Woord van dank
Hierbij wil ik mijn dank betuigen aan het tijdschrift Sunrise
voor de toestemming om deze vertaling in boekvorm uit te geven, en aan
de redactie en technische staf van de Theosophical University Press
voor hun onvermoeibare inspanning bij het gereedmaken van het manuscript
en in elk stadium van de voorbereiding van deze publicatie. Ik ben veel
dank verschuldigd aan wijlen James A. Long, leider van de Theosophical
Society, Pasadena, Californië, die mij, kort voor zijn dood, aanmoedigde
om aan deze vertaling te beginnen. Eveneens dank ik zijn opvolger, Grace
F. Knoche, voor veel waardevolle suggesties.
Mijn dank gaat uit naar de eerbiedwaardige G. Puññasara
Maha Thero, spiritueel leraar aan het Government Central College van
Madamba, Sri Lanka; en ook naar K.D. Paranavitana, assistent archivaris
van het Department of National Archives in Colombo, voor het verschaffen
van de foto’s van de houten dekbladen en de eerste en laatste
pagina van het op palmbladen geschreven manuscript van het Dhammapada,
dat men beschouwt als het oudste nog bestaande exemplaar ervan in de
National Archives van Sri Lanka.
Een bijzonder woord van waardering verdienen ten slotte mijn geliefde
echtgenote voor haar aanhoudende steun en mijn dochter Savitri die al
het typewerk in het Pali en het Engels deed dat voor het hele manuscript
nodig was.
H.K.