Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Wat is theosofie?

De wijsheid-religie van alle tijden

Hij in wie de ziel zich voortdurend openbaart – hij is de ware mysticus, en voor hem is de theosofie geen onvruchtbaar gedachtestelsel, maar een licht, een leermeester, een metgezel die altijd oproept tot daden van mededogen en steeds aanspoort tot het hogere.

Beschouw de theosofie niet zozeer als een stelsel van filosofische of andere leringen, maar als de hoogste levenswet die de uitdrukking van goddelijke liefde of mededogen vertegenwoordigt.

Ze geeft u iets dat nooit meer kan verdwijnen: het besef van uw goddelijk, uw innerlijk zelf; de overtuiging dat u innerlijk het vermogen bezit uw energie in de hoogste spirituele banen te houden. Want de mens kan zijn ware plaats in het grootse plan van het menselijk bestaan niet vinden, zolang hij zijn natuur niet heeft geadeld en verrijkt met het besef van zijn goddelijkheid. Dat is de betekenis van de theosofie; dat is haar boodschap; en het is een mooie boodschap voor hen, die vrees en vooroordeel overboord kunnen werpen en haar juiste betekenis begrijpen.

Nieuw naar de vorm waarin ze wordt aangeboden, maar zo oud als de eeuwen wat haar betekenis betreft, was de theosofie eens de universele religie van de mensheid, en is ze voorbestemd de universele religie van de toekomst te worden. Nu reeds doordringen haar verheven beginselen alom het denken en handelen, en overal zien de verst gevorderde denkers uit naar het ideaal van een universele godsdienst als de enige hoop voor de mensheid.

Zij, die ernaar verlangen de mensheid te dienen, zouden haar leringen moeten bestuderen, al was het alleen om ‘zichzelf te leren kennen’; om hun kinderen in spiritueel opzicht te leren kennen; om de dualiteit te zien die zowel in de menselijke natuur als in het leven bestaat, waardoor het hun mogelijk wordt de vernietigende en lagere elementen te beheersen, en de betere, constructieve en goddelijke te bevorderen. Want de wanhoop en onrust van de mensheid, de onevenwichtigheid en het onrecht in het leven staan als levende schrikbeelden aan de poort van onze beschaving, en alleen al hun aanwezigheid vraagt om een manifestatie van de hogere wet.

Maar hij die gaat beginnen aan de studie van de theosofie, moet het zijne doen. Ze kan niet met de paplepel worden ingegeven. Het vereist inspanning en bescheidenheid, aspiratie en liefde voor het goede, en de bereidheid om te leren.

Geen leermeester, hoe groot ook, kan onderricht geven zolang de leerling niet bereid is om te leren.

De theosofie biedt geen spiritueel onderricht tegen betaling. De waarheid is niet te koop.

Als men u zei dat vlak om de hoek grote geesten klaar staan om u het geheim te leren hoe u fabelachtige rijkdommen kunt verkrijgen, zou niets u kunnen tegenhouden. Toch zou dat wat u hoopte te krijgen slechts behoren tot de vergankelijke, snel voorbijgaande, stoffelijke kant van het leven. Waarom zou u zich niet dezelfde inspanning getroosten om die kennis te verwerven, die u het geheim leert van een juist leven, die u de mysteriën van het leven onthult?

Er schuilt in de theosofie zo’n magisch, inspirerend en verheven optimisme, dat ik de macht zou willen bezitten om de wereld met de sublieme denkbeelden ervan wakker te schudden. Als deze inspirerende, levende filosofie de vraagstukken zou verlichten waarmee onze volkeren nu te maken hebben, dan zouden we zien dat er een innerlijke en hogere uiting van broederschap bestaat. De kracht hiervan zou zelfs de meest onverschilligen beroeren en in beweging brengen; ze zou nieuw leven schenken aan hen die, gebukt onder hun karma, nu slechts ten dele leven – ja, zowel enkelingen als volken. Dat is het wat de wereld vóór alles nodig heeft.

Haar leringen kunnen hoop geven aan de arme, door stormen heen en weer geslingerde mensheid; dat verzeker ik u, en we hoeven slechts te zien in welke richting het menselijk denken en streven zich in het algemeen ontwikkelt, om het als een feit vast te stellen. Verouderde theorieën over religie en het leven verliezen hun geloofwaardigheid, lang gevestigde geloofsvormen en gewoonten worden prijsgegeven, en er breekt in de wereld een onweerstaanbare kracht door, die de armoede van het religieuze leven van de mens aantoont.

Het materialisme en de zuiver intellectuele opvattingen hebben de mens meegevoerd in het woelige water van onrust en onvrede, terwijl aan de werkelijke mens, de goddelijke mens, geen aandacht is geschonken. Dit heeft tot gevolg dat de diepere kennis – die voor het grijpen ligt, als we haar slechts konden zien, want ze ligt in het wezen van de mens zelf besloten – onbenut en verduisterd is, zodat het zelfs voor nadenkende mannen en vrouwen moeilijk is een houvast te vinden. Het zijn echter juist die omstandigheden, die ten slotte de ogen van de mens zullen openen.

De theosofie is het innerlijk leven van iedere godsdienst. Ze is geen nieuwe religie, maar is zo oud als de waarheid zelf.

De taak van de theosofie

De taak van The Theosophical Society is mannen en vrouwen als medewerkers bij elkaar te brengen voor een groots en universeel doel; en de eerste stap daartoe is de nadruk leggen op het feit dat de mens goddelijk is, en dat het de plicht is van ieder mens bij te dragen aan de vorming van een kern van universele broederschap, die berust op de goddelijkheid van de mens en de onsterfelijkheid van de ziel.

Het is haar taak dwalingen, misvattingen, onbroederlijkheid en onverdraagzaamheid uit te bannen, en daarvoor liefde en vertrouwen, juist handelen en de zuivere waarheid in de plaats te stellen; in de hele wereld nieuwe denkbeelden te verspreiden voor hen, die daaraan de meeste behoefte hebben; de menselijke geest te verlossen van vooroordeel en angst, en het menselijk leven van dwalingen. Het is haar taak de hele menselijke familie op een hoger peil te brengen van spirituele visie, onderscheidingsvermogen, intuïtie, juist denken en handelen, gepaard aan een nieuw en goddelijker begrip van recht en liefde. Wanneer mannen en vrouwen als één machtig en universeel lichaam voor dit doel konden samenwerken, zouden ze de scheppers zijn van een nieuwe orde der eeuwen, van een echte universele religie, en een ware broederschap van mensen.

Mijn hele streven is erop gericht de spirituele mogelijkheden van de mens naar buiten te brengen – een individueel streven naar het hogere. Het doel van de theosofie is: dat ieder zichzelf beter zal leren kennen, dat het karakter en het leven spiritueel rijker zullen worden. Als de mens zich kan verheffen door de kracht van zijn goddelijk erfdeel, het gezag van zijn spirituele rechten, dan wordt zijn denken verhelderd en trekt de sluier op die de waarheid verbergt.

Maar we maken nooit bekeerlingen. We doen geen poging iemand over te halen; want volgens onze filosofie is iedere poging onze ideeën of inzichten aan anderen op te dringen een onrechtmatige daad tegenover hun ware natuur, hun dieper zelf. We jagen geen vrees aan, intimideren of ontmoedigen niet en evenmin zaaien we angst. Maar we doen wel een beroep op anderen, en proberen hen door het voorbeeld de schoonheid te tonen van de theosofie als een levende kracht.

Een nieuwe hoop en nieuwe moed brengt de harten van duizenden nu al in beweging. Een boodschap van liefde en broederschap is in de wereld uitgegaan. Broederschap – dat is de grondtoon van de nieuwe eeuw.

De beginselen van de theosofie zijn zonder waarde, tenzij ze in daden worden omgezet. Het heeft geen zin in de boekerij van ons intellectueel bestaan ideeën op ideeën te stapelen – en het daarbij te laten. De wereld gaat al gebukt onder het gewicht van louter intellectualisme. Zij heeft iets meer nodig, en dat meerdere is het op actieve en praktische wijze tot uitdrukking laten komen van die ideeën, van die spirituele beginselen, in iedere daad in het leven.

Haar leringen tonen de mens hoe het denken in nieuwe banen kan worden geleid. Ze dagen hem uit naar een nieuw gezichtspunt te zoeken, zich in de kracht van de ziel te verheffen tot een hoogte van zelfbeheersing die nooit eerder werd bereikt. Maar niet voor zichzelf: in deze tijden van lijden en chaos, kan niet aan het eigen zelf worden gedacht.

In dit streven ontdekt de leerling de heiligheid van het uur en de dag. Er is geen tijd voor geschipper of uitstel. De tragen, de onverschilligen, de zelfzuchtigen en zelfgenoegzamen hebben voor een streven in die richting geen belangstelling; maar hij, in wie de eenvoudige overtuiging leeft dat hij onsterfelijk is – niet in een nevelachtig toekomstig bestaan, maar hier en nu – die mens ervaart de aanraking van het goddelijke in hem.

De theosofie heeft bovenal een veredelende invloed. Als de mensheid haar betekenis begreep en ernaar leefde, zou de hele mensheid worden bevrijd, er zou een hechte grondslag voor mentale en spirituele vrijheid worden gelegd, en de dreigende en schrikwekkende toestanden van nu zouden verdwijnen. Ze leert dat de mens zijn eigen lot weeft en dat hij, naar de mate van zijn kennis en zijn wil, daar meester over is.

Want de mensheid is goddelijk! Werd dit maar beseft, dan zouden de goddelijke karaktertrekken met zo’n waardigheid en kracht aan de dag treden, dat geen woorden nodig zouden zijn om ons te zeggen wat het ware leven is! We maken enige vooruitgang, dat is waar; maar we horen nog maar de klank van zes tonen. De zevende is onhoorbaar, en die stille, wachtende toon is het goddelijke in de menselijke aard en in het leven.

Helena Petrovna Blavatsky

Ik kan niet aan de leringen van de theosofie denken, zonder dat een intens, een innig, een grenzeloos gevoel van eerbied in mij opkomt voor de bewonderenswaardige vrouw die ze aan de Westerse wereld bracht – leringen die veel ouder zijn dan die van de nazarener en die toch alle schoonheid, bekoring en zuiverheid van nieuw leven bezitten. Ik denk dat ze in vele, vele levens tal van scholen van ervaring moet hebben doorlopen om de verbazingwekkende kennis te verwerven die ze bezat, de zelfopofferende liefde voor de mensheid die haar eigen was, en de moed die nodig was om het lijden en de vervolging te ondergaan die haar wachtten. Ze was als iemand die door vuur was gelouterd, die de barensweeën van de ziel had doorstaan.

Toen mevrouw Blavatsky met haar boodschap in de wereld kwam, zag ze in het menselijk denken en leven de neiging tot materialisme, en ze bracht haar schatten van waarheid, opdat ze die ontwikkeling een wending zou kunnen geven naar dingen van hogere aard. Ze kwam om de problemen van het leven te vereenvoudigen. Het was haar doel de mensen aan het denken te brengen. Lees De geheime leer, Isis ontsluierd, Sleutel tot de theosofie en De stem van de stilte – u die vragen stelt over het vanwaar, het waarom en het waarheen – en zie dan of u daarin geen beginselen en waarheden vindt die, als ernaar werd geleefd, het hele beeld van onze beschaving totaal zouden veranderen. Ze was inderdaad ‘de vriend van de mensheid’.

Hoe kon deze leraar haar weg vinden naar het harteleven van de wereld zoals zij heeft gedaan, en op het scherm van de tijd dat onbeschrijflijke iets achterlaten, dat nog nooit ten volle onder woorden werd gebracht? We kunnen er nog maar één of twee aspecten van zien – afhankelijk van onze eigen vooruitgang. In haar leven gaf zij uiting aan het onuitsprekelijke, het mystieke, aan dat wat niet onder woorden was gebracht. Ze verkeerde in het zielsleven en onder de krachtige invloed van de stilte. Ze bracht de wereld verheven en grootse beginselen, waarvan onze kinderen met het verstrijken der jaren de betekenis beter zullen vertolken dan wij. Ze heeft de sluier over het mysterie van het leven en het lot opgetrokken, toen ze met deze schitterende en eerbiedwaardige filosofie op het uiterlijke gebied verscheen.

H.P. Blavatsky is belasterd en beklad, zoals met alle spirituele hervormers gebeurde; maar duizenden, die haar leringen en haar leven kennen, begroeten haar als een van de weldoeners van deze eeuw. Nu al zien we dat de idealen van de theosofie tot elk gebied van denken doordringen.

De mensheid verkeert inderdaad in het duister; maar ondanks teruggang, materialisme en extreem egoïsme, is zelfs nu de fijnere atmosfeer van de wereld van hoop vervult. Kunnen we het licht en de zonneschijn van deze hoop in ons leven brengen en haar, aan wier moed en heldhaftige inspanning we dit alles te danken hebben – H.P. Blavatsky – vergeten?

Bij haar heengaan was het gedachteleven van de wereld vervuld van een drang naar hogere dingen, die alleen de weinigen konden begrijpen. Ze was geïnspireerd op een manier die ons begrip te boven gaat, en de verheven boodschap die ze bracht, de machtige ondertonen en boventonen van universele liefde die ze in de stilte aansloeg, maakten deel uit van het grote universele plan. Ze was de boodschapper voor de komende jaren, de toortsdrager van de eeuw, de grote overbrenger van het spirituele licht naar de toekomst.


Theosofie: Het pad van de mysticus, blz. 3-14

© 2023 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag