Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

Elementalenrijken en kosmische elementen

Er is de vraag gesteld: Wat zijn precies de drie elementalenrijken en bestaat er een bijzonder verband met de kosmische elementen van de Ouden?

De elementalenrijken zijn, evenals alle andere rijken, verzamelingen of groepen evoluerende monaden; de zogenaamde elementen van de Ouden, of de beginselen, werden zo genoemd om weer te geven wat wij tegenwoordig de zeven beginselen of elementen van het heelal noemen, zoals een mens zeven beginselen of elementen heeft. Het is hun manier om ze te beschrijven. De hindoes hebben dezelfde manier, alleen is in dat geval de naam in het Sanskriet tattva’s: prithivi-tattva, apas-tattva, vayu-tattva, taijasa-tattva, akasa-tattva, enz.

Elke groep of verzameling monaden vormt een natuurrijk, of wat we in hun ronden een levensgolf noemen – elke groep van deze monaden, dat wil zeggen alle groepen, leven in en werken door deze tattva’s of kosmische elementen, die door de Grieken en Romeinen aarde, water, lucht en vuur werden genoemd. Sommigen, zoals de pythagoreeërs, zeiden dat er een vijfde was, aether; maar volgens de leer van de occulte scholen waren er feitelijk zeven, waarvan maar vier algemeen bekend; de pythagoreeërs en enkele anderen in Europa verkondigden openlijk het bestaan van een vijfde. De Griekse of pythagorische aether, op de juiste manier opgevat, was wat de hindoes bedoelden als ze het over akasa hadden.

De kosmische elementen zijn dus de verschillende vormen van stof van het heelal, de verschillende substanties waaruit het heelal bestaat. We kunnen ze de verschillende prakriti’s van het heelal noemen, al verwijst natuurlijk elk van deze verschillende namen naar een eigen betekenis, die daarmee samenhangt. Ze zijn daarom niet absoluut verwisselbaar. De kosmische elementen of deze prakriti’s behoren daarom tot alle rijken want, zoals gezegd, alle rijken leven en werken erin en erdoorheen.

Wat is de oorsprong van deze kosmische elementen? Het zijn de grondstoffen of substanties waaruit de meer ontwikkelde gebieden van het heelal groeien. Er bestaan dus zeven of twaalf kosmische elementen, en wanneer een manvantara aanvangt, beginnen die zeven kosmische elementen zich van boven naar beneden te ontrollen; elk daalt in volgorde af en doet zijn eerste of essentiële substantie ontstaan, als het ware zijn meest geestelijke aspecten; en dit laatste, het meest geestelijke aspect, is precies wat met deze kosmische elementen wordt bedoeld. Als zo’n kosmisch element zich op zijn eigen gebied ontvouwt, ontrolt het uit zichzelf al zijn zeven subgebieden of subkosmische elementen vóór het de kosmische elementen daaronder tot aanzijn brengt, zodat elk kosmisch element alle andere kosmische elementen in zich bevat, zij het in geringere mate. Zo heeft het kosmische element water, om de Griekse benaming te gebruiken, als svabhava het waterelement; maar het bevat eveneens het vuurelement, het luchtelement, het aarde-element, enz.

De natuurrijken zijn verzamelingen, families of groepen monaden. De kosmische elementen zijn de essentiële substanties waarin ze leven, bewegen en hun bestaan hebben en evolueren.

Eén laatste gedachte zal, hoop ik, alles met elkaar in verband brengen. Geest, in al zijn zevenvoudige aspecten, is de wortel van al deze kosmische elementen of prakriti’s. Zoals alle prakriti’s zich ontvouwen uit mulaprakriti, dat de sluier is van brahman of zuivere kosmische geest, zo ontvouwen alle kosmische elementen zich uit de oorspronkelijke substantiële sluier rondom de kosmische geest, die correspondeert met mulaprakriti. Zo komt alles voort uit geest, alle kosmische elementen; ook de klassen of families of groepen of verzamelingen monaden die de verschillende rijken vormen, komen uit geest voort, vanaf de dhyani-chohans omlaag tot en met de elementalen. En als we tenslotte doordringen tot de allerdiepste aard of substantie van de kosmische elementen en die onderzoeken, kunnen we zien dat ieder kosmisch element in werkelijkheid een omvangrijke verzameling of groep monaden of bewustzijnscentra is, die nog niet tot activiteit zijn gewekt en dus sluimeren. Het is als met de hele aarde om ons heen, die het laagste van de kosmische elementen op dit gebied vertegenwoordigt, maar niettemin bestaat uit eenvoudig ontelbare menigten slapende monaden die nog niet zijn ontwaakt om hun evolutiereis te beginnen en zich tot zelfbewuste goden te ontwikkelen. Zo bestaat ook het lichaam van een mens uit moleculen, deze uit atomen en die weer uit levensatomen of levenspunten, die op dit gebied het resultaat zijn van monaden op hun eigen gebied.

Natuurlijk verlaat een monade nooit haar eigen gebied; als we dus zeggen dat het element aarde uit concreet gemaakte of sluimerende monaden bestaat, bedoelen we niet de geestelijke monaden zelf; we bedoelen de levensatomen, en elk levensatoom is op dit kosmische gebied de vertegenwoordiger van een monade.

Wat is het verband tussen de drie elementalenrijken of rijken van elementalen en de kosmische elementen? In de eerste plaats moet ik zeggen dat die uitdrukking ‘drie elementalenrijken’ een gemakkelijke en praktische manier is om de zeven rijken van elementalen aan te duiden, of de zeven subrijken van het algemene rijk van elementalen, zoals we de constitutie van de mens vaak samenvatten in geest, ziel en lichaam, terwijl we weten dat die constitutie in zevenen is te verdelen.

De drie rijken van elementalen komen in hun eerste of oorspronkelijke verschijning in het gemanifesteerde manvantara voort uit de substanties van de oorspronkelijke kosmische elementen; daarom worden deze kind-entiteiten, die als het ware bezielende delen van levensatomen zijn, elementalen genoemd. Dit is het oorspronkelijke en zo u wilt hoogste rijk van de elementalen, niet het hoogste in de zin van evolutie, maar hoogste in een schematisch diagram. De zogenaamde lagere rijken van elementalen zijn alleen daarom lager omdat ze verder van het geestelijke deel of de geestelijke aard van de kosmische elementen afstaan, maar omdat ze in die zin meer geëvolueerd zijn, staan ze hoger. In werkelijkheid is dus de laagste klasse van elementalen – dat is lager dan de mineralen – de meest geëvolueerde van alle elementalenrijken. Maar ze hebben zelfs nog niet het punt bereikt waarop ze als mineralen kunnen worden beschouwd of naar het delfstoffenrijk kunnen overgaan.

De reden dat er feitelijk zeven subrijken van elementalen zijn is dat ieder elementalenrijk ontspringt aan zijn eigen bijzondere kosmische element. Omdat er zeven kosmische elementen zijn, doet elk kosmisch element zijn eigen elementalenrijk ontstaan. Al deze elementalenrijken tezamen zijn wat we de zeven elementalenrijken noemen omdat ieder uit zijn eigen kosmische element afkomstig is.

Tenslotte moet worden opgemerkt dat in de occulte of esoterische terminologie elementalen zo worden genoemd omdat ze, tot welke klasse ze ook behoren en aan welk kosmisch element of tattva elke elementalen-klasse ook ontspringt, zonder tussenschakel rechtstreeks voortkomen uit deze tattva of dit kosmische element. De elementalen zijn dus als het ware de bewoners van de kosmische elementen omdat ze er rechtstreeks en zonder tussenschakel aan ontspringen.

Voor hen die niet enigszins met theosofische studies bekend zijn, is het van belang erop te wijzen dat elementalen geen elementaren zijn, een term die is ontleend aan middeleeuwse half- of quasi-occulte scholen in Europa, zoals de vuurfilosofen. Een elementaar is een bewoner van het astrale licht, en is, kort gezegd, een halfbewust astraal overblijfsel van wat eens een slecht mens op aarde was. Met andere woorden, een elementaar is het halfbewuste kamarupa, of in het ergste geval een vrijwel geheel bewust kamarupa, van wat tijdens zijn leven op aarde een grof en slecht mens was. Deze elementaren in het astrale licht raken langzaam in verval, maar zijn nog vervuld van alle slechte, grove en vaak boosaardige impulsen, neigingen of aanvechtingen die de genoemde slechte mens vertoonde toen hij in een vorm van vlees was belichaamd.


Aspecten van de occulte filosofie, blz. 49-52

© 1999 Theosophical University Press Agency

Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag