Theosophical University Press Agency

Het doorgeven van het licht*

G. de Purucker

*Passages uit Bron van het occultisme, blz. 3-8.

Een ontelbaar aantal occulte scholen, alle voortgekomen uit de moederschool, hebben in het verleden bestaan, bestaan nu nog en zullen in de toekomst blijven bestaan. Al dergelijke genootschappen, die in ieder land en iedere eeuw bestaan, doen op hun wijze enig goed werk naarmate ze de oude wijsheid brengen. Maar wat ze aan waarheid doorgeven is te vaak gezien door het vervormende mentale prisma van hen die van de bron zijn afgeweken. Alleen als ze het oorspronkelijk van de moederschool ontvangen licht getrouw doorgeven, kunnen ze terecht scholen voor occultisme worden genoemd.

Zoals de oorspronkelijke esoterische groeperingen de grote religieuze en filosofische scholen van het verleden werden, zo was de huidige theosofische beweging bedoeld om de spiritueel-intellectuele kweekplaats te zijn waaruit de grote filosofische, religieuze en wetenschappelijke stelsels van toekomstige eeuwen – ja, het hart van de beschavingen van de komende cyclussen – zullen ontstaan.

In elk belangrijk tijdperk zijn er in verschillende delen van de wereld theosofische bewegingen gesticht. Enkele hadden succes; de meeste bestonden een poosje, deden enig goed werk, verrichtten een bepaald deel van het werk dat gedaan moest worden, en mislukten dan, werden een kerk, een sekte, een dogmatisch geloofsstelsel. Zulke periodieke pogingen om in het hart van de mens de tijdloze waarheden te prenten, zullen in de toekomst worden voortgezet, totdat de mens zover is geëvolueerd dat hij het licht verwelkomt als het verschijnt en hij het als het kostbaarste geschenk in ere zal houden.

Zo gebeurde het dat in 1875 twee mannen, met een ziel als van een boeddha, de uitdaging aannamen om in zekere zin karmisch de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het brengen van een nieuwe boodschap die, op grond van haar innerlijke vitaliteit en de overtuigingskracht van haar waarheden, de mens tot nadenken zou stemmen. Vanaf dat moment begonnen er in de wetenschap nieuwe ideeën te ontstaan; de gedachteatmosfeer van de wereld gaf nieuwe impulsen te zien en, wat zeker niet het minst belangrijke was, het ideaal om voor een uiteindelijke universele broederschap onder alle volkeren te werken vond ingang. Het hoofddoel was deze oude spirituele beginselen als zuurdesem te laten werken in het menselijk denken, op het gebied van religie en filosofie en ten slotte in de maatschappelijke structuur zelf. H.P. Blavatsky werd geïnspireerd tot het schrijven van haar meesterwerken, Isis ontsluierd en De geheime leer – niet met het doel een nieuwe godsdienst te stichten, maar om de oude wijsheidstraditie van de mensheid in haar meer esoterische aspecten opnieuw en volledig te formuleren. Als zodanig was ze een van de schakels in de reeks opeenvolgende leraren die op bepaalde vaste tijden verschijnen om het esoterische licht en de esoterische waarheid door te geven. Ze kwam aan het begin van een nieuwe messiaanse periode en het einde van een oude, en was dus de boodschapper voor het komende tijdperk.

De beschermers van de mensheid – noem ze zoals u wilt, meesters, mahatma’s, adepten of oudere broeders van het ras – werken overal waar ze ook maar de geringste kans bespeuren om goed te doen, om de spirituele natuur van hun medemensen tot ontwikkeling te brengen. Het is duidelijk dat elke organisatie of groep mensen, of iedere enkeling, die in het leven een edel pad probeert te volgen, hun hulp zal ontvangen als ze dat verdienen. Verdienste is de toets, de enige toets. Als de juiste roep wordt gedaan, wordt deze beantwoord. Maar als het alleen voor eigen voordeel is, is het beslist geen ‘juiste roep’. De enige roep die ze erkennen, is de roep die wordt gedaan door hen die in hun hart hunkeren naar licht, die zoeken naar wijsheid en die een ziel hebben die door mededogen wordt bewogen. Bovendien moet de roep uitsluitend worden gedaan met het doel de wijsheid en het licht die worden ontvangen, te leggen op het altaar van dienstbaarheid aan de mensheid. Geen enkele ernstige hartenklop blijft onbeantwoord en elke aspiratie van de ziel om te helpen wordt trouw geregistreerd.

De broederschap van adepten is dus de beschermer en bewaarder van de oorspronkelijke wijsheid, en haar leden hebben gezworen deze geheim te houden en in stilte te bewaren totdat iemand aan de deur klopt met de juiste klop. Ze ontvangen op hun beurt licht van anderen, hoger dan zijzelf; en zo wordt deze theosophia – de wijsheid van de goden – steeds weer aan de mens overgebracht langs de Gouden Keten van Mercurius, de vertolker.


Uit het tijdschrift Sunrise sep/okt 1999

© 1999 Theosophical University Press Agency