Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Verklarende woordenlijst

N | O | P | R | S | T | U | V | W | Y | Z

[Noot vert.: Sommige termen zijn aangepast aan de hand van The Theosophical Glossary van H.P. Blavatsky die in het jaar na haar dood (1892) werd gepubliceerd]

N

Necromantie
Het oproepen van de schimmen van de doden; in de oudheid en door de hedendaagse occultisten wordt dit beschouwd als het beoefenen van zwarte magie. Iamblichus, Porphyrius, en andere theürgen keurden het beoefenen ervan evenzeer af als Mozes, die de ‘heksen’ uit zijn tijd ter dood veroordeelde; die heksen waren vaak niet meer dan dodenbezweerders, bijvoorbeeld in het geval van de heks van Endor.

Nefesh (Hebreeuws)
Levensadem, anima, mens vitae, verlangens. In de Bijbel wordt dit woord erg vaag gebruikt. Nefesh betekent in het algemeen prana, ‘leven’; in de kabbala: dierlijke begeerten en de dierlijke ziel. In theosofische leringen is nefesh het prana-kamische beginsel, of de vitaal-dierlijke ziel in de mens.

Neoplatonisten
Een filosofische school die tussen de 2de en 3de eeuw van onze jaartelling ontstond, en werd gesticht door Ammonius Saccas uit Alexandrië. Deze filosofen werden ook philalethen, analogeten, en theürgen genoemd of soms met nog andere namen aangeduid. Ze waren de theosofen uit die eerste eeuwen. Neoplatonisme is platonische filosofie plus extase, goddelijke rajayoga.

Nirmanakaya (Sanskriet)
In de esoterische filosofie betekent deze term iets heel anders dan in de gangbare opvatting en in de verbeelding van de oriëntalisten. Sommigen noemen het nirmanakaya-lichaam ‘nirvana met overblijfselen’ (Schlagintweit), waarschijnlijk in de veronderstelling dat het een soort nirvanische toestand is waarin bewustzijn en vorm worden behouden. Anderen zeggen dat het een van de trikaya (drie lichamen) is met ‘het vermogen elke verschijningsvorm aan te nemen om het boeddhisme te verspreiden’ (een denkbeeld van Eitel); of dat ‘het de geïncarneerde avatara van een godheid is’ (idem). Het occultisme zegt daarentegen (Stem van de stilte) dat nirmanakaya, hoewel de term letterlijk een getransformeerd ‘lichaam’ betekent, een toestand is.

Het betreft een adept of yogi die liever deze postmortale toestand intreedt of verkiest dan die van de dharmakaya of het absolute nirvana. Hij doet dit omdat laatstgenoemde kaya hem voor altijd van de wereld van vormen scheidt, wat hem in een toestand van egoïstische gelukzaligheid brengt, die met geen ander levend wezen kan worden gedeeld en waardoor die adept de mensheid of zelfs deva’s niet meer kan helpen.

Als nirmanakaya laat de adept echter alleen zijn fysieke lichaam achter, en behoudt hij elk ander ‘beginsel’, behalve het kamische, omdat hij dit tijdens zijn leven voorgoed uit zijn natuur heeft gebannen, en dit kan in zijn postmortale toestand nooit opnieuw tot leven komen. In plaats van een egoïstische gelukzaligheid in te gaan, kiest hij een leven van zelfopoffering, een bestaan dat pas met de levenscyclus eindigt, om zo de mensheid op onzichtbare, maar uiterst effectieve, manier te kunnen helpen. (Zie De stem van de stilte, derde fragment, ‘De zeven poorten’.)

Een nirmanakaya is dus niet, zoals men algemeen gelooft, het lichaam ‘waarin een boeddha of een bodhisattva op aarde verschijnt’, maar in feite iemand die, of hij nu tijdens het leven een chutuktu of een khubilkhan, een adept of een yogi was, daarna lid is geworden van die onzichtbare groep wezens die binnen de karmische mogelijkheden de mensheid steeds beschermt en over haar waakt. Een nirmanakaya – vaak ten onrechte aangezien voor een ‘geest’, een deva, God zelf, enz. – is een steeds wakende, meedogende, beschermende engel voor hem die zijn hulp waardig is.

Welk bezwaar er tegen deze leer misschien ook wordt ingebracht, hoezeer ze ook wordt ontkend – ze is tot nu toe in Europa nooit bekendgemaakt, en daarom kennen de oriëntalisten deze leer niet en dus moet ze een ‘recent bedachte mythe’ zijn – toch zal niemand durven zeggen dat die gedachte om de lijdende mensheid te helpen, wat een bijna oneindige zelfopoffering vereist, niet een van de verhevenste en edelste is die het menselijk denken ooit heeft voortgebracht.

Nirvana (Sanskriet)
Volgens de oriëntalisten het volledig ‘uitdoven’, zoals een kaarsvlam, de totale vernietiging van het bestaan. Maar in de esoterische verklaringen is het de toestand van absoluut bestaan en absoluut bewustzijn. Het ego van een mens die tijdens het leven de hoogste graad van volmaking en heiligheid heeft bereikt, komt na het sterven van het lichaam in deze toestand, en soms, zoals in het geval van Gautama Boeddha en anderen, gebeurt dat tijdens het leven.

Nirvani (Sanskriet)
Iemand die nirvana heeft bereikt – een bevrijde ziel. Dat nirvana iets heel anders betekent dan de oriëntalisten beweren, weet ieder ontwikkeld mens die India, China, of Japan heeft bezocht. Het betekent ‘ontsnapping aan het lijden’, maar alleen aan het stoffelijke lijden, het vrij zijn van klesa, of kama, en de volledige uitroeiing van dierlijke verlangens. Als ons wordt verteld dat de Abhidharma nirvana omschrijft als ‘een toestand van absolute vernietiging’ dan zijn we het daarmee eens als bij het laatste woord de omschrijving wordt toegevoegd ‘van alles wat met de stof van de fysieke wereld verband houdt’, en dit is eenvoudig omdat deze (en alles erin) illusie of maya is. Sakyamuni Boeddha zei in de laatste ogenblikken van zijn leven: ‘Het spirituele lichaam is onsterfelijk’ (zie E.J. Eitel, Sanskrit-Chinese Dictionary, 1888, blz. 109).

De geleerde sinoloog, Eitel (Op.cit.), legt het zo uit: ‘De exoterische stelsels van het volk zijn het eens met de negatieve omschrijving van nirvana als een toestand van volledige bevrijding van de cyclus van transmigratie; als een toestand waarin men volkomen vrij is van alle bestaansvormen, in de eerste plaats vrij van alle begeerte en inspanning; een toestand die elke zintuiglijke gewaarwording ontstijgt’ – en hij had eraan kunnen toevoegen ‘een toestand waarin elk mededogen met de lijdende wereld is gedood’.

Daarom staan de bodhisattva’s, die het kleed van de nirmanakaya verkiezen boven dat van de dharmakaya, bij het volk in hoger aanzien dan de nirvani’s. Maar dezelfde geleerde voegt eraan toe: ‘Ze omschrijven nirvana positief [en esoterisch] als de hoogste toestand van spirituele gelukzaligheid, als absolute onsterfelijkheid, door het opgaan van de ziel [beter gezegd geest] in zichzelf, maar met behoud van de individualiteit, zodat bijvoorbeeld boeddha’s weer op aarde kunnen verschijnen na nirvana te zijn ingegaan’ – d.w.z. in het toekomstige manvantara.

Noumenon (Grieks)
De echte, essentiële aard van het zijn, wat men duidelijk moet onderscheiden van de illusoire voorwerpen die door de zintuigen worden waargenomen.

Nous (Grieks)
Een platonische term voor het hogere denkvermogen of de hogere ziel. Nous betekent geest, het goddelijk bewustzijn of denkvermogen in de mens, en moet worden onderscheiden van de dierlijke ziel, psyche. Nous was ontleend aan de Egyptische Nut en werd door Anaxagoras gebruikt om de hoogste godheid (de derde logos) mee aan te duiden. De gnostici gebruikten deze term voor hun eerste bewuste eon, die bij de occultisten de derde logos in de kosmos is, en het derde ‘beginsel’ (van bovenaf) of manas in de mens.

Nut (Egyptisch)
In het Egyptische pantheon betekende dit woord de ‘Ene-Enige’, omdat de exoterische of volksreligie van Egypte niet hoger reikte dan de derde manifestatie, die volgens de esoterische filosofie uitstraalt van het onkenbare en het onbekende. De nous van Anaxagoras was ontleend aan Nut en komt overeen met het mahat van de hindoes – Brahma, de eerste gemanifesteerde godheid – ‘het denkvermogen of de uit eigen kracht werkende geest’. Dit scheppende beginsel is de drijvende kracht van alles in het heelal – de ziel of ideatie ervan.

O

Occult World, The
De naam van het eerste boek over theosofie, haar geschiedenis en enkele van haar leringen. Geschreven door A.P. Sinnett, in die tijd redacteur van de vooraanstaande Indiase krant, de Pioneer, uit Allahabad.

Occulte wetenschappen
De wetenschap van de geheimen van de fysieke, psychische, mentale, en spirituele natuur; ook hermetische en esoterische wetenschappen genoemd. In het Westen kan de kabbala worden vermeld; in het Oosten mystiek, magie, en yogafilosofie. Over laatstgenoemde wordt door de chela’s in India vaak gesproken als de zevende darsana (filosofische school) omdat er in India slechts zes darsana’s algemeen bekend zijn. Die wetenschappen zijn en waren eeuwenlang voor het volk verborgen gehouden, en wel om goede redenen: ze zouden nooit worden erkend door de egoïstische ontwikkelde klassen, en de ongeschoolde klassen zouden ze niet kunnen begrijpen. Bovendien zouden eerstgenoemde ze kunnen misbruiken en zo de goddelijke wetenschap tot zwarte magie omvormen.

De esoterische filosofie van de kabbala is vaak verweten dat haar literatuur vol ‘exotisch en betekenisloos jargon’ staat, dat voor het gewone denken onbegrijpelijk is. Maar maken de exacte wetenschappen – medicijnen, fysiologie, scheikunde, en de andere – zich niet aan hetzelfde schuldig? Verhullen de officiële wetenschappen hun feiten en ontdekkingen niet eveneens door nieuwe, exotische Griekse-Latijnse termen te bedenken?

Wijlen onze broeder Kenneth Mackenzie heeft terecht opgemerkt: ‘Goochelen met woorden, terwijl de feiten zo eenvoudig zijn, is de kunst van de huidige wetenschappers en staat in schril contrast met die van de 17de eeuw, toen een schep een schep werd genoemd in plaats van een ‘landbouwkundig werktuig’.’ (The Royal Masonic Cyclopaedia, 1877, blz. 523.) Bovendien zouden hun ‘feiten’, als ze in gewone taal werden weergegeven, heel eenvoudig en begrijpelijk zijn, terwijl de feiten van de occulte wetenschap zo diepzinnig van aard zijn dat er in de meeste gevallen in de Europese talen geen woorden bestaan om ze uit te drukken. Tot slot dient ons ‘jargon’ een tweeledig doel: (a) om deze feiten voor iemand die de occulte terminologie goed kent duidelijk te beschrijven; en (b) om ze voor de niet-ingewijden te verbergen.

Occultisme (zie occulte wetenschappen)

Occultist
Iemand die het occultisme beoefent, een adept in de geheime wetenschappen, maar heel vaak toegepast op iemand die ze alleen bestudeert.

Olympiodorus
De laatste befaamde neoplatonist uit de school van Alexandrië. Hij leefde in de 6de eeuw onder keizer Justinianus. In de voorchristelijke en nachristelijke tijd waren er verschillende schrijvers en filosofen met die naam. Een van hen was de leraar van Proclus, een andere een historicus uit de 8ste eeuw, enz.

Oorzakelijk lichaam
Dit ‘lichaam’, dat in feite helemaal geen lichaam is, noch objectief noch subjectief, maar buddhi, de spirituele ziel, wordt zo genoemd omdat het de rechtstreekse oorzaak is van de sushupti-toestand die leidt tot de turiya-toestand, de hoogste toestand van samadhi. De ‘taraka-raja-yogi’s noemen het karanopadhi, ‘de basis van de oorzaak’, en in het Vedanta-stelsel komt het overeen met vijñanamaya- en anandamayakosa (laatstgenoemde volgt op atman, en is daarom het voertuig van de universele geest). Buddhi zou op zichzelf niet een ‘oorzakelijk lichaam’ kunnen worden genoemd, maar wordt dit in samenhang met manas, de incarnerende entiteit, of het ego.

Origenes
Een christelijke kerkvader, geboren aan het einde van de 2de eeuw, waarschijnlijk in Afrika, over wie weinig tot niets bekend is omdat zijn biografische gegevens aan het nageslacht zijn doorgegeven via Eusebius, de meest doortrapte vervalser die ooit heeft geleefd. Van laatstgenoemde wordt gezegd dat hij meer dan 100 brieven van Origenes (of Origenes Adamantius) heeft verzameld, die nu verloren zouden zijn gegaan. Voor theosofen is de ‘leer van de pre-existentie van zielen’ het interessantste werk van Origenes. Hij was een leerling van Ammonius Saccas, en heeft lange tijd het onderricht van deze grote filosoof bijgewoond.

P

Panaenus
Een platonische filosoof uit de school van de philalethen in Alexandrië.

Pandora
In de Griekse mythologie de eerste vrouw op aarde, die door Hephaistos uit klei was geschapen om de mensheid te straffen voor het vuur dat de mens van Prometheus had ontvangen en dat door hem van de goden was gestolen. Pandora wordt naar Epimetheus, de broer van Prometheus, gezonden met een kruik vol ondeugden en plagen. Epimetheus nam haar tot vrouw waarna zij de kruik opende en de ondeugden en plagen zich onder de mensheid verspreidden.

Pantheïst
Iemand die God vereenzelvigt met de natuur en omgekeerd. Indien we de godheid als een oneindig en alomtegenwoordig beginsel willen beschouwen, kan het ook moeilijk anders zijn; de natuur is dan eenvoudig het fysieke aspect, of het lichaam, van de godheid.

Parabrahman (Sanskriet)
Een term uit de Vedanta die ‘voorbij brahman’ betekent. Het allerhoogste en absolute beginsel, onpersoonlijk en naamloos. In de Veda wordt het ‘dat’ genoemd.

Paranirvana
In de Vedanta-filosofie de hoogste vorm van nirvana – voorbij nirvana.

Parsi’s
De Perzische volgelingen van Zarathoestra, die nu in India wonen, vooral in Bombay en Gujarat; zon- en vuuraanbidders. Er zijn nu nog 50.000 à 60.000 parsi’s in India, waar ze zich ongeveer 1000 jaar geleden hebben gevestigd.

Persoonlijkheid
De leringen van het occultisme verdelen de mens in drie aspecten: de goddelijke, de denkende of rationele, en de redeloze of dierlijke mens. Voor metafysische doeleinden wordt de mens ook als een zevenvoud opgevat, of is hij, zoals het in de theosofie gewoonlijk wordt geformuleerd, samengesteld uit zeven ‘beginselen’; daarvan vormen drie de hogere triade, en de vier andere het lagere viertal. In dit viertal is de persoonlijkheid actief, die alle kenmerken en herinneringen omvat van één fysiek leven. De individualiteit is het hoger ego (manas) van de triade, die als een eenheid wordt beschouwd. Met andere woorden, de individualiteit is ons onvergankelijke ego dat reïncarneert en zich bij elke nieuwe geboorte hult in een nieuwe persoonlijkheid.

Philadelphiërs
Letterlijk ‘zij die hun medemens liefhebben’. Een 17de-eeuwse religieuze stroming, gesticht door een zekere Jane Lead. Ze maakten bezwaar tegen alle rituelen, vormen, en ceremoniën van de kerk, en zelfs tegen de kerk zelf, maar beweerden in ziel en geest door een innerlijke godheid te worden geleid, hun eigen ego of innerlijke god.

Philalethen (zie neoplatonisten)

Philo Judaeus
Een gehelleniseerde jood uit Alexandrië, een beroemde historicus en filosoof uit de eerste eeuw. Hij werd rond 30 v.Chr. geboren en is tussen 45 en 50 n.Chr. overleden. Philo’s symbolische interpretatie van de Bijbel is heel opmerkelijk. Er wordt gezegd dat de zoogdieren, vogels, reptielen, bomen, en plaatsen die erin worden genoemd, allemaal ‘allegorieën zijn van toestanden van de ziel, van vermogens, neigingen, of begeerten; nuttige planten waren symbolen voor deugden; schadelijke voor de eigenschappen van de onverstandigen, en zo kan men verdergaan met het mineralenrijk; met de hemel, aarde, en sterren; met de bronnen en rivieren, velden en woonplaatsen; met de metalen, de substanties, wapens, kleding, sieraden, meubilair, het lichaam en zijn organen, de geslachten en onze uiterlijke toestand’. (A Dictionary of Christian Biography, etc., deel 4, 1887, blz. 377.) Dit alles zou een duidelijke bevestiging zijn van het denkbeeld dat Philo bekend was met de oude kabbala.

Phren
Een pythagorische term die aanduidt wat wij kama-manas noemen, dat nog wordt overschaduwd door buddhi-manas.

Planeetgeesten
Heersers en bestuurders van de planeten. Planetaire goden.

Plastisch
In het occultisme gebruikt met betrekking tot de aard en het wezen van het astraal lichaam, of de ‘proteïsche ziel’.

Pleroma
‘Volheid’; een gnostische term die ook door Paulus werd gebruikt. Goddelijke wereld of de verblijfplaats van goden. Universele ruimte, verdeeld in metafysische eonen.

Plotinus
Een voortreffelijke platonische filosoof uit de 3de eeuw, een groot beoefenaar van de mystiek, bekend om zijn deugden en kennis. Hij onderwees een leer die dezelfde was als die van de Vedanta, namelijk dat de geest-ziel, die uit het ene goddelijke beginsel emaneert, na haar pelgrimstocht op aarde weer ermee wordt verenigd.

Porphyrius
Zijn werkelijke naam was Malik, en daarom dacht men dat hij een jood was. Hij kwam uit Tyrus en werd, na eerst bij Longinus, de eminente filosoof-criticus te hebben gestudeerd, leerling van Plotinus in Rome. Hij was neoplatonist en een voortreffelijk schrijver, vooral bekend door zijn dispuut met Iamblichus over het kwaad dat verbonden is aan de beoefening van theürgie, maar werd uiteindelijk tot de inzichten van zijn opponent bekeerd.

Als geboren mysticus volgde hij, evenals zijn leermeester Plotinus, het zuivere Indiase rajayoga-stelsel dat door oefening leidt tot de vereniging van de ziel met de overziel van het heelal, en van de menselijke met de goddelijke ziel, buddhi-manas. Hij beklaagt zich dat hij, ondanks al zijn inspanning, de hoogste toestand van extase maar eenmaal heeft bereikt, en wel toen hij 68 jaar was, terwijl zijn leraar Plotinus de hoogste gelukzaligheid tijdens zijn leven zes keer had ervaren.

Pot-Amun
Een Koptische term die betekent ‘iemand gewijd aan de god Amun’, de god van wijsheid. De naam van een Egyptische priester en occultist onder de ptolemeïsche dynastie.

Prajña (Sanskriet)
Dit woord duidt het ‘universele denkvermogen’ aan. Een synoniem van mahat.

Pralaya (Sanskriet)
Ontbinding, het tegenovergestelde van manvantara; pralaya is de periode van rust, manvantara de periode van activiteit van een planeet, of van het hele universum. Respectievelijk dus dood en leven.

Prana (Sanskriet)
Levensbeginsel, de levensadem, nefesh.

Proteïsche ziel
Een naam voor het mayavirupa of gedachtelichaam, het hogere astrale lichaam. Een adept kan dit naar wens elke vorm laten aannemen.

Purana (Sanskriet)
Letterlijk ‘oud’, een oud verhaal of een oude legende. De Purana’s betreffen een groot aantal hindoegeschriften.

Pythagoras
De beroemde mystieke filosoof, geboren rond 586 v.Chr. op Samos; hij onderwees het heliocentrisch stelsel, reïncarnatie, hogere wiskunde, en de hoogste metafysica. Hij leidde een school die in de hele wereld befaamd was.

R

Reïncarnatie of wederbelichaming
De eens algemeen verspreide leer die zegt dat het ego zich op deze aarde talloze keren opnieuw belichaamt. Tegenwoordig wordt ze ontkend door de christenen, die de leringen van hun eigen evangeliën verkeerd schijnen te begrijpen. Niettemin wordt het periodiek en gedurende lange cyclussen aannemen van een lichaam van vlees door de hogere menselijke ziel (buddhi-manas), of het ego, in de Bijbel onderwezen, evenals in alle andere oude geschriften; ‘wederopstanding’ betekent alleen de wedergeboorte van het ego in een nieuwe vorm.

Reuchlin, Johannes
Een belangrijke Duitse filosoof, taalkundige, kabbalist, en geleerde. Hij werd in 1455 in Pforzheim, Duitsland, geboren en was al op jonge leeftijd diplomaat. Hij bekleedde in een bepaalde periode van zijn leven het hoge ambt van rechter bij de rechtbank in Tübingen, waar hij elf jaar bleef. Ook was hij leermeester van Melanchthon, en werd voortdurend vervolgd door de geestelijkheid wegens zijn verheerlijking van de Hebreeuwse kabbala, hoewel hij toch tegelijkertijd de ‘vader van de reformatie’ wordt genoemd. Hij stierf in 1522 in grote armoede, wat in die tijd het lot was van iedereen die tegen de letter van de kerk inging.

S

Saint-Germain (graaf)
Een mysterieuze figuur die vanaf het midden van de 18de eeuw in Frankrijk, Engeland, en elders verscheen. De grootste adept die Europa in de afgelopen eeuwen heeft gekend.

Samadhi (Sanskriet)
In India een term voor spirituele extase. Het is een toestand van volledige trance, teweeggebracht door middel van mystieke concentratie.

Sammasambuddha (Pali)
Het zich plotseling herinneren van al zijn vorige incarnaties, een vorm van herinneren die door middel van yoga wordt bereikt. Een mystieke boeddhistische term.

Samothrake
Een eiland in de Griekse archipel, in de oudheid bekend om de in zijn tempels opgevoerde mysteriën. Deze mysteriën waren wereldberoemd.

Samyutta Nikaya (Pali)
Een van de boeddhistische sutra’s.

Sankhara (Pali); samskara (Sanskriet)
Een van de vijf boeddhistische skandha’s of eigenschappen. ‘Neigingen van het denkvermogen’.

Sañña (Pali); samjña (Sanskriet)
Een van de vijf skandha’s of eigenschappen, de betekenis is ‘abstracte denkbeelden’.

Sat (Sanskriet)
Theosofen proberen de essentiële betekenis van dit onvertaalbare woord zo dicht mogelijk te benaderen met de term zijn-heid (zie aldaar).

Seance
Een term die wordt gebruikt voor een bijeenkomst met een medium waar allerlei verschijnselen worden teweeggebracht. Voornamelijk gebruikt door spiritisten.

Sefiroth (Hebreeuws)
Een kabbalistisch woord voor de tien goddelijke emanaties van ain sof, het onpersoonlijke, universele beginsel, of de godheid.

Skandha’s (Sanskriet)
De eigenschappen van elke persoonlijkheid, die na de dood zogezegd de basis vormen voor een nieuwe karmische incarnatie. In het exoterische stelsel van de boeddhisten zijn er vijf: rupa, vorm of lichaam, dat zijn magnetische atomen en occulte affiniteiten achterlaat; vedana, gewaarwordingen, die hetzelfde doen; sañña, abstracte denkbeelden, de scheppende krachten die van de ene op de andere incarnatie actief zijn; sankhara, neigingen van het denkvermogen, en viññana, mentale vermogens.

Somnambulisme
‘Slaapwandelen’. Een psychofysiologische toestand die zo bekend is dat nadere uitleg niet nodig is.

Spiritisme
Het geloof dat de geesten van de doden kunnen communiceren met de levenden. De spiritisten in Amerika en Engeland wijzen vrijwel unaniem de reïncarnatieleer af, terwijl de spiritisten in Frankrijk haar tot het basisbeginsel van hun geloof maken. Toch is er een groot verschil tussen het gezichtspunt van laatstgenoemden en de filosofische leringen van de oosterse occultisten. De Franse school van spiritisten werd door Allan Kardec gesticht, en de spiritisten in Amerika en Engeland behoren tot de school van de ‘meisjes Fox’, die hun theorieën in Rochester (USA) bekendmaakten. Hoewel theosofen in mediamieke verschijnselen geloven, verwerpen ze de gedachte dat deze worden teweeggebracht door ‘geesten’.

Steen der wijzen
Een term in de alchemie; ook projectiepoeder genoemd, een mysterieus ‘beginsel’ dat het vermogen heeft om onedele metalen in zuiver goud om te zetten. In de theosofie staat het symbool voor de omzetting van de lagere dierlijke natuur van de mens in de hoogste goddelijke natuur.

Sthulasarira (Sanskriet)
Term voor het fysieke lichaam van de mens, in het occultisme en in de Vedanta-filosofie.

Sthulopadhi (Sanskriet)
Het fysieke lichaam in wakende, bewuste toestand (jagrat). Deze term behoort tot de leringen van de taraka-raja-yoga school.

Sukshmopadhi (Sanskriet)
Dit voertuig of deze basis in de menselijke constitutie omvat het hoger en lager manas, kama, en hun astrale sluier. De slaap- of droomtoestand houdt verband hiermee. Deze term behoort tot de leringen van de taraka-raja-yoga school.

Swedenborg, Emanuel
Een bekende geleerde en helderziende uit de 18de eeuw; een heel geleerd man die veel aan de wetenschap heeft bijgedragen, maar die op grond van zijn mystiek en zijn transcendentale filosofie in de categorie van hallucinerende zieners wordt geplaatst. Hij staat nu algemeen bekend als de grondlegger van de Swedenborgianisme of de Algemene Kerk van het Nieuwe Jeruzalem. Hij werd in 1688 in Stockholm geboren; zijn ouders waren Luthers; zijn vader was bisschop van West-Gothland. Oorspronkelijk was zijn naam Swedberg, maar toen hij in 1719 in de adelstand werd verheven en geridderd werd die veranderd in Swedenborg. In 1743 werd hij een mysticus, en vier jaar later (in 1747) trok hij zich terug uit het ambt (van buitengewoon toezichthouder bij de Raad van de Mijnen) om zich geheel aan de mystiek te wijden. Hij overleed in 1772.

T

Taijasa (Sanskriet)
Van tejas, ‘vuur’; het betekent de ‘stralende’, de ‘lichtgevende’, en heeft betrekking op het manasarupa, ‘het lichaam van manas’, ook op de sterren en de schitterende sterachtige omhulsels. In de Vedanta-filosofie heeft de term nog andere betekenissen, naast de hier gegeven occulte betekenis.

Taraka-raja-yoga (Sanskriet)
Een van de brahmaanse yogastelsels, de meest filosofische en in feite geheimste van alle, want de werkelijke leringen ervan zijn nooit openbaar gemaakt. Het is een puur verstandelijk en spiritueel stelsel van training.

Tetragrammaton (Grieks)
De naam van de godheid in vier letters, in ons schrift IHVH. Het is een kabbalistische term die op een meer stoffelijk gebied overeenstemt met de heilige pythagorische tetraktis.

Theodidaktos (Grieks)
‘Door god onderwezen’; een titel gegeven aan Ammonius Saccas.

Theogonie
Van het Griekse theogonia; letterlijk de ‘afstamming van de goden’.

Theosophia (Grieks)
Van theos (god) en sophia (wijsheid) en betekent ‘goddelijke wijsheid’, of ‘wijsheid van de goden’.

Therapeutae (Latijn), therapeutai (Grieks) of therapeuten
Een school van joodse mystieke genezers of esoterici, die sommigen ten onrechte een sekte noemen. Ze woonden in en bij Alexandrië, en hun daden en geloof zijn voor critici tot op heden een mysterie, want hun filosofie schijnt een combinatie te zijn van orfische, pythagorische, esseense, en puur kabbalistische praktijken.

Theürgie (van het Griekse theiourgia)
Rituelen om planetaire en andere geesten of goden naar de aarde te laten afdalen. Om dat doel te bereiken moesten de motieven van de theürg volkomen zuiver en onzelfzuchtig zijn. Het beoefenen van theürgie is nu erg ongewenst en zelfs gevaarlijk. De wereld is te verdorven en slecht geworden voor het uitoefenen van wat alleen zulke heilige en geleerde mensen als Ammonius, Plotinus, Porphyrius, en Iamblichus (de geleerdste van alle theürgen) straffeloos konden ondernemen. In onze tijd wordt theürgie of goddelijke, weldadige magie maar al te gemakkelijk goëtisch, of met andere woorden tovenarij. Theürgie is het eerste van de drie onderdelen van magie, namelijk theürgische, goëtische, en natuurlijke magie.

Thumos (Grieks)
Een pythagorische en platonische term. De astrale, dierlijke ziel; het kama-manas. Thumos betekent hartstocht, begeerte, verwarring. Komt overeen met de term tamas in het Sanskriet, ‘de eigenschap duisternis’, en is waarschijnlijk daarvan afgeleid.

Timaeus (van Locri)
Een pythagorische filosoof, geboren in Locri. Over metempsychose verschilde hij enigszins van mening met zijn leraar. Hij schreef een nu nog bestaande verhandeling over de aard van de wereld en de ziel, in het Dorische dialect.

Triade (zie drie-eenheid)

U

Universele broederschap
De ondertitel van de Theosophical Society, en de eerste van de drie doelstellingen die ze nastreeft.

Upadhi (Sanskriet)
De basis van iets, onderbouw; zoals in het occultisme substantie de upadhi is van geest.

Upanishad (Sanskriet)
Letterlijk ‘esoterische leer’. De derde onderafdeling van de Veda’s, en ze worden gerekend tot de openbaringen (sruti, of ‘geopenbaard woord’). Er bestaan nog ongeveer 150 Upanishads, hoewel van slechts ongeveer 20 volledig zeker is dat ze betrouwbaar zijn en vrij van vervalsing. Die dateren alle van voor de 6de eeuw v.Chr. Zoals de kabbala de esoterische betekenis van de Bijbel toelicht, zo verklaren de Upanishads de mystieke betekenis van de Veda’s.

Prof. Cowell doet twee uitspraken over de Upanishads die zowel interessant als juist zijn:

[(1) Deze werken hebben] één opmerkelijke bijzonderheid: het volledig ontbreken van enige brahmaanse exclusiviteit in hun leringen . . . Ze ademen een heel andere geest, een vrijheid van denken die niet voorkomt in enig vroeger geschrift, behalve in de hymnen van de Rig-Veda. [En (2)] over de grote leraren van hogere kennis [guptavidya] en de brahmanen wordt voortdurend gezegd dat ze naar kshatriya-koningen gingen om hun leerling [chela] te worden.*

*Mountstuart Elphinstone, The History of India, 1866, blz. 282.

Dit bewijst afdoende dat (a) de Upanishads werden geschreven vóór het kastenstelsel en de brahmaanse macht werden opgelegd, en in ouderdom dus alleen door de Veda’s worden overtroffen; en (b) dat de occulte wetenschappen of de ‘hogere kennis’, zoals Cowell het omschrijft, veel ouder is dan de brahmanen in India, of zelfs dan hun kaste. De Upanishads zijn echter van veel latere datum dan de guptavidya, of de ‘geheime wetenschap’, die zo oud is als het menselijk filosofisch denken zelf.

V

Vahana (Sanskriet)
‘Voertuig’, een synoniem van upadhi.

Vallabhacharya’s (Sanskriet)
De ‘sekte van de maharaja’s’. Een losbandige fallus vererende geloofsgemeenschap waarvan de belangrijkste afdeling zich in Bombay bevindt. Het onderwerp van verering is het kind Krishna. De Brits-Indiase regering was verschillende keren gedwongen in te grijpen om een einde te maken aan haar rituelen en laagstaande praktijken, en de regerende maharaja, een soort hogepriester, werd terecht verschillende keren gevangen gezet. Het is een van de zwartste kanten van India.

Vedanta (Sanskriet)
Letterlijk ‘het einde of de voltooiing van alle kennis’. In de zes darsana’s of filosofische scholen ook Uttaramimansa, de ‘latere’ Mimansa genoemd. Er zijn mensen die, omdat ze de esoterische kant ervan niet kunnen begrijpen, de Vedanta als atheïstisch beschouwen; maar dit is niet juist, want Sankaracharya, de grote apostel van dit stelsel die er bekendheid aan gaf, was een van de grootste mystici en adepten van India.

Vidya (Sanskriet)
Kennis, of beter gezegd ‘wijsheid-kennis’.

Viertal
De vier lagere ‘beginselen in de mens’, die zijn persoonlijkheid vormen (namelijk lichaam, astraal dubbel, prana of leven, de zetel van het verlangen en lager manas (het hersenverstand). Men dient dit goed te onderscheiden van de hogere triade, die bestaat uit de hogere spirituele ziel, het denkvermogen, en de atman (het hoger zelf).

Viññana (Pali) of vijñana (Sanskriet)
Een van de vijf skandha’s; het betekent letterlijk ‘mentale vermogens’. (Zie ‘skandha’s’.)

Vuurfilosofen
Een naam gegeven aan de hermetici en alchemisten van de middeleeuwen, en ook aan de rozenkruisers. Laatstgenoemden, de opvolgers van de theürgen, beschouwden het vuur als symbool van de godheid. Het was niet alleen de bron van stoffelijke atomen, maar bevatte de activerende spirituele en psychische krachten daarvan. In grote lijnen is vuur een drievoudig beginsel; maar esoterisch gezien is ze zevenvoudig, evenals alle andere elementen. Zoals de mens bestaat uit geest, ziel, en lichaam, plus een viervoudig aspect, zo is het ook met vuur.

Volgens de werken van Robert Fludd (de Fluctibus), een van de beroemde rozenkruisers, bevat vuur – ten eerste een zichtbare vlam (lichaam); ten tweede een onzichtbaar, astraal vuur (ziel); en ten derde geest. De vier aspecten zijn (a) warmte (leven), (b) licht (denkvermogen), (c) elektriciteit (kamische of moleculaire krachten), en (d) de synthetische essenties boven de geest, of de oorzaak en oorsprong van zijn bestaan en manifestatie. Wanneer een vlam is gedoofd op het objectieve gebied, is ze voor de hermeticus of rozenkruiser alleen maar van de zichtbare naar de onzichtbare wereld overgegaan; van het kenbare naar het onkenbare.

W

Wet van vergelding (zie karma)

Wijsheid-religie
Hetzelfde als theosofie. De naam gegeven aan de geheime leer die aan elk exoterisch heilig geschrift en elke exoterische religie ten grondslag ligt.

Y

Yoga (Sanskriet)
Een door Patañjali opgerichte filosofische school, die echter als een duidelijke leer en levenswijze lang voor hem bestond. Aan Yajñavalkya, een bekende wijze uit de oudheid, worden de Sukla (Witte) Yajurveda, het Satapatha Brahmana en de Brihadaranyaka Upanishad toegeschreven; hij leefde in een tijd vóór het Mahabharata ontstond. Men zegt dat hij de nadruk legde op de noodzaak van religieuze meditatie en om zich terug te trekken in de bossen; daarom is men van mening dat hij de grondlegger is van de yogaleer. Prof. Max Müller zegt dat Yajñavalkya de wereld heeft voorbereid op de prediking van Boeddha. Maar de yoga van Patañjali is als filosofie duidelijker en nauwkeuriger, en omvat meer van de occulte wetenschappen, dan de aan Yajñavalkya toegeschreven werken.

Yogi (Sanskriet)
Een toegewijde, iemand die het yogastelsel beoefent. Er zijn verschillende graden en soorten yogi’s. Het is in India nu een algemene term geworden om iedere soort asceet mee aan te duiden.

Yuga (Sanskriet)
Een wereldperiode waarvan er vier zijn die elkaar in een reeks opvolgen, namelijk krita- (of satya)yuga, de gouden eeuw; tretayuga, dvaparayuga, en ten slotte kaliyuga, de zwarte eeuw – waarin we ons nu bevinden.

Z

Zelf
Er zijn in de mens twee zelven – het hoger en het lager, het onpersoonlijk en het persoonlijk zelf. Het eerste is goddelijk, het andere half dierlijk. Men moet goed onderscheid maken tussen die twee.

Zenobia
De koningin van Palmyra, door keizer Aurelianus verslagen. Ze had als leermeester Longinus, de beroemde criticus en logicus uit de 3de eeuw van onze jaartelling. (Zie ‘Longinus’.)

Zijn-heid (Engels: be-ness)
Een term bedacht door theosofen om nauwkeuriger de werkelijke betekenis van het onvertaalbare woord sat weer te geven. Laatstgenoemd woord betekent niet ‘het zijn’, want dat veronderstelt een waarnemend bewustzijn van het bestaan. Maar omdat de term sat alleen wordt toegepast op het absolute beginsel – dat universele, onbekende, en altijd onkenbare beginsel dat door het filosofisch pantheïsme wordt gepostuleerd en de diepste oorsprong van de kosmos en de kosmos zelf wordt genoemd – kan het niet worden vertaald met de eenvoudige uitdrukking ‘het zijn’. Sat is zelfs niet, zoals vertaald door sommige oriëntalisten, ‘de onbegrijpelijke entiteit’; want het is evenmin een ‘entiteit’ als een niet-entiteit, maar beide. Het is zoals gezegd absolute zijn-heid, niet ‘het zijn’; het ene (waarvan er geen tweede bestaat), ongedeelde en ondeelbare Al – de wortel van de natuur, zowel de zichtbare als de onzichtbare, de objectieve als de subjectieve, aangevoeld door de hoogste spirituele intuïtie maar die nooit volledig kan worden begrepen.

Zivo, Kebar (of Iukabar)
De naam van een van de scheppende godheden in de Codex Nazaraeus. (Zie Iukabar Zivo.)

Zohar (Hebreeuws)
Het ‘Boek van Schittering’, een kabbalistisch werk, toegeschreven aan Shimon ben Yochai uit de 1ste eeuw van onze jaartelling.

Zomerland
De naam die spiritisten hebben bedacht voor het verblijf van hun ‘geesten’ van overledenen, dat ze ergens in de Melkweg lokaliseren. Op gezag van terugkerende ‘geesten’ wordt het als een lieflijk land beschreven, dat prachtige steden en gebouwen, een senaatsgebouw, musea, enz., heeft. (Zie de werken van Andrew Jackson Davis.)

Zwarte magie
Tovenarij, necromantie, of het oproepen van de doden en ander egoïstisch misbruik van abnormale krachten. Dit misbruik kan onopzettelijk zijn; toch blijft het ‘zwarte’ magie wanneer er puur voor eigen genoegen verschijnselen worden teweeggebracht.


Sleutel tot de theosofie, blz. 289-307

© 2023 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag