
liefde is vergiffenis. Vergeven is de impuls van het hart die u ertoe
brengt de eerste stap omhoog te doen; dat is inderdaad een van de treden
naar goddelijke liefde. Ware vergeving eist een sterk karakter, ware
menselijkheid, een zuiver onderscheidingsvermogen en intellectuele kracht;
het betekent weigeren wrok te voelen, vol rancune te zijn, haat te kweken;
vergeven betekent ook het zuiveren van uw eigen hart van die lage en
onterende aandriften.
Bijvoorbeeld: er is u onrecht aangedaan. Wat zult
u doen: wrok koesteren, haat kweken, de tijd afwachten om met gelijke
munt terug te betalen en daardoor de onrust en het zielenleed in de
wereld te verdubbelen? Of zegt u: Nee, ik vergeef het; ik heb de weg
hiervoor zelf gebaand, want in het verleden heb ikzelf dit leed mij
op de hals gehaald. Ongelukkig is de mens die me kwaad doet, ik vergeef
hem.
De boosdoener weet niet wat hij doet. Hij is zwak.
Hij is blind. Hij daarentegen die vergevensgezind van aard is, ziet
en is sterk: want liefde vergeeft alles en de reden daarvoor is dat
ze meeleeft en begrijpt. Begrip brengt inzicht.
Leer te vergeven; en vergeef wanneer vergiffenis
nodig is. Vergeef niet alleen met de mond, als u niet in de verleiding
komt om te haten, maar vergeef wanneer u daarvoor een beroep moet doen
op uw innerlijke kracht. Heb lief, wanneer u de lage en zelfzuchtige
drang voelt om te haten, want dan betekent liefhebben een geestelijke
oefening die getuigt van innerlijke kracht en grootsheid.
Dat sterkt u in hoge mate in uw innerlijke constitutie.
Deze oefening en het resultaat daarvan maken een einde aan onenigheid,
verzachten leed, moedigen vertrouwen en vriendelijke gevoelens aan;
en tot hem die oprecht en met succes vergeving schenkt, komt een vrede
en een besef van kracht die niets anders ooit kan geven.
Vergeef uw naasten en heb hen lief en laat de liefde
die uw hart met haar heilige licht vervult en uw denken met haar goddelijke
glans verlicht, uitgaan naar al wat leeft, zonder beperking, zonder
er grenzen aan te stellen; uw beloning zal zeer groot zijn. Want liefde
roept niet alleen liefde op in het hart van anderen, maar heeft ook
een zeer verheffende invloed op uzelf. Ze brengt niet alleen mooie dingen
naar buiten in de ziel van hen die u liefheeft, maar ze ontwikkelt ook
uw eigen vermogens en krachten.
Vergeef en heb lief; daardoor plaatst u de voeten
op het pad dat u rechtstreeks naar de geestelijke zon voert die eeuwig
straalt met genezende kracht. Vergeef en heb lief; en voor u het weet
voelt u de zegenrijke invloed van de boeddhaluister – de christusgeest
– die uw hele wezen doordringt. Dan wordt u een weldadige kracht
op aarde, niet alleen geliefd bij uw medemensen, maar een zegen voor
alle wezens. Dan begint u een juist gebruik te maken van de edele vermogens
en krachten die uw innerlijke god eigen zijn; u zult alles begrijpen,
want liefde is inderdaad helderziend en een machtig vermogen.
Leer te vergeven, want dat is edel; leer lief te
hebben, want dat is goddelijk.