*De schrijver wenst uitdrukking te geven
aan zijn erkentelijkheid voor de adviezen en inzichten van Charumati
Joshi bij de voorbereiding van dit artikel.
Om Sri Ganeshaya namah, ‘heil aan
Heer Ganesha!’ is de mantra gericht tot de hindoegod Ganesha met
het olifantenhoofd die door zijn toegewijden wordt gereciteerd bij de
aanvang van elke belangrijke onderneming of geestelijke bijeenkomst
om belemmeringen weg te nemen en succes te behalen. Met zijn lompe lichaam
dat op komische wijze een muis of rat als rijdier heeft, is Ganesha
de populairste van alle hindoegoden. Miljoenen toegewijden vieren ieder
jaar in augustus/september zijn Chathurti-feest, waarbij versierde beelden
van Ganesha door de straten van elke stad en elk dorp worden rondgedragen
en tenslotte in een rivier of in de oceaan worden gegooid als een spectaculaire
afsluiting van het feest. De meeste huizen en bedrijven van hindoes
hebben een beeldje van Ganesha boven hun deur hangen, en een afbeelding
van deze komische maar meedogende verschijning in hun huisaltaar. Wie
is die Ganesha en wat kunnen we van hem leren?
Ik maakte voor het eerst kennis met Ganesha
in de warme dompige duisternis van een hindoetempel op Bali in Indonesië.
Ik vond hem maar een vreemde voorstelling van het goddelijke met zijn
corpulente lichaam en zijn vier armen die zwaaiden met verschillende
symbolen van goddelijke autoriteit. Maar het was duidelijk dat de mensen
van hem hielden, gezien de stapel offergaven in zijn tempel en de doordringende
geur van de wierookstokjes achtergelaten door de toegewijden die om
zijn hulp smeekten om de obstakels die ieder van ons in het leven ontmoet,
te overwinnen. Ganesha werd geschapen als een uit de geest geboren zoon
van Siva en Parvati. Zij vormden aldus de oorspronkelijke familie die
als spirituele symbolen dichter bij de gewone mensen stonden en bij
de ervaringen in hun dagelijks leven. Terwijl hij de aanwijzingen volgde
die zijn moeder hem had gegeven om haar verblijf te bewaken, kwam Ganesha
in conflict met Siva en zijn menigten lagere goden. Siva en zijn zoon
herkenden elkaar niet. Omdat Siva niet werd toegelaten tot het verblijf
van zijn vrouw, werd hij boos en sloeg Ganesha zijn hoofd af. Later
begreep Siva wat hij had gedaan, kreeg berouw en zette het hoofd van
een baby-olifant daarvoor in de plaats.
Ganesha is een symbool voor het goddelijke
in het dagelijks leven en is een god van wijsheid; hij leert dat
het pad tot het bereiken van succes
en prestaties via het gebruik van het intellect loopt, en dat men
alleen door wijsheid verlossing kan verkrijgen. . . .
De kalme en majesteitelijke Ganesha met de kracht
en macht van een olifant is de Heer van alle obstakels die de mens
beheersen, en tegelijk is hij de verwijderaar van de hindernissen
die de mens bij zijn inspanningen in de war brengen. Net als een olifant
heeft hij een verbazingwekkend geheugen en vergeet nooit de loyaliteit
en toewijding van degenen die hem omringen.
Hij verspreidt de boodschap van vrede en rust en
zijn grote lichaam roept grote liefde op, nooit angst. In feite wordt
zijn ongebruikelijke vorm ingebed in het bewustzijn van de vereerder.
. . . Hij is de speelse god van de jongeren en de grote goeroe van
de ouderen. Hij is de god van voorspoed, het begin van alles wat begint,
de bevrijder van alles wat goed is.
– www.samachar.com/religion/ganesh.html
Terwijl Ganesha tegemoetkomt aan de behoefte
van het algemene publiek aan een goddelijke vriend en verlosser bij
al het dagelijkse zwoegen, bevat hij ook de diepten van kennis en geleerdheid
voor hen die tot het goddelijke naderen door naar geestelijke kennis
te streven.
Er
worden vele verhalen verteld over de scherpzinnigheid en intelligentie
van Ganesha. Volgens de legende werd de dichter Vyasa geadviseerd Ganesha
te vragen om als zijn schrijver te fungeren aan wie hij het Mahabharata
in versvorm zou kunnen dicteren. Met zijn typische combinatie van gevatheid
en speelsheid stemde Ganesha erin toe deze grote verantwoordelijkheid
op zich te nemen, mits Vyasa hem zonder te pauzeren zou dicteren. Vyasa
ging hiermee accoord op voorwaarde dat Ganesha elk woord dat hij moest
opschrijven eerst zou begrijpen. Het schrijven van het Mahabharata
ontpopte zich als een ingewikkeld samenspel tussen de auteur en zijn
schrijver. Steeds als Vyasa merkte dat Ganesha klaar was om, met zijn
gebroken slagtand als pen, een vers op te schrijven, dicteerde de dichter
een vers waarvan de betekenis zo diepzinnig was dat Ganesha even moest
stoppen om over de sloka’s na te denken. Dit gaf Vyasa de tijd
om in zijn denken alvast een paar volgende verzen te componeren alvorens
ze te dicteren. Behalve dat het een kleurrijk verhaal is geeft het ons
een hint over wat ervoor nodig is om het Mahabharata en de
Bhagavad-Gita te begrijpen: men moet deze grootse werken niet
haastig lezen of aanhoren, maar langzaam, en in verband zien met zijn
eigen leven. Eeuwenlang en ook nu nog werd het Mahabharata
opgevoerd door reizende acteurs die maanden of jaren onderweg waren.
Mensen in dorpen en steden en tempels luisterden stukje bij beetje naar
de gepresenteerde wijsheid, veel meer dan dat ze die lazen. Wee de acteur
die zijn tekst kwijt was, want zelfs de meest bescheiden dorpeling kende
dit heldendicht uit zijn hoofd!
Maar waarom dat gezellig dikke lichaam
met een olifantenhoofd en een gebroken slagtand? De antwoorden op die
vraag zijn even gevarieerd als de legenden en verhalen die bij zijn
108 namen horen en die moeders aan hun kinderen vertellen. Zijn vorm
als olifant verwijst naar Ganesha’s functie als overwinnaar van
moeilijkheden. Een olifant heeft de omvang en kracht om zich een weg
te banen door het oerwoud van de dagelijkse problemen waarmee mensen
overal te maken hebben. Zijn slurf en slagtanden staan symbool voor
eigenschappen die nodig zijn om obstakels opzij te duwen. Zijn grote
oren horen het geroep en geweeklaag van mensen die om hulp bidden en
ze ziften de informatie uit om alleen de essentie ervan over te houden.
Zoals we het spoor van een olifant kunnen volgen door een bos dat anders
ondoordringbaar zou zijn, kunnen we door de jungle van het dagelijks
leven veilig het spoor van zijn grote poten volgen door een deugdzaam
leven te leiden. Ganesha’s komische corpulente lichaam symboliseert
blijdschap en welwillendheid en zijn rol als brenger van succes. In
zijn rol van god van wijsheid geeft zijn grote lichaam zijn rijkdom
aan kennis aan die hij in zich draagt. Wat belangrijker is: de uiterlijke
verschijning hoeft geen verband te houden met innerlijke schoonheid
en de geestelijke staat van zijn.
Zijn ene slagtand duidt op de noodzaak
voor de mens om het ego van zich af te schudden en om offers te brengen
op het geestelijke pad. Het duidt ook op de noodzaak van een sterke
spirituele wil om te besluiten tot een rechtvaardige individuele actie
en niet daarvan af te wijken. Zijn vier armen verwijzen zowel naar zijn
vermogen om mensen te helpen als naar dat om kwaad te vernietigen. Hij
houdt vele verschillende symbolische voorwerpen in zijn handen afhankelijk
van de rol die hij in een bepaalde situatie moet vervullen. De bijl
en de knots verbeelden zijn vermogen om boze demonen te vernietigen,
zijn strik symboliseert zijn vermogen om degenen van wie hij het meest
houdt naar zich toe te trekken en om mensen die verdwalen te strikken
en te redden. De lotusbloemen, de boeken, en de swastika die op zijn
hand is getekend zijn symbolen van geestelijke kennis, net als zijn
slurf wanneer hij die krult in de vorm van het teken in het Devanagari-schrift
voor de heilige mantra OM. Aan het andere uiterste is hij omringd door
symbolen voor zijn liefde voor de goede dingen van het materiële
leven, zoals de schaal met modak-zoetigheden waar Ganesha dol
op is, en die bij beelden en op plaatjes van hem bijna altijd opvallend
wordt getoond.
Het vreemdste van alles is misschien wel
de rat of muis die hem altijd vergezelt. Zoals men in ieder huishouden
op de wereld weet, heeft dit knaagdier zo zijn eigen manieren om obstakels
uit de weg te ruimen door via de kleinste gaatjes of spleetjes onze
keukens en provisiekasten te bereiken. Dit probleem komt overal voor,
en het feit dat Ganesha hem als rijdier gebruikt symboliseert de noodzaak
om de meer onedele aspecten van ons karakter onder controle te houden,
want anders maken ze een puinhoop van onze zoektocht naar geestelijke
kennis. Gezeten onder het gigantische olifantenlichaam geeft het beestje
ook aan dat omvang en uiterlijke verschijningsvorm er weinig toe doen
als het gaat om de studie van zaken van werkelijk belang.
Symboliseert Ganesha een werkelijk bestaand
wezen of klasse van entiteiten of is hij eenvoudig een vlucht van de
artistieke fantasie? We vinden een aanwijzing in Ganesha’s naam,
Ganapati of Vinayaka, wat duidt op zijn functie als leider van de hemelse
menigten (gana’s), een eer die hem door zijn vader, Siva,
werd toebedeeld. De Encyclopedic Theosophical Glossary (www.theosociety.org/pasadena/etgloss/etg-hp.htm)
geeft ons een sleutel tot Ganesha’s rol in de hiërarchie
van meer gevorderde geestelijke entiteiten die een actieve en zelfbewuste
rol in het beheer van de kosmos spelen. In bepaalde opzichten is hij
‘de chef of het hoofd van menigten van ondergeschikte geestelijke
entiteiten – een noodzaak als hij als god van wijsheid zijn kosmische
taken moet verrichten via ondergeschikte hiërarchieën van
intelligente en halfintelligente wezens, en als hun chef of gids fungeert
bij het vormen en leiden van de natuur.’ Misschien lijkt de ware
Ganesha meer op een natuurkracht, zoals het zonlicht dat het leven voedt,
de lucht die we ademen, of de verheven gedachten die ons inspireren.
Hij is een deel van de grote keten van het zijn die zich van de spirituele
zon omlaag uitstrekt tot aan de mensheid en nog verder. Deze hiërarchie
van mededogen ondersteunt het leven van ons lagerstaande wezens, hoewel
we onbewust blijven van hun voortdurende inspanningen, of, zoals de
moderne wetenschap vaak doet, we noemen ze de onbewuste krachten van
de natuur. Ganesha en zijn hemelse dienaren werken bewust en onvermoeibaar
zodat we de gelegenheid krijgen om te leren en geestelijk te groeien
om hen op een dag te gaan helpen bij hun kosmische arbeid.
Verwijzingen:
-
Chaturvedi, B.K., Gods and
Goddesses of India: 1 Ganesh, Books for All, Delhi, 1996.
-
Krishan, Yuvaraj, Ganesha:
Unravelling an Enigma, Motilal Banarsidass, Delhi, 1999.
-
Satguru Sivaya Subramuniyaswami,
Loving Ganesha: Hinduism’s Endearing Elephant-Faced God,
Himalayan Academy and Motilal Banarsidass Publishers, Delhi, 1996.