Het Theosofisch Genootschap

De kracht van liefde

Eric Kersten

Liefde is het cement van het heelal. – G. de Purucker

Elke dag opnieuw worden we geconfronteerd met leed veroorzaakt door geweld, natuurrampen, armoede en hongersnood. Er komt maar geen einde aan die dagelijkse stroom van negatieve nieuwsberichten. De mensheid lijkt terechtgekomen te zijn in een draaikolk van chaos, angst en spirituele armoede. Hoe zou dat toch komen? Waarom kunnen we op deze prachtige wereld maar niet tot een betere onderlinge verstandhouding komen, zodat we gewoon in vrede met elkaar kunnen leven?

Om te beginnen zijn er al verschillende opvattingen over wat geweld is en het ontstaan ervan. De theologie ziet hierin ‘het kwaad’ als het tegenovergestelde van ‘het goede’ en koppelt dit aan ‘schuld’. Sommige georganiseerde religies hebben het thema ‘schuld’ zelfs in het middelpunt van hun geloofsleer geplaatst door te stellen dat er een oordelend en bestraffend ‘wezen’ bestaat die alles geschapen heeft, en dat alle mensen vanaf van de geboorte zondig zijn. De filosofie stelt dat wat ‘goed’ en ‘slecht’ is niet zomaar eenduidig kan worden vastgesteld omdat het een subjectieve waarde is die wordt beïnvloed door de achterliggende, culturele overtuigingen en contexten. Zo bestaan er over de onderwerpen abortus, euthanasie, seks, ras, huidskleur, geslacht, geaardheid, geloofsovertuiging etc., wereldwijd de meest uiteenlopende opvattingen over wat goed is en wat slecht. De wetenschap ziet het kwade als een resultaat van erfelijke factoren en een aaneenschakeling van ‘toevallige’ omstandigheden.

Volgens de oude wijsheid staat avidya (onwetendheid), ofwel gebrek aan kennis van de werkelijkheid, veroorzaakt door maya (illusie), aan de basis van alle kwaad.

Afgescheidenheid is de wortel van onderdrukking en geweld

De hele maatschappij is al vele eeuwen ingericht op basis van klassenverschillen, uitbuiting, het volgen van gezag en geloof in een of andere georganiseerde godsdienst. Er zijn duizenden religies over heel de wereld verspreid en elke religie denkt dat alleen zij een monopolie op de waarheid hebben. Vele gebeurtenissen die plaatsvinden zijn in feite een weerspiegeling van het fundamentele misverstand dat we gescheiden zijn van elkaar. Die afgescheidenheid is door de eeuwen heen sterk verankerd in onze cultuur en sociale systemen.

Een (menselijk) wezen wordt helemaal niet ‘zondig’, of met een bepaalde opvatting over godsdienst of politieke voorkeur geboren. Het is vooral de omgeving, de ouders, de maatschappij die met haar regels vanaf de geboorte grote druk op het kleine mensje uitoefenen door het te vertellen hoe het moet gaan denken, wat het moet doen, wat wel en niet mag en vooral hoe het zijn of haar leven moet inrichten. De interesses van kinderen liggen in de basis dicht bij de natuur, zoals aandacht voor de bloemen, verbaasd zijn over de vlinders en spelen met water en modder. Het wil lachen, in de regen dansen en in bomen klimmen en doet niets liever dan schelpen zoeken op het strand. Elk kind heeft zijn eigen natuurlijke bestemming, maar langzaam palmt de maatschappij het dan nog kwetsbare mensje in met haar eigen leefregels en restricties. Eigenlijk kan dit al gezien worden als een eerste kennismaking met agressie en geweld.

Kinderen krijgen steeds weer moralistische verhalen te horen over helden en heiligen en worden aangemoedigd door hun omgeving om deze voorbeelden te evenaren. Gedurende onze hele opleiding, met haar toetsen, cijferlijsten en met het slagen en zakken voor examens, worden we gedwongen onszelf steeds met anderen te vergelijken. Veel kinderen groeien daarom op met het basisidee van afgescheiden zijn. Dit zorgt er tenminste voor dat je door de maatschappij geaccepteerd wordt. En om in een onechte maatschappij te kunnen leven heb je ook een onechte laag nodig. Want zonder die laag is het moeilijk om te overleven.

De mens gedraagt zich in feite nog steeds als een kuddedier. Een kudde staat tenslotte voor veiligheid. De behoefte om ons te identificeren met en onderdeel te zijn van de kudde is groot. De meeste mensen vertrouwen dan ook op de kudde en volgen deze blind, waar deze ook heen gaat. Als we de afgrond worden ingejaagd, dan springen we liever onze ondergang tegemoet dan dat we tegen de kudde ingaan. Want als hij voor zichzelf opkomt, loopt hij het risico uit de kudde te worden gestoten, wat voor een kuddedier automatisch een doodvonnis betekent. In de natuur is een van de kudde afgescheiden grazer er zo goed als geweest, een makkelijke prooi voor roofdieren. Instinctief weten we dit kennelijk, de angst om buiten de kudde te vallen is er door de eeuwen heen in ons DNA ingebakken. Het kuddegedrag van de huidige mens heeft overigens niet altijd te maken met die letterlijke overlevingsdrang en bescherming, maar meer met sociale overleving. Sociale regels beletten iemand echter om helemaal vrij te zijn. De individuele menselijke geest is afgestompt door de macht van het gezag. Ze is er zo door beïnvloed, gevormd en beheerst, dat hij nauwelijks meer in staat is werkelijk ‘zelf’ te denken.

Wie in de huidige samenleving afwijkt van de ‘standaard’, wordt gezien als een probleemgeval. Deze groep mensen krijgen dan ook wel een of andere ‘diagnose’ opgelegd, met als gevolg dat de medicijnen en andere psychedelica niet meer aan te slepen zijn. Maar wat is normaal zijn eigenlijk? Wat als de gemiddelde mens zelf niet normaal is? Dan stelt ‘normaal’ worden eigenlijk helemaal niets voor. Het betekent alleen dat je je hebt aangepast aan het gemiddelde van de kudde.

Veel mensen zien de huidige maatschappij als iets wat buiten henzelf staat en beseffen niet dat ze zelf bij het scheppingsproces betrokken zijn geweest. Onze eigen ouders, grootouders, vorige generaties hebben deze samenleving gecreëerd. Onze manier van denken en overtuigingen zijn van generatie op generatie aan elkaar doorgegeven, leven na leven. We hebben dus zelf onze maatschappij gecreëerd. Het huidige menselijke bouwwerk is een optelsom van alle gewoonten, angsten, verlangens, hoop, liefde, etc. uit het verleden. Elke dag, elk moment. Niemand anders dan wijzelf zijn dus verantwoordelijk voor de huidige toestand in de wereld. Iedereen heeft individueel bijgedragen aan het collectieve.

Het economisch welvarende Westen ontwikkelt zich in sneltreinvaart naar een aandachts-economie, waarbij we via de sociale media bestuurd worden door dashboards, en er steeds geavanceerdere technologieën worden ontwikkeld die er alles aan doen om ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk blijven klikken en scrollen. Het gaat hierbij niet om zaken die het algemeen welzijn dienen, maar enkel om het genereren van advertentie-inkomsten en dus aandacht te wekken bij de juiste mensen en het subtiel sturen en monitoren van ons gedrag. Slimme algoritmes beheersen steeds meer onze levens. Via het digitale netwerk wordt on­beperkt amusement geboden, vierentwintig uur per dag. Kinderen groeien op met ongekende digitale mogelijkheden (inclusief de verplichte reclames). De geest van onze kinderen wordt vanaf de geboorte volledig door allerlei vormen van amusement bestookt. Jongeren worden onophoudelijk aangezet tot het beleven van plezier en onwerkelijke verzinsels. De mens lijkt onverzadigbaar. De mensheid zit gevangen in haar eigen bouwwerk. Ieder mens denkt dat hij bewust, wakker en aandachtig is omdat zijn ogen open zijn, maar innerlijk slaapt hij nog.

De innerlijke weg naar de stilte

Het ‘kwaad’ bestaat enkel omdat we als mensheid nog slapen. Dit komt omdat we afgesneden zijn van onze innerlijke bron. Totale blindheid voor de werkelijkheid en het voor werkelijk aanzien van de wereld van de verschijnselen, ofwel niet naar binnen kijken, de ‘stilte’ opzoeken, maar ons laten leiden door hebzucht, amusement en sensatie staat aan de basis van al het lijden. De mens wordt gedreven door gewoonten en sociale druk waardoor hij individueel geen zeggenschap meer heeft over zichzelf.

Dwangmatig denken is het grootste obstakel om het ‘Zijn’ te kunnen ervaren. Onze innerlijke stilte kunnen we alleen ontmoeten als het verstand zwijgt. Je kijkt dan als het ware door de zichtbare vorm heen. Het is dus zaak om ons open te stellen voor een ruimte van ‘niet denken’ in ons leven, ofwel ‘stilte’. De Spaanse Teresa van Avila (1515–1582), die leefde in de tijd van godsdienstoorlogen en inquisitie, ontdekte dat het mogelijk is om zich naar binnen te keren en zo in contact te komen met haar diepste Bron. In haar werk ‘De innerlijke burcht’, beschrijft zij deze weg naar stilte als een tocht door zeven verblijven van de ziel. De innerlijke burcht met haar vele verblijven gebruikt ze als metafoor voor de vele lagen die in de mens aanwezig zijn. Op weg naar stilte dringt de mens namelijk steeds dieper door in de verschillende niveaus van zijn wezen. Met dit beeld wil Teresa uitdrukken dat we meer zijn dan een kudde-, of gewoontedier met alleen een buitenkant die we kunnen waarnemen. Er is in ons nog een andere werkelijkheid aanwezig, een geestelijke diepte, die niet in woorden is te vangen en ze voor het gemak maar God noemt. Maar ze had net zo goed Atman, Allah, het Zijn, of het Al kunnen zeggen. Volgens haar bevinden velen zich nog buiten de burcht en is men zich ook niet of nauwelijks bewust van dat prachtige kasteel met haar kostbare vertrekken.

Achter elke vorm bevindt zich een alomtegenwoordig, eeuwig, grenzeloos en onveranderlijk beginsel, een straal van het universele bewustzijn dat de wezenlijke mens is. Zoeken naar deze Bron via de weg van de stilte is een weg van loslaten, jezelf bevrijden van alles waar je aan gehecht bent. Datgene wat je belemmert om helemaal stil te worden. De weg gaan van onthechting, van loslaten, wordt zo een weg van bewustwording, van aandachtig kijken naar jezelf en naar dat wat je weerhoudt om stil te worden. Niet eerder dan nadat je alles hebt losgelaten kan het pas echt stil worden binnenin je. Dan pas kun je je diepste Bron ontmoeten. Actieve aandacht (awareness) wijst je de weg om uit de illusie te komen en de ruimte waar stilte heerst binnen te gaan. Deze vorm van aandacht gaat voorbij het denken. Door op een actieve wijze aandachtig te zijn, staan we open voor de werkelijkheid. Op het moment dat je beseft dat je niet je denken bent wordt er een hoger bewustzijnsniveau actief en is de basis gelegd om datgene wat zich aan onbewustheid heeft gemanifesteerd te aanvaarden. Op het moment dat je dat inziet, kan de liefde weer stromen en gevoeld worden. Want liefde is uiteindelijk het enige wat we in de kern allemaal zijn. Onvoorwaardelijke liefde die zich toont in al haar toonaarden.


Uit Impuls (Nieuwsbrief voor leden van het Theosofisch Genootschap), maart 2019, nr. 85.

© 2019 Theosophical University Press Agency