– J –
Jagrat
(Sanskriet)
De bewustzijnstoestand als we wakker zijn, in tegenstelling tot svapna,
de bewustzijnstoestand tijdens de droom-slaap, en die ook verschilt
van sushupti, waarin het menselijk bewustzijn in diepe zelfvergetelheid
is verzonken. De hoogste van alle toestanden waarin het bewustzijn zich
kan brengen of kan worden gebracht is de turiya (‘vierde’),
de hoogste toestand van samadhi, en dit is bijna een nirvanische toestand.
Al deze bewustzijnstoestanden zijn stadia of fasen
van het gestel van de mens, en van wezens met eenzelfde structuur als
de mens. De waaktoestand, of jagrat, is de normale bewustzijnstoestand
voor de belichaamde mens wanneer hij niet slaapt. Svapna is de toestand
waarin het bewustzijn min of meer is bevrijd van het omhulsel van het
lichaam en gedeeltelijk is ontwaakt in de astrale gebieden, de hogere
of de lagere, afhankelijk van de omstandigheden. Sushupti is de toestand
van zelfvergetelheid waarin de mens verzinkt wanneer het waarnemende
bewustzijn in de zuiver manasische toestand komt, die voor het relatief
machteloze hersenverstand zelfvergetelheid is. De turiya-toestand, die
er praktisch op neerkomt dat het gewone menselijke bewustzijn ophoudt
te bestaan, betekent eenwording met atma-buddhi, die door het hogere
manas heen werkt of dit overschaduwt. In feite is er dus sprake van
eenwording met de monadische essentie.
Jiva
(Sanskriet)
In essentie betekent dit woord een levend wezen per se, los
van de eigenschappen of kwaliteiten die zo’n levend wezen kan
bezitten. Het is daarom precies het equivalent van de theosofische term
monade. In zekere zin zou jiva daarom ook voor een levensatoom kunnen
worden gebruikt, mits de nadruk wordt gelegd op het woord leven,
of beter levensentiteit – niet een ‘atoom leven’ maar
een wezen waarvan de essentie zuivere levende individualiteit is. Een
jiva is een monade in zijn goddelijk-spirituele essentie, en een levensatoom
in zijn pranisch-astraal-fysieke wezen, en tussen deze twee uitersten
bevinden zich de talrijke gebieden of omhulsels waarop en waarin het
geïndividualiseerde bewustzijn werkt.
Jivanmukta
(Sanskriet)
Een mystiek en filosofisch woord dat ‘een bevrijde jiva’
betekent, een mens, of een entiteit die in evolutionaire ontwikkeling
gelijkstaat met een mens, die zich als een geïndividualiseerde
monade heeft bevrijd of losgemaakt uit de boeien en bekoringen van de
stoffelijke gebieden.
Een jivanmukta is niet noodzakelijkerwijs een wezen
zonder lichaam; de term wordt trouwens heel vaak gebruikt als aanduiding
voor de meest verheven klasse van ingewijden of adepten, die door evolutie
de bindende aantrekkingskrachten of het magnetisme van de stoffelijke
gebieden hebben overwonnen. De term wordt vaak gebruikt voor een mahatma,
belichaamd of onbelichaamd, en soms ook als omschrijving voor een nirvani
– iemand die tijdens zijn leven nirvana heeft bereikt. Als de
nirvani ‘geen lichaam’ had, zou de mystieke en technische
betekenis van een jivanmukta nauwelijks van toepassing zijn. Kortom,
een jivanmukta kan dus een mens worden genoemd die zelfs tijdens zijn
leven op aarde volkomen bewust en met volledige beschikking over zijn
vermogens in de hoogste delen van zijn samenstelling leeft.
Jivatman
(Sanskriet)
Een veelzeggende term die vrijwel hetzelfde betekent als jiva, maar
waarbij de nadruk ligt op het laatste deel ervan, atman, ‘zelf’.
Jivatman is misschien zelfs een betere term voor monade dan jiva, omdat
jivatman een duidelijk beeld geeft van de monade waarin het individuele
zelf alle andere monadische kenmerken overheerst. Men kan de term misschien
omschrijven als ‘het essentiële zelf of de individualiteit
van de monade’.
De term jivatman wordt soms ook gebruikt voor het
universele leven; maar deze definitie, hoewel in zekere zin juist, is
tamelijk verwarrend omdat ze impliceert dat jivatman overeenkomst vertoont
met paramatman, zo niet identiek daarmee is. Paramatman (zie aldaar)
is het brahman of de universele geest van bijvoorbeeld een zonnestelsel;
daarom is paramatman het convergentiepunt van een kosmisch bewustzijn
waarin alle menigten jivatmans samenkomen in hun hiërarchische
top. De jivatmans van een hiërarchie zijn als de stralen van paramatman,
hun goddelijk-spirituele zon. Jivatman is daarom, in het geval van de
mens, of in feite van iedere andere evoluerende entiteit, de spirituele
monade, of misschien beter gezegd het spirituele ego van die monade.