Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Wat is waarheid?

Hoe kunnen we waarheid vinden of uit de verschillende leringen die zich als waarheid aandienen kiezen welke de juiste of beste is? Wat is waarheid? Herinnert u zich dat Pontius Pilatus, toen hij Jezus verhoorde de vraag stelde: Wat is waarheid? Ik vraag u hetzelfde: wat is waarheid? Denkt u dat iemand van u de hele waarheid kan bezitten binnen het kleine bestek van zijn denkvermogen? Ziet u niet in hoe dwaas die vraag is? Het enige wat we aan waarheid kunnen bezitten is een gedeeltelijke kennis van de wetten van het heelal, een steeds groeiende kennis, een steeds groter wordend gebied van bewustzijn en gevoelens, een groei in wijsheid en innerlijke kracht. Maar als iemand binnen het kleine bereik van zijn denken, van zijn brein, de hele waarheid zou kunnen bevatten, hoe droevig zou dan het vooruitzicht op de toekomst voor hem zijn. Dan is het voor hem afgelopen, hij is klaar, hij heeft alles! Hij bezit de oneindige waarheid – gelukkig is dat allemaal onmogelijk.

Waarheid is betrekkelijk, want wat men waarheid noemt is in feite wat ieder mens individueel van de wetten van het heelal om ons heen kan begrijpen, in zich opnemen, ontvangen en verwerken; en ik bedoel dan eerder het geestelijke heelal dan het grofstoffelijke dat ons het lichaam schenkt. Ik herhaal, waarheid is betrekkelijk, wat op zijn eenvoudigst uitgedrukt wil zeggen dat wat waarheid is voor Jan, onwaar kan zijn voor Piet. Klaas ziet misschien een hogere waarheid en weet in welk opzicht Jan en Piet het mis hebben; en weer een ander, met een nog ruimer inzicht en scherper verstand dan Klaas, ziet en voelt misschien nog meer.

Wees daarom grootmoedig in uw gevoelens tegenover anderen. Leer respect te hebben voor echte overtuigingen, als het inderdaad overtuigingen zijn; en leer begrijpen dat de meeste meningen maar weinig waarde hebben, meningen die net zo veranderlijk en vaag zijn als het maanlicht.

Waarheid op zich is oneindige wijsheid en welke mens heeft die? Zelfs de goden bezitten alleen een deel ervan, maar wel een veel groter deel dan wij. U ziet dus hoe nutteloos zo’n vraag eigenlijk is en hoe verontrustend het is dat zulke vragen zoveel kwaad bloed tussen mensen hebben gezet, niet alleen in godsdienstzaken, maar in elk aspect van het menselijk bestaan. In plaats van anderen vriendelijk en met sympathie te bejegenen en te proberen het standpunt van een medemens te begrijpen, is er voortdurend sprake van botsende meningen en van woordenstrijd, wat op zijn minst tot droefheid en op zijn ergst tot wanhopige ellende leidt – allemaal heel dwaas en eigenlijk kinderachtig, want het is onnodig. De eenvoudige oude regel van broederschap en vriendelijkheid lost al deze problemen op. Bedenk dat uw eigen groei in wijsheid gestaag doorgaat, dat uw begrip voortdurend toeneemt. Leer daarom tegenover anderen welwillend te zijn.

Natuurlijk zit er in sommige filosofische stelsels meer waarheid dan in andere. Dat spreekt vanzelf, want sommige mensen zijn meer ontwikkeld dan anderen, wijzer, hebben een scherpere geest en zien verder. Leer daarom mild te zijn, maar altijd gereed om een nieuwe waarheid te ontvangen en een leraar te volgen van wie u denkt dat hij die waarheid bezit en daarmee erkent u dat het mogelijk is dat iemand anders iets meer weet dan uzelf. Om een ander mens te kunnen volgen moet men grootmoedig zijn en daarmee doel ik niet op onvoorwaardelijke slaafsheid of onderdanige gehoorzaamheid. Daar heb ik een afschuw van. Ik bedoel een eerlijke, innerlijke overtuiging dat iemand anders in de wereld meer weet dan uzelf; zo’n innerlijke overtuiging siert de mens en verleent hem waardigheid.

De waarheid zit vanbinnen, in u en in mij. In ieder mens zit een verborgen bron van waarheid en dus van wijsheid, waaruit hij kan drinken; en die verborgen bron is zijn eigen innerlijke wezen, zijn schakel met het goddelijke, dat het hart van ons heelal is; want dat hart is ook zijn hart omdat we van dezelfde substantie zijn; we zijn kinderen van zijn leven, het kroost van zijn denken. Zelfs de fysieke atomen die mijn lichaam vormen zijn daarin alleen gast en ik ben hun gastheer. Ze komen tot mij vanuit de meest verafgelegen sferen van het melkwegstelsel, blijven een poosje in mijn lichaam, geven vorm eraan en gaan dan verder. En misschien bezoedel ik helaas hun aanzien, als ze vol vertrouwen tot mij komen, of wellicht zuiver ik ze. Maar wat er ook gebeurt, diezelfde atomen zullen de een of andere dag tijdens het eindeloos rondwentelen van het levenswiel, dat eeuwig voortduurt, naar mij terugkeren.

De grote wielen bewegen bij de gratie Gods;
De kleine wielen bewegen ook!

U kent de oude negrospiritual – daarin schuilt een prachtige waarheid!

Waarheid is dus alleen dat wat het geestelijke wezen in u kan opnemen uit wat u bestudeert, uit uw intuïtieve ingevingen, uit uw omgang met uw medemensen en vooral uit uw innerlijke aspiratie. Is er waarheid in de wetenschap? Is er waarheid in de kerken? Het antwoord is duidelijk, nietwaar! Is de waarheid te vinden in de collegezalen voor filosofie van onze universiteiten? Hetzelfde antwoord. In de kerk en in de collegezaal en in het wetenschappelijk laboratorium vindt u niet meer dan mensen daar individueel brengen; en die mensen weten individueel slechts zoveel als zij vanuit zichzelf hebben ontwikkeld.

U ziet dus hoe zinloos het is deze vraag te stellen met betrekking tot de verschillende sekten en groeperingen. Waar is waarheid te vinden, en als we haar vinden, hoe herkennen we haar dan? De toetssteen is in ons; want in het hart bevindt zich de waarheid, in de kern van uw wezen, het goddelijke centrum dat identiek is met het goddelijke centrum van het heelal, want wij zijn de kinderen daarvan, van zijn essentie; en naarmate een mens deze goddelijke vonk die in zijn eigen wezen brandt, leert kennen en wordt, groeit zijn vermogen om de waarheid te bevatten. Hoe meer hij in harmonie is met de trillingen van die geestelijke zon in hem, die vonk die het licht is van de godheid van het melkwegstelsel, des te meer kent hij de waarheid.

Maar wees in de praktijk mild tegenover hen die anders denken dan u, in het besef dat uw eigen begrip ook beperkt is. Ga niet over tot sarcastische opmerkingen, want dat is een kenmerk van kleinzielige mensen. Wees ironisch zo u wilt, maar niet onvriendelijk sarcastisch. Als iemand zijn toevlucht neemt tot sarcasme betekent dat alleen dat hij niets te zeggen heeft dat verstandiger is. Wees vriendelijk voor anderen; eerbiedig de overtuigingen van anderen; en zoek voortdurend die bron van wijsheid in uzelf waar inderdaad, in haar diepste diepte, de volle waarheid woont.


Wind van de geest, blz. 221-4

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag